ECLI:NL:RBMNE:2014:2351

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2014
Publicatiedatum
10 juni 2014
Zaaknummer
3037370 UV EXPL 14-212
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot wedertewerkstelling in kort geding na schorsing van werknemer wegens vermeend misbruik van zakelijke middelen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een senior jurist bij SNS Reaal N.V., en zijn werkgever, SNS Reaal N.V. [eiser] was op 1 juni 2008 in dienst getreden bij Zwitserleven N.V. en was per 1 januari 2010 in dienst bij SNS Reaal na een overname. De werkgever had [eiser] geschorst naar aanleiding van een onderzoek naar zijn gebruik van zakelijke telefoons, waarbij hoge kosten waren gemaakt voor het bellen naar een 0906-servicenummer. [eiser] had in een verklaring erkend dat hij deze nummers had gebeld en gaf aan dat hij bereid was de kosten terug te betalen. Na de schorsing heeft SNS Reaal een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen.

In het kort geding vorderde [eiser] zijn wedertewerkstelling, stellende dat de schorsing onrechtmatig was en dat er geen ernstige verdenking was die een beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. SNS Reaal voerde verweer en stelde dat de schorsing gerechtvaardigd was gezien de gedragingen van [eiser]. De kantonrechter oordeelde dat SNS Reaal redelijkerwijs had kunnen besluiten tot voortzetting van de schorsing en dat er onvoldoende basis was voor een werkhervatting. De vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen en [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 3037370 UV EXPL 14-212 VS/4192
Kort geding vonnis van 23 mei 2014
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats], gemeente [woonplaats],
verder ook te noemen [eiser],
eisende partij,
gemachtigde: mr. C.N. van den Heuvel,
tegen:
de naamloze vennootschap
SNS Reaal N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen SNS Reaal,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G.W. Roeters van Lennep.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties (14)
  • de producties van [eiser] (15 en 16)
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiser].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
[eiser], geboren op [1958], is op 1 juni 2008 in dienst getreden van Zwitserleven N.V. en per 1 januari 2010 – na acquisitie van Zwitserleven door een dochtervennootschap van SNS Reaal – bij SNS Reaal. Zijn functie is senior jurist en het maandsalaris bedraagt € 7.014,58 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en dertiende maand.
2.2.
SNS Reaal heeft aan [eiser] een mobiele telefoon en laptop met softphone-functie ter beschikking gesteld.
2.3.
Naar aanleiding van een melding op 27 maart 2014 van telefoonprovider KPN dat vanaf één van de door SNS Reaal ter beschikking gestelde mobiele telefoons veelvuldig werd gebeld naar een 0906-servicenummer en dat de kosten daarvan aanzienlijk opliepen, heeft Veiligheidszaken van SNS Reaal een onderzoek ingesteld.
2.4.
Op 3 april 2014 heeft Veiligheidszaken in het kader van dit onderzoek een gesprek gevoerd met [eiser].
Dit gesprek is vastgelegd in een verklaring die door [eiser] is ondertekend. In de verklaring is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
Wij hebben een overzicht ontvangen van het gebruik van jouw telefoons. Daaruit komen hoge kosten voor het bellen naar een 0906 nummer. Wat kun jij daarover verklaren?
Dat klopt dat ben ik geweest. Dat is helemaal uit de hand gelopen. Ik heb gebeld voor de gezelligheid. Dat werkt verslavend kan ik zeggen. (…) Ik denk dat ik ongeveer eind februari 2014 ben gestart met het bellen naar het 0906 nummer.
(…)
Waarom heb jij dit nummer gebeld met de zakelijke middelen?
Mijn vrouw heeft mijn laptop en telefoon. De lijn tussen zakelijk en privé loopt teveel door elkaar heen. Ik vind het heel vervelend om dit gesprek nu te voeren.
Ik ben uiteraard bereid om de kosten terug te betalen.
(…)”.
2.5.
Bij brief van 4 april 2014 heeft SNS Reaal aan [eiser] medegedeeld dat hij per direct wordt geschorst voor de duur van het onderzoek.
2.6.
Veiligheidszaken heeft van haar bevindingen een rapport opgemaakt. In dit rapport staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“(…)
Uit onderzoek van de door KPN beschikbaar gestelde data is gebleven dat er vanaf het vaste telefoonnummer [nummer] in gebruik bij de heer [eiser]:
- in de periode van 2 maart 2014 tot en met 22 maart 2014
- in 508 uitgaande oproepen
- voor een bedrag van € 749,91
naar het telefoonnummer [nummer] is gebeld. Dit vaste telefoonnummer [nummer] is het softphone nummer van de heer [eiser]. Deze softphone is geïnstalleerd op de persoonlijke zakelijke laptop van de heer [eiser]. (…)
Daarnaast is er vanaf het mobiele nummer [nummer] in gebruik bij de heer [eiser]:
- in de periode van 26 februari 2014 tot en met 27 maart 2014
- in 707 uitgaande oproepen
- voor een totaal bedrag van € 1.071,99 naar [nummer] is gebeld.
Het telefoonnummer [nummer] is volgens de heer [eiser] gelinkt aan een soort van flirtsite. Door te bellen naar dit nummer ontvang je een code waarmee je een chatbericht kunt versturen. Als je het nummer [nummer] belt wordt er gezegd dat de kosten van bellen naar dit nummer € 1,40 per gesprek zijn plus de normale gesprekskosten. (…)
Naar aanleiding van de verklaring van de heer [eiser] heeft Veiligheidszaken onderzoek gedaan naar zijn internet gebruik in de periode 1 januari 2013 tot 3 april 2014. Hieruit is naar voren gekomen dat hij vanaf 26 februari meerdere malen sites heeft bezocht waarin in de URL het woord seks/sex voorkomt.
(…)”.
2.7.
Bij brief van 11 april 2014 heeft SNS Reaal [eiser] het volgende gemeld, voor zover hier van belang:
“(…)
Op donderdag 10 april 2014 heeft u een gesprek gehad met uw leidinggevende [A] en de directeur Juridische Zaken, [B]. Tijdens dit gesprek hebben zij o.a. aan u aangegeven dat de bovengenoemde constateringen door SNS REAAL als dringende reden voor een beëindiging van het dienstverband worden aangemerkt en dat deze constateringen wat SNS REAAL betreft zelfs een ontslag op staande voet kunnen rechtvaardigen. Gelet op uw persoonlijke omstandigheden hebben wij echter gemeend dat een ontslag op staande voet een te ingrijpende maatregel is.
Wij zijn bereid om u een eenmalig voorstel te doen om wederzijds goedvinden uit elkaar te gaan. Mocht u van dit aanbod geen gebruik maken dan zullen wij de rechter vragen om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan. (…).”
2.8.
[eiser] heeft bij brief van 18 april 2014 aan SNS Reaal te kennen gegeven dat hij niet akkoord gaat met de voorstellen van SNS Reaal. Voorts heeft [eiser] zich bereid verklaard de overeengekomen werkzaamheden op eerste vordering van SNS Reaal te hervatten.
2.9.
Op 7 mei 2014 heeft SNS Reaal bij de kantonrechter van deze rechtbank een verzoek ingediend, strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens gewichtige redenen, bestaande uit een verandering in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn behoort te eindigen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert veroordeling van SNS Reaal bij wege van voorlopige voorziening:
1. [eiser] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis toe te laten tot zijn werkzaamheden en hem deze ongehinderd te laten vervullen, dit op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat SNS Reaal daarmee na betekening van het vonnis in gebreke blijft, gerekend vanaf de derde dag na betekening;
2. in de kosten van deze procedure, inclusief een bedrag aan salaris van de advocaat, te voldoen binnen acht dagen na dagtekening van het vonnis in kort geding en - voor het geval de voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de bedoelde termijn van voldoening.
3.2.
Aan zijn vordering legt [eiser] ten grondslag dat de schorsing onrechtmatig is. Van een ernstige verdenking van daden of gedragingen die een onverwijlde beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen, is geen sprake.
3.3.
SNS Reaal heeft verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
De gevorderde voorlopige voorzieningen is slechts toewijsbaar als aan de hand van de feiten en omstandigheden in dit geding de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen eventueel nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering zal worden toegewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval.
4.2.
De kantonrechter overweegt dat SNS Reaal in het licht van de gedragingen van [eiser], zoals omschreven in het onder 2.6. aangehaalde rapport van Veiligheidszaken, redelijkerwijs heeft kunnen besluiten tot voortzetting van de schorsing van [eiser] nadat het onderzoek was afgerond, temeer nu SNS Reaal tegelijkertijd kenbaar heeft gemaakt tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst te willen overgaan en daartoe een voorstel heeft gedaan.
4.3.
Voorts heeft de kantonrechter bij beschikking van heden in de procedure met zaaknummer 3049665 UE VERZ 14-312 de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden per 1 augustus 2014. Voldoende is gebleken dat, gelet op de gedragingen van [eiser] in de maanden februari en maart 2014 en de als gevolg daarvan ontstane vertrouwensbreuk, een voor een zinvolle invulling van de arbeidsovereenkomst vereiste basis voor verdere samenwerking is komen te ontbreken. In de uitkomst van die procedure en hetgeen in de beschikking van heden is overwogen en beslist, ligt ook besloten dat een werkhervatting door [eiser] thans niet opportuun is.
4.4.
Het voorgaande betekent dat de vordering, strekkende tot wedertewerkstelling, zal worden afgewezen.
4.5.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SNS Reaal worden begroot op € 200,00 (1 punt x tarief € 200,00) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van SNS Reaal, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C. Hartendorp, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2014.