ECLI:NL:RBMNE:2014:2657

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juni 2014
Publicatiedatum
1 juli 2014
Zaaknummer
16-703363-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor het verwerven, vervaardigen en verspreiden van kinderpornografie

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Groot-Brittannië, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 juni 2014 uitspraak gedaan. De verdachte is beschuldigd van het verwerven, vervaardigen en verspreiden van kinderpornografie. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 16 juni 2014, waarbij de verdachte in persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. L.E. Toet. De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd en betreft het in bezit hebben van kinderporno, waarvan de verdachte een gewoonte heeft gemaakt. De officier van justitie heeft bewezen verklaard dat de verdachte in de periode van 30 september 2008 tot en met 16 december 2013 in totaal 2233 foto’s en 26 films met kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ook zelf 64 van deze foto’s heeft vervaardigd en 29 daarvan heeft verspreid via een fotoalbum op internet. De rechtbank heeft de verdediging gehoord, die betwistte dat de ten laste gelegde feiten integraal bewezen konden worden. De rechtbank heeft echter op basis van de bewijsmiddelen geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een depressieve stoornis. De rechtbank heeft de inbeslaggenomen goederen, waaronder laptops en usb-sticks, onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt voor het begaan van de strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/703363-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 30 juni 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1968] te [geboorteplaats] (Groot-Brittannië),
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 juni 2014. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. L.E. Toet, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouwe naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
kinderporno heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of vervaardigd en/of verspreid, van welk misdrijf hij een gewoonte heeft gemaakt.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 30 september 2008 tot en met 16 december 2013 2233 foto’s en 26 films bevattende kinderpornografie in zijn bezit heeft gehad en/of heeft verworven. Voorts acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een gedeelte hiervan, te weten 64 foto’s heeft vervaardigd en hiervan 29 foto’s heeft verspreid. Gelet op de periode en het aantal afbeeldingen acht de officier van justitie ook bewezen dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouwe heeft bepleit dat het aan verdachte ten laste gelegde feit niet integraal wettig en overtuigend bewezen kan worden. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft de verdediging de hierna te noemen verweren gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Naar aanleiding van een melding van het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme Landelijke Eenheid is er op 16 december 2013 een doorzoeking geweest in de woning van verdachte, gelegen aan de [adres] te [woonplaats]. Hierbij werden onder andere computerapparatuur, fotoapparatuur en usb-sticks in beslag genomen. [2]
Uit onderzoek volgt dat er op twee laptops en twee usb-sticks toebehorende aan verdachte kinderpornografisch materiaal is aangetroffen, te weten 2178 foto’s en 26 films. [3] Op een aantal van deze foto’s zijn [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] te zien. [4] Verbalisant heeft beschreven wat op deze afbeeldingen en films is te zien en heeft een collectiescan gemaakt, waarin is beschreven welke elementen en seksuele gedragingen in het totaal aan kinderpornografisch materiaal staan afgebeeld. In deze collectiescan is aangegeven dat dit betreft:
- het oraal penetreren met de penis van het lichaam van een minderjarige
- het vaginaal penetreren met de penis, de vinger/hand, een voorwerp en met de mond/tong van het lichaam van een minderjarige
- het anaal penetreren met de penis en met een voorwerp van het lichaam van een minderjarige
en
- het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon door een minderjarige met de vinger/hand en met een voorwerp
en
- het betasten en het aanraken van de geslachtsdelen van een minderjarige met een vinger/hand en met de mond/tong
- het betasten en het aanraken van de geslachtsdelen door een minderjarige met een vinger/hand en met de mond/tong
en
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een minderjarige, waarbij sprake is van niet bij leeftijd passende kleding en/of door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke houding de nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen ligt
en
- masturbatie (dicht) bij het lichaam/gezicht van een minderjarige
- spuiten van/zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een minderjarige
- houden van de penis dichtbij het lichaam van een minderjarige. [5]
Aan de hand van nader onderzoek zijn er op voornoemde gegevensdragers nog 35 foto’s aangetroffen, welke tevens zijn beoordeeld als kinderpornografisch materiaal. Op een aantal van deze foto’s zijn [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te zien. [6] Verbalisanten hebben beschreven wat op deze afbeeldingen is te zien en hebben een collectiescan gemaakt, waarin is beschreven welke elementen en seksuele gedragingen aan kinderpornografisch materiaal staan afgebeeld. In deze collectiescan is aangegeven dat dit betreft:
- het betasten en het aanraken van de geslachtsdelen door een minderjarige met een vinger/hand
en
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een minderjarige, waarbij door het telefoonstandpunt en/of de onnatuurlijke houding de nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen ligt. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 16 december 2013 en in een periode daaraan voorafgaand in [woonplaats] een hoeveelheid materiaal, te weten foto’s en films, in zijn bezit heeft gehad, dat kinderpornografisch van aard was. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij foto’s heeft gemaakt van de meisjes [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en dat hij de foto’s waar [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op staan in een fotoalbum op de website [naam] heeft geplaatst. [8]
Overwegingen van de rechtbank naar aanleiding van de bewijsverweren
Door de verdediging wordt betwist dat de volgende ten laste gelegde elementen en seksuele gedragingen in het totaal aan kinderpornografisch materiaal zichtbaar zijn: het masturberen (dicht)bij en/of ejaculeren op het lichaam van een minderjarige. Nu de rechtbank bij het bekijken van een representatieve collectie van het materiaal tijdens het onderzoek ter terechtzitting in raadkamer genoemde seksuele gedragingen niet heeft gezien, zal de rechtbank verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
Periode
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring te komen ten aanzien van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal in de periode voorafgaand aan 8 oktober 2013. Ten aanzien hiervan stelt de rechtbank het volgende vast.
In het proces-verbaal van het digitaal onderzoek is opgenomen dat de maakdatum van de bovengenoemde afbeeldingen, te weten de 2178 foto’s en 26 films, is gelegen tussen 30 september 2008 en 18 november 2013. [9] De rechtbank concludeert aan de hand van de Begrippenlijst bij het digitaal onderzoek, [10] het voorhouden van omstandigheden bij verhoor van verdachte [11] en het relaas [12] , dat met “maakdatum” gedoeld wordt op de datum waarop de aangetroffen kinderpornografische foto’s en films op de gegevensdragers zijn geplaatst. De gegevensdragers zijn op 16 december 2013 onder verdachte in beslag genomen.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de gehele ten laste gelegde periode, te weten van 30 september 2008 tot en met 16 december 2013, kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad.
Hoeveelheid materiaal
De verdediging heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de gehele hoeveelheid ten laste gelegde foto’s en films niet kan worden bewezen, nu ten tijde van het onderzoek aan de in beslag genomen gegevensdragers is gebleken dat een deel van dit materiaal ‘deleted’ en ‘temporary internet’ bestanden betroffen. De verdachte had hier derhalve geen beschikking over. Ten aanzien hiervan stelt de rechtbank het volgende vast.
Aan de hand van de maakdatum zoals voornoemd, heeft de rechtbank vastgesteld dat de bestanden met de 2178 foto’s en 26 films tussen 30 september 2008 en 18 november 2013 op de gegevensdragers van verdachte zijn aangemaakt. De verdachte heeft dit materiaal derhalve op tijdstippen in de tenlastegelegde periode in zijn bezit gehad, ongeacht het moment van het eventuele verwijderen hiervan. Ten aanzien van de later aangetroffen 35 foto’s heeft verdachte bekend deze in zijn bezit te hebben gehad.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op een of meer tijdstippen in de periode van 30 september 2008 tot en met 16 december 2013 2213 (zijnde 2178 en 35) foto's en 26 films bevattende kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad.
Vervaardigen en verspreiden
Verdachte heeft verklaard 29 van de 2178 foto’s en de nader onderzochte 35 foto’s zelf vervaardigd te hebben. Verdachte verklaart foto’s te hebben gemaakt van zijn dochter [slachtoffer 4] en van vriendinnetjes van zijn dochter, onder andere [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Ten aanzien van de 35 foto’s weerspreekt de verdediging niet dat deze voldoen aan de criteria voor kinderpornografisch materiaal. De verdediging heeft zich echter op het standpunt gesteld dat dit niet geldt voor de andere 29 door verdachte vervaardigde foto’s. Nu verdachte alleen deze foto’s op internet heeft geplaatst, acht de verdediging ook niet bewezen dat er sprake is van de tenlastegelegde verspreiding door verdachte. Ten aanzien hiervan stelt de rechtbank het volgende vast.
De 29 door verdachte vervaardigde foto’s zijn door de officier van justitie tijdens het onderzoek ter terechtzitting in raadkamer, aan de rechtbank en aan de raadsvrouwe getoond. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze foto’s voldoen aan de criteria zoals opgenomen in de Aanwijzing Kinderpornografie van het College van Procureurs-Generaal. Daarenboven heeft de rechtbank ook de overtuiging dat verdachte deze 29 foto’s en tevens de genoemde 35 foto’s heeft gemaakt met een andere intentie dan hij doet voorkomen, namelijk dat het gaat om foto’s van kinderen die ‘gewoon aan het spelen’ zijn. Verdachte bezoekt al een aantal jaren websites met kinderpornografisch materiaal en hij heeft een flinke collectie kinderpornografisch materiaal in zijn bezit. Voorts hebben de ouders van de kinderen verklaard dat het op deze wijze poseren geen normaal gedrag van hun kinderen betreft. [13] Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 64 kinderpornografische foto’s heeft vervaardigd. Dat hij hiervan 29 foto’s ook heeft verspreid door middel van het plaatsen van deze foto’s in een fotoalbum op internet, acht de rechtbank eveneens bewezen. [14] De rechtbank betrekt daarbij de aard van de website waarop het album is geplaatst - waarmee verdachte op het moment van plaatsen bekend was - en zijn commentaar bij dit album, alsmede het gegeven dat hij geen foto’s van zijn dochter hierin heeft geplaatst, doch enkel van haar vriendinnen.
Gewoonte maken
Gelet op de periode en het aantal afbeeldingen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 30 september 2008 tot en met 16 december 2013 een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, zoals bovenstaand nader omschreven.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op één of meer tijdstippen in de periode van
a. a) 30 september 2008 tot en met 31 december 2009 en
b) 1 januari 2010 tot en met 16 december 2013
te [woonplaats],
een of meermalen (telkens) 2213 (zijnde 2178 en 35) foto’s en 26 films en gegevensdragers te weten twee laptops en twee usb-sticks bevattende een of meer afbeeldingen heeft
a. a) in bezit gehad en
b) verspreid en aangeboden en openlijk tentoongesteld en verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en vervaardigd,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon (onder meer [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en vaginaal en anaal penetreren met de penis en de vingers/hand en voorwerpen van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het vaginaal penetreren met de vingers/hand en voorwerpen van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen met de vingers/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen met de vingers/hand en de mond/tong door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed zijn in niet bij hun leeftijd passende kleding en in erotisch getinte houdingen op een wijze die niet bij hun leeftijd past en waarbij door het camera-/telefoonstandpunt en de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze personen en/of de uitsnede van de afbeeldingen/films nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hebben of strekken tot seksuele prikkeling
en
het houden van een stijve penis naast het lichaam van een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, terwijl op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Ten aanzien van de periode van 30 september 2008 tot en met 31 december 2009:
een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl daarvan gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van de periode van 1 januari 2010 tot en met 16 december 2013:
een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl daarvan gewoonte wordt gemaakt
en
een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen en vervaardigen.

7.De strafbaarheid van verdachte

Bij de stukken in het dossier bevinden zich twee Pro Justitia rapporten betreffende verdachte, d.d. 14 februari 2014, opgemaakt door R. Bout, GZ-psycholoog en d.d.
22 februari 2014, opgemaakt door M. Drost, psychiater. Hieruit komt, voor zover op deze plaats van belang, naar voren dat betrokkene lijdt – en ook tijdens het tenlastegelegde lijdende was – aan een ziekelijke stoornis in de zin van een depressieve stoornis. Betrokkene heeft weliswaar het wederrechtelijke van zijn handelingen in kunnen zien, maar is in enigszins beperkte mate in staat geweest zijn wil conform dit inzicht te bepalen. Geadviseerd wordt verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank neemt deze adviezen over en maakt de conclusies tot de hare. Gelet op het voorgaande kan het feit in enigszins verminderde mate aan verdachte worden toegerekend, zodat hij, zij het in enigszins verminderde mate, strafbaar is voor zijn daden.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De verdediging heeft de conclusies niet weersproken.
De officier van justitie heeft de conclusies overgenomen.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het hierna te noemen reclasseringsrapport d.d. 13 maart 2014. Daarbij gaat het – zakelijk weergegeven – om een meldplicht bij Reclassering Nederland en een ambulante behandelverplichting bij De Waag, of soortgelijke ambulante forensische zorg.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht, indien de rechtbank daaraan toekomt, bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en heeft verzocht tot oplegging van een geheel onvoorwaardelijke straf, omdat verdachte de bedoeling heeft om, zodra hij zijn eventuele straf heeft uitgezeten, naar Engeland af te reizen en daar een eventuele behandeling te gaan volgen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het gewoonte maken van het in bezit hebben van kinderporno en aan het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft gedurende een lange periode veel kinderpornografisch materiaal verworven en in zijn bezit gehad, waaronder materiaal betreffende jonge kinderen die op vérgaande wijze seksueel worden misbruikt. Voorts heeft verdachte kinderpornografisch materiaal vervaardigd door foto’s te maken van zijn dochter en haar vriendinnetjes. Door het verspreiden van een deel van deze foto’s heeft verdachte de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers in ernstige mate aangetast. Dat verdachte het vertrouwen van de ouders van de slachtoffers op een dergelijke manier misbruikt, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor dit seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderpornografisch materiaal te verwerven heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen/downloaden.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de plaatjes en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen en met name op de omstandigheid dat verdachte ook zelf kinderpornografisch materiaal heeft vervaardigd en verspreid.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 7 mei 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank voorts rekening gehouden met voornoemde Pro Justitia rapporten. Hieruit volgt dat er bij verdachte sprake is van een depressieve stoornis. De depressieve gevoelens en zijn beperkte copingmechanismen om met deze negatieve emoties om te gaan kunnen de kans op recidive verhogen. Betrokkene heeft weliswaar probleembesef betreffende zijn depressie, maar dit besef en inzicht is beperkt wanneer het zijn seksuele gevoelens aangaat. Door dat beperkte probleembesef zal de kans op recidive tevens verhoogd zijn. Geadviseerd wordt, om de kans op herhaling in de toekomst te beperken, om verdachte hiertoe een ambulante behandeling te laten ondergaan.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op een reclasseringsadvies d.d. 13 maart 2014 opgemaakt omtrent verdachte. De reclassering adviseert, mede gelet op voornoemde Pro Justitie rapporten, om aan verdachte, naast een straf, als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden, met name de ernst van het feit, een gevangenisstraf passend en geboden is. De rechtbank legt aan verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 24 maanden. De rechtbank zal een gedeelte van die straf, te weten een deel van 8 maanden, voorwaardelijk opleggen om te voorkomen dat verdachte zich wederom schuldig zal maken aan (soortgelijke) strafbare feiten en met name om mogelijk te maken dat verdachte zal worden behandeld. De rechtbank zal als bijzondere voorwaarde aan verdachte opleggen dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de Reclassering en zich hiertoe zal melden en dat hij zich verplicht dient te laten behandelen bij De Waag. De proeftijd zal de rechtbank bepalen op drie jaren.

9.Het beslag

De rechtbank merkt het Proces-verbaal afhandeling in beslag genomen goederen, op pagina 327 en 328 van het proces-verbaal, aan als beslaglijst.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd tot onttrekking aan het verkeer van de volgende inbeslaggenomen goederen:
  • Laptop, KVI nummer: 1, SIN: AAGC1750NL
  • USB-stick, KVI nummer: 8, SIN: AAGC1764NL
  • Notebook Acer, KVI nummer: 12, SIN: AAGC1752NL
  • Mobiele telefoon Samsung, KVI nummer: 16, SIN: AAGC1676NL
  • USB-stick, KVI nummer: 21, SIN: AAGC1757NL
Ten aanzien van de overige in het voornoemde proces-verbaal opgenomen inbeslaggenomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd tot teruggave aan verdachte.
De verdediging heeft zich wat betreft het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat alle goederen zijn aangetroffen en inbeslaggenomen in de woning van verdachte en dat deze goederen aan hem toebehoren.
De rechtbank acht de in beslag genomen goederen bevattende kinderpornografisch materiaal, te weten de twee laptops, twee usb-sticks en de mobiele telefoon, hierna nader te noemen in de beslissing, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat dit voorwerpen betreffen met behulp van welke het feit is begaan en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
De rechtbank acht de overige in beslag genomen goederen, hierna nader te noemen in de beslissing, vatbaar voor teruggave aan verdachte, gelet op het standpunt van de officier van justitie en van de verdediging hieromtrent.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen

11.De voorlopige hechtenis

De officier van justitie heeft gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen.
De verdediging verzet zich hier niet tegen.
De rechtbank is van oordeel dat de bezwaren en gronden nog steeds aanwezig zijn, en dat thans onvoldoende reden bestaat de eerder gemaakte afweging van persoonlijk en maatschappelijk belang te handhaven.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van de periode van 30 september 2008 tot en met 31 december 2009:
een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl daarvan gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van de periode van 1 januari 2010 tot en met 16 december 2013:
een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl daarvan gewoonte wordt gemaakt
en
een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen en vervaardigen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, te weten
8 (acht) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van
3 (drie) jarennavolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich moet houden aan de aanwijzingen die de Reclassering Nederland hem geeft. Daartoe moet de veroordeelde aan elke oproep van Reclassering Nederland gehoor geven en moet hij zich gedurende de proeftijd blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, op het adres van de reclassering, te weten: Vivaldiplantsoen 200, 3533 JE te Utrecht.
5. zich ambulant moet laten behandelen bij De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Gelast de teruggave aan verdachte van de hierna te noemen inbeslaggenomen voorwerpen:
  • USB stick, KVI nummer: 2, SIN: AAGC1758NL
  • USB stick, KVI nummer: 3, SIN: AAGC1759NL
  • USB stick, KVI nummer: 4, SIN: AAGC1760NL
  • USB stick, KVI nummer: 5, SIN: AAGC1761NL
  • USB stick, KVI nummer: 6, SIN: AAGC1762NL
  • USB stick, KVI nummer: 7, SIN: AAGC1763NL
  • Fotorolletje, KVI nummer: 9, SIN: AAGC1678NL
  • Dagboeken, KVI nummer: 10, SIN: AAGC1766NL
  • Fotocamera, KVI nummer: 11, SIN: AAGC1754NL
  • Papieren, KVI nummer: 13, SIN: AAGC1679 NL
  • Knipsels, dvd en haar, KVI nummer: 14, SIN: AAGC1680NL
  • Fotocamera Nikon, KVI nummer: 15, SIN: AAGC1753NL
  • Fotocamera, KVI nummer: 17, SIN: AAGC1751NL
  • USB stick, KVI nummer: 18, SIN: AAGC1677NL
  • Videocamera, KVI nummer: 19, SIN: AAGC1755NL
  • USB stick, KVI nummer: 20, SIN: AAGC1756NL
Verklaart onttrokken aan het verkeer de hierna te noemen inbeslaggenomen voorwerpen:
  • Laptop, KVI nummer: 1, SIN: AAGC1750NL
  • USB stick, KVI nummer: 8, SIN: AAGC1764NL
  • Notebook Acer, KVI nummer: 12, SIN: AAGC1752NL
  • Mobiele telefoon Samsung, KVI nummer: 16, SIN: AAGC1676NL
  • USB stick, KVI nummer: 21, SIN: AAGC1757NL
Heft op, met ingang van heden, de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.M.J.M. Veldman-Gielen, voorzitter,
mrs. I.P.H.M. Severeijns en A.M. Verhoef, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Strijbos, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 juni 2014.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt, na wijziging van de tenlastelegging, die hierna cursief is weergegeven, tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
a. a) 30 september 2008 tot en met 31 december 2009 en/of
b) 1 januari 2010 tot en met 16 december 2013
te [woonplaats], althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
een of meermalen (telkens)
2233 (zijnde 2178 en 35)foto's en/of 26 films, althans een (groot) aantal afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) (te weten twee laptops en twee usb-sticks) bevattende een of meer afbeelding(en) heeft
a. a) verspreid en/of in bezit gehad en/of
b) verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of vervaardigd,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon (onder meer [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of de vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal penetreren (met de vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)) van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen (met de vinger(s)/hand en/of de mond/tong) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen (met de vinger(s)/hand en/of de mond/tong) door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn in niet bij haar/hun leeftijd passende kleding en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij door het camera-/telefoonstandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het (door een volwassen man) masturberen (dicht)bij en/of boven en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis (dicht)bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nummer: 2013280157 (TBKK.MN-RookS68), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 328). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van verbalisant [verbalisant 1], met een kennisgeving van inbeslagneming als bijlage, opgenomen op pagina 33-45.
3.Het proces-verbaal van onderzoek in beslag genomen goederen van verbalisant [verbalisant 2], met bijlage, opgenomen op pagina 281-290.
4.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3], opgenomen op pagina 192-194.
5.Bijlage II, Collectiescan bij het proces-verbaal van onderzoek in beslag genomen goederen van verbalisant [verbalisant 2], opgenomen op pagina 288-290.
6.Het proces-verbaal van onderzoek in beslag genomen goederen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3], met bijlage, opgenomen op pagina 302-311, met name pagina 305.
7.Bijlage II, Collectiescan bij het proces-verbaal van onderzoek in beslag genomen goederen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3], opgenomen op pagina 309-311.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
9.Het proces-verbaal van onderzoek in beslag genomen goederen van verbalisant [verbalisant 2], met bijlage, opgenomen op pagina 281-290, met name pagina 286.
10.Het proces-verbaal digitaal onderzoek (kinderpornografie) van verbalisant [verbalisant 5], met de begrippenlijst als bijlage, opgenomen op pagina 272-276, met name pagina 275 een na laatste alinea.
11.Het proces-verbaal van verhoor verdachte van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], opgenomen op pagina 79-100, met name pagina 96 derde vraag.
12.Het proces-verbaal zaaksbeschrijving van verbalisant [verbalisant 6], opgenomen op pagina 4-22a, met name pagina 17 eerste alinea.
13.Het proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 1], opgenomen op pagina 206-212, met name pagina 208 en 2010, en het proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 2], opgenomen op pagina 222-229, met name pagina 224 en 227.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7], met bijlagen, opgenomen op pagina 113-144, met name pagina 113 en bijlage 2013-15513/3 op pagina 122-124.