Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 20 maart 2013
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 17 juni 2013 en de tijdens deze comparitie van partijen genomen stukken, te weten:
- het Verslag van een onderzoek in de zaak de heer[eiser] te [woonplaats] versus ASR schadeverzekeringen en Reaal schadeverzekeringen van 28 mei 2013, afkomstig van C+B advies en expertise, geschreven door P.H.W.J.M. Coppes (tevoren aan de kantonrechter en aan ASR toegezonden)
- het Verslag van een technisch onderzoek in de zaak de heer[eiser] te Drunen versus ASR schadeverzekeringen en Reaal schadeverzekeringen van 21 mei 2013, van de hand van C+B advies en expertise, geschreven door S. Bouwe, onder eindverantwoordelijkheid van P.H.W.J.M. Coppes (tevoren aan ASR toegezonden, ter zitting aan de kantonrechter overgelegd)
- de antwoordakte na partijdeskundigenbericht van ASR van 17 juli 2013.
- de brief van ASR van 1 juni 2012, houdende overlegging van de producties 6 tot en met 13, tevens
- de akte van uitlating partij-deskundigenbericht (productie bij conclusie van antwoord in reconventie) van 19 juni 2012
- de akte uitlating voortprocederen van [eiser] van 3 oktober 2012
- de akte uitlating voortprocederen van ASR van 3 oktober 2012
- de akte uitlating voortzetting procedure en overlegging vonnis van [eiser] van 31 oktober 2012
- de antwoordakte van ASR van 28 november 2012.
2.De beoordeling
In conventie
(…)
Nadat de resten van de verdeelinrichting van de brand van 22 juli 2010 op het door verzekerde ter beschikking gestelde houten bord waren geplaatst werd zichtbaar dat de brand lager dan de groepsautomaten moet zijn ontstaan (zie foto’s 13 en 14). Op welke hoogte onder andere de energiemeter aangebracht was geweest, kon toen niet worden vastgesteld.
(…)
Op foto 17 is de na de brand geplaatste kast met daarin de aansluiting van Enexis zichtbaar.”
Het gevorderde voorschot op de schadevergoeding zal eveneens worden toegewezen, nu dat bedrag niet voldoende gemotiveerd is weersproken. Het gevorderde bedrag is gebaseerd op de taxaties van Lengkeek Expertises (zie punt 2.13 van het tussenvonnis). De juistheid van die taxaties heeft ASR niet weersproken.
426,00
3.De beslissing
In conventie
bepaalt dat boven de som van € 20.000,00 geen dwangsommen zullen verbeuren;