ECLI:NL:RBMNE:2014:2121

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2014
Publicatiedatum
27 mei 2014
Zaaknummer
16-701549-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering in dienstbetrekking met valsheid in geschrifte door gefingeerde facturen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering en valsheid in geschrifte. De verdachte, werkzaam als verkoper/manager supplies bij Xerographic Resellers, heeft in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 kantoorartikelen wederrechtelijk toegeëigend en gefingeerde facturen opgemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op verschillende data in 2013 en 2014, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.E. Wiersum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld en de ontvankelijkheid van de vervolging vastgesteld. De verdediging voerde aan dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet aannemelijk was. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij de verdachte opzettelijk kantoorartikelen heeft verduisterd en valse facturen heeft opgemaakt om zich financieel te bevoordelen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank overwoog dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigden, maar dat er ook rekening moest worden gehouden met de persoon van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-701549-12 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 27 mei 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 30 mei, 10 oktober en 13 december 2013 en op 7 maart en 13 mei 2014. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. D.E. Wiersum, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 13 december 2013 gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 te Amersfoort:
feit 1:Xerographic Resellers en/of XA Solutions BV heeft benadeeld door zich kantoorartikelen, welke verdachte uit hoofde van zijn dienstbetrekking onder zich had, wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 2: primairzich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte door gefingeerde facturen op te maken,
subsidiairafnemers van kantoorartikelen heeft opgelicht door die afnemers gefingeerde facturen te sturen om hen te bewegen tot afgifte van geld.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging heeft bepleit dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, omdat er sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek. Bij verdachte zijn gegevensdragers in beslag genomen en bij teruggave daarvan bleek een aantal gegevens niet meer beschikbaar te zijn, terwijl de verdachte die gegevens wel nodig heeft om zijn verdediging te kunnen voeren. Wanneer in beslag genomen goederen of gegevens verloren gaan is dat een grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte. Door de nu ontstane situatie wordt op onherstelbare wijze afbreuk gedaan aan de verdedigingsrechten van verdachte en daarmee aan zijn recht op een eerlijk proces.
De officier van justitie is van mening dat er geen sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek en is dan ook van oordeel dat zij wel ontvankelijk is in de vervolging.
De rechtbank overweegt dat er geen sprake is van enig vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, omdat de feiten en omstandigheden die verdachte daarvoor heeft gesteld niet aannemelijk zijn geworden. Reeds daarom kan de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie niet volgen en is evenmin bewijsuitsluiting of strafvermindering aan de orde.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de inhoud van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en de verklaring van verdachte ter terechtzitting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan en verzoekt de rechtbank dan ook om de verdachte daarvan vrij te spreken. De verdediging heeft daartoe het volgende aan gevoerd.
Ten aanzien van feit 1: van wederrechtelijke toe-eigening van kantoorartikelen is geen sprake, nu verdachte deze kantoorartikelen uit hoofde van zijn functie moest verkopen. Verdachte deed niets meer of anders dan hij behoorde te doen en droeg enkel de door hem verkregen opbrengst niet af aan zijn werkgever.
Ten aanzien van feit 2, primair: er is geen sprake van gefingeerde facturen.
Ten aanzien van feit 2, subsidiair: het handelen van verdachte betreft geen oplichting jegens de afnemers van de goederen, alle afnemers hebben gekregen waar zij recht op hadden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem onder 1 en 2, primair, ten laste gelegde feiten heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.
Het bewijs
Aangever [aangever], directeur van XA Document Solutions te Amersfoort dat handelt onder de naam Xerographic Resellers (hierna te noemen: XA), heeft verklaard dat verdachte binnen XA verkoper/manager supplies was. Verdachte is op 22 juni 2012 op staande voet ontslagen. [1] Vanuit het magazijn van XA werden goederen geleverd aan Alpha International. Door middel van valse facturen heeft verdachte de opbrengst aan zichzelf doen toekomen. Verdachte ontving de bestellingen van Alpha International, plaatste de order in het systeem, maakte een leverbon aan, gaf opdracht aan het magazijn om de goederen te verzenden en maakte een creditnota of nul-factuur aan. Uiteindelijk stuurde hij zelf een factuur onder de naam van The Supply Company. Dit is volgens de Kamer van Koophandel een niet bestaand bedrijf. Op de facturen staan het bankrekeningnummer van verdachte en zijn eigen adres. Aangever heeft voorts de Kamer van Koophandel vermelding op de nota’s gecheckt bij de Kamer van Koophandel. Hier kwam een registratie van het bedrijf Uncle Systems uit. Uit gesprekken met Alpha International blijkt dat er tenminste vanaf 2006 werd gefactureerd vanuit The Supply Company. [2]
Door het bureau financieel economische opsporing van de politie is onderzoek gedaan naar de modus operandi van verdachte. Uit hoofde van zijn functie als verkoper/manager supplies binnen XA kon de verdachte beschikken over goederen van dit bedrijf en kon hij ook invloed uitoefenen op de factuur- en geldstromen die normaliter samenhangen met het leveren van goederen tussen ondernemers. Tijdens dit onderzoek is voor de periode van 1 januari 2006 tot en met eind juni 2012 zicht verkregen op frauduleuze leveringen door verdachte aan verschillende bedrijven, waaronder Alpha International. [3] Bij XA geplaatste bestellingen voor tonercartridges en overige computersupplies kwamen binnen bij verdachte. Door verdachte werd een bestelbon opgemaakt ten behoeve van het magazijn van XA. Het magazijn zorgde voor de levering. Verdachte maakte vervolgens valselijk een creditnota of een zogenaamde nul-factuur. Vervolgens werden valse facturen opgemaakt op naam van de The Supply Company of op naam van de vof [A], waarvan verdachte mede-eigenaar is. Op de valselijk opgemaakte facturen van The Supply Company werd het inschrijvingsnummer van de Kamer van Koophandel vermeld van het bedrijf Uncle Systems BV. Voorts stond daarop het bankrekeningnummer van verdachte. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij vanuit zijn functie bij XA kantoorartikelen, te weten toners, verkocht aan klanten van voornoemd bedrijf en dat hij vervolgens de facturering deed via het niet bestaande bedrijf ‘The Supply Company’ en via het bedrijf vof [A], waardoor de opbrengsten van de verkoop aan hem, verdachte toekwamen. Verdachte heeft voorts verklaard de toners die hij verkocht waren teruggekomen van klanten van XA en daardoor het eigendom waren van Xerox. Hij verkocht daarnaast ook wel eens ‘niet teruggekomen’ toners uit het magazijn van XA. [5]
Nadere bewijsoverwegingen
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit aangevoerd dat van wederrechtelijke toe-eigening van kantoorartikelen geen sprake is, nu verdachte deze uit hoofde van zijn functie behoorde te verkopen. Verdachte deed niets meer of anders dan hij behoorde te doen, maar droeg enkel de door hem verkregen opbrengst niet af aan zijn werkgever XA. De verdediging verwijst hierbij naar een arrest van de Hoge Raad d.d. 16 april 2013 met vindplaats LJN BX5138.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe dat verdachte door zijn handelen wederrechtelijk, immers zonder toestemming van de eigenaar van die goederen, de beschikking heeft genomen over de goederen die hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking onder zich had. Hiermee is voldaan aan alle bestanddelen van verduistering. De casus in het door de verdediging aangehaalde arrest is niet vergelijkbaar met onderhavige casus.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit aangevoerd dat er geen sprake is van gefingeerde facturen.
De rechtbank verwerpt ook dit verweer en overweegt daartoe dat verdachte weliswaar facturen heeft verstuurd naar aanleiding van bestaande betalingsverplichtingen aan XA, maar deze heeft hij verstuurd onder vermelding van valse gegevens, namelijk gegevens van – al dan niet bestaande – bedrijven en het rekeningnummer van verdachte. Afnemers dachten hierdoor verschuldigd te betalen aan XA, terwijl hierdoor onverschuldigd werd betaald aan verdachte. Aldus betreffen de door verdachte opgestelde nota’s gefingeerde facturen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
feit 1
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 te Amersfoort, meermalen, opzettelijk kantoorartikelen, toebehorend aan een ander dan aan hem, verdachte, welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als verkoper / Manager Supplies, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 2, primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 te Amersfoort, geschriften, zijnde telkens geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij, verdachte:
- gefingeerde facturen op naam van de niet bestaande onderneming The Supply Company opgemaakt en;
- gefingeerde facturen op naam van [A] vof opgemaakt en;
- gefingeerde facturen opgemaakt met daarop vermeld het handelsregisternummer, toebehorend aan Uncle Systems BV,
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
feit 1:verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
feit 2, primair:valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat kan worden volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. Deze strafoplegging is gelijk aan de eis van de officier van justitie en in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. Het navolgende is voor dit oordeel van belang.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen tot twaalf maanden is, blijkens de oriëntatiepunten voor straftoemeting, passend voor dit soort delicten.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan is een gevangenisstraf van negen maanden passend. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de feiten zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld. Verdachte heeft bij voornoemde feiten enkel zijn eigen belang, te weten financieel gewin, vooropgesteld en op geen enkel moment stilgestaan bij de gevolgen daarvan voor het bedrijf waarvoor hij werkte, te weten XA. Daarbij komt dat verdachte pas met zijn gedragingen is gestopt nadat het werd ontdekt, verdachte ermee werd geconfronteerd en vervolgens werd ontslagen.
Anders dan de officier van justitie en de verdediging weegt de rechtbank de vermeende eigen schuld van XA niet in het voordeel van verdachte mee, nu deze eigen schuld – als daarvan al sprake zou zijn – in het niet valt bij de gedragingen van [verdachte] en nu die vermeende eigen schuld voor die gedragingen in ieder geval geen vrijbrief vormt. De rechtbank weegt wel in het voordeel van verdachte mee dat verdachte een naheffing inkomstenbelasting heeft gehad van de Belastingdienst en dat hij in een civiele procedure een schikking heeft getroffen met XA, op grond waarvan hij een aanzienlijk bedrag moet terugbetalen aan XA.
De persoon van de verdachte geeft aanleiding een deel van deze gevangenisstraf, te weten drie maanden, voorwaardelijk op te leggen. Dit teneinde de verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst wederom – soortgelijk – strafbare feiten te plegen. De rechtbank heeft in dit verband rekening gehouden met het feit dat uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 april 2014 blijkt dat verdachte recent niet is veroordeeld voor soortgelijke feiten.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 225, 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
de rechtbank:
verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezenverklaarde oplevert:
feit 1:verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
feit 2, primair:valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezene strafbaar;
verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
9 (negen) maanden;
bepaalt dat een gedeelte, te weten 3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.A. Messer, voorzitter,
mrs. A.C. Schroten en M.P. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Ven-de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 mei 2014.
BIJLAGE: De tenlastelegging
aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
dat hij op een of meer tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 te Amersfoort, althans in Nederland, meermalen, opzettelijk kantoorartikelen, althans goederen, geheel of ten dele toebehorend aan Xerographic Resellers en/of XA Document Solutions B.V., in elk geval aan (een) ander(en) dan aan hem, verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als verkoper / Manager Supplies, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
Primair
dat hij op een of meer tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 te Amersfoort en/of Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een of meerdere geschriften, zijnde (telkens) een of meerdere geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft hij, verdachte, en/of een of meer van diens mededader(s):
-gefingeerde facturen op naam van de (niet-bestaande) onderneming The Supply Company opgemaakt en/of;
-gefingeerde facturen op naam van [A] vof opgemaakt en/of;
-gefingeerde facturen opgemaakt met daarop vermeld de bedrijfsnaam en/of het handelsregisternummer en/of het btw-nummer, in ieder geval bedrijfsgegevens, toebehorend aan Uncle Systems B.V.,
zulks met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 22 juni 2012 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door (een) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Alpha International B.V. en/of
Convena Netherlands BV en/of
Stein Coorperation BVBA en/of
Impro Europe BVBA en/of
Imcopex Gmbh en/of
[naam]
(afnemers van kantoorartikelen/computersupplies) heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, immers heeft hij, verdachte, en/of een of meer van diens mededader(s), met vorenomschreven oogmerk, meermalen, opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-gefingeerde facturen op naam van de (niet-bestaande) onderneming The Supply Company opgemaakt en/of verzonden aan voornoemde afnemers van kantoorartikelen/computersupplies en/of;
-gefingeerde facturen op naam van [A] vof opgemaakt en/of verzonden aan voornoemde afnemers van kantoorartikelen/computersupplies en/of;
-gefingeerde facturen opgemaakt en/of verzonden aan voornoemde afnemers van kantoorartikelen/computersupplies met daarop vermeld de bedrijfsnaam en/of het handelsregisternummer en/of het btw-nummer, in ieder geval bedrijfsgegevens, toebehorend aan Uncle Systems B.V.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever], namens Xerographic Resellers, opgenomen op pagina 18-19, van het proces-verbaal met nummer 094ABBA – PL0940 2012250931, van politie regio Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 1 tot en met 954.
2.Het proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 33-34.
3.Het proces-verbaal van modus operandi, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 97.
4.Het proces-verbaal van modus operandi, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 98-102.
5.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 mei 2014.