Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties (14)
- de producties van [eiser] (15 en 16)
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser].
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een senior jurist bij SNS Reaal N.V., en zijn werkgever, SNS Reaal N.V. [eiser] was op 1 juni 2008 in dienst getreden bij Zwitserleven N.V. en was per 1 januari 2010 in dienst bij SNS Reaal na een overname. De werkgever had [eiser] geschorst naar aanleiding van een onderzoek naar zijn gebruik van zakelijke telefoons, waarbij hoge kosten waren gemaakt voor het bellen naar een 0906-servicenummer. [eiser] had in een verklaring erkend dat hij deze nummers had gebeld en gaf aan dat hij bereid was de kosten terug te betalen. Na de schorsing heeft SNS Reaal een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen.
In het kort geding vorderde [eiser] zijn wedertewerkstelling, stellende dat de schorsing onrechtmatig was en dat er geen ernstige verdenking was die een beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. SNS Reaal voerde verweer en stelde dat de schorsing gerechtvaardigd was gezien de gedragingen van [eiser]. De kantonrechter oordeelde dat SNS Reaal redelijkerwijs had kunnen besluiten tot voortzetting van de schorsing en dat er onvoldoende basis was voor een werkhervatting. De vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen en [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten.