Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Topshelf,
[gedaagde sub 1]
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de tussenvonnissen van 21 september 2011, 15 februari 2012, 21 maart 2012, 24 oktober 2012, 21 november 2012, 20 maart 2013 en 19 juni 2013,
- de rolbeslissingen van 29 mei 2013, 22 mei 2013, 31 juli 2013, 30 oktober 2013 en 7 augustus 2013,
- de processen-verbaal van getuigenverhoor van 9 oktober 2012, 30 september 2013 en 8 november 2013,
- conclusie na getuigenverhoor in reconventie d.d. 27 november 2013 van Topshelf,
- de conclusie na getuigenverhoor in conventie tevens akte wijziging eis in conventie d.d. 8 januari 2014 van Topshelf,
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor in conventie tevens antwoordakte wijziging eis in conventie tevens overlegging producties d.d. 5 maart 2014 van [gedaagde sub 1] en OKDG5 B.V. Die producties blijven buiten beschouwing, omdat Topshelf daarop niet meer heeft kunnen reageren.
2.De verdere beoordeling in conventie
Eiswijziging 8 januari 2014
subsidiairte verklaren voor recht dat de huurovereenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, welke te wijten is aan de onjuiste verklaring van [gedaagde sub 1] c.q. OKDG5 B.V. op grond waarvan Topshelf bevoegd is de huurovereenkomst (deels) te vernietigen;
subsidiairte oordelen dat het Topshelf is toegestaan 30% van de huurprijs althans in een goede justitie te bepalen percentage op te schorten vanaf de dag van het te wijzen vonnis totdat het gebruik van het gehuurde door de gemeente Utrecht is gelegaliseerd.
nietis uitgewerkt. Die vrijstelling is door het College van B&W verleend bij besluit van 8 maart 2006. Dit besluit is een publiekrechtelijke titel op grond waarvan Bouwfonds B.V. gerechtigd was over te gaan tot de bouw van The Wall, volgens de bij de aanvraag verstrekte tekeningen en de daar aangegeven bestemming van het gebouw, te weten grootschalige detailhandelsvestigingen, horeca, leisure, een hoogwaardige bouwmarkt en bedrijfsmatige functies, alles in overeenstemming met het Stedenbouwkundig Plan “Wetering-Zuid”. De bouw van The Wall, waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is dan ook niet in strijd met het bestemmingsplan.
vooralsnog(cursivering kantonrechter) voorbehouden zijn aan de ontwikkeling bij Stadion Galgenwaard. Eenzelfde bepaling is opgenomen de erfpachtakte (artikel E onder 2 van de akte uitgifte in erfpacht). Er behoeft echter geen twijfel te bestaan over de vraag of de Sportsworld-formule wel past in het bestemmingsplan. Topshelf heeft immers niet betwist dat de Sportsworld-formule vóór het sluiten van de huurovereenkomst in 2007 is getoetst aan het bestemmingsplan door de Branche Advies Commissie (BAC), waarin ook de gemeente Utrecht was vertegenwoordigd, namelijk, zo stellen OKDG5 BV en [gedaagde sub 1] bij laatstgenomen akte, door een ambtenaar van de afdeling Economische Zaken. Volgens OKDG5 BV en [gedaagde sub 1] zijn alle ondernemingen van potentiële huurders van The Wall op die wijze getoetst aan het bestemmingsplan. De Sportsworld-formule, dus inclusief sport- en vrijetijdskleding en -schoenen, is door de BAC beoordeeld en goedgekeurd.
in het kader van sport en vrije tijd. Dat is wat de Sportsworld-formule volgens Topshelf ook inhoudt. De kantonrechter begrijpt dat de gemeente Utrecht in 2009 bij de verhuurder – en dus niet bij Topshelf – aanmerkingen heeft gemaakt op het door Topshelf op dat moment gevoerde assortiment, omdat dat assortiment op onderdelen op gespannen voet zou staan met het verbod op de bestemming “mode” (“een uitgebreide collectie modeartikelen van het merk Hugo Boss”, productie 58 van Topshelf). Ook heeft een winkelier in 2013 bij de gemeente Utrecht een verzoek ingediend om handhavend op te treden. Niet gesteld of gebleken is echter dat de gemeente Utrecht ooit handhavingsmaatregelen jegens Topshelf heeft genomen. Het enkele feit de gemeente Utrecht controleert of Topshelf zich aan de bestemming “sport en vrije tijd” houdt en in dat kader opmerkingen maakt over onderdelen van de aangeboden collectie, omdat discussie kan bestaan over de vraag of die specifieke onderdelen nog wel zijn te brengen onder de noemer “sport en vrije tijd”, betekent nog niet dat het overeengekomen gebruik van het gehuurde in strijd is met het bestemmingsplan. De verhuurder heeft het gebruik van het gehuurde gegarandeerd voor de verkoop van kleding, schoenen, accessoires en sportartikelen in het kader van sport en vrije tijd, oftewel de Sportsworld-formule. De BAC heeft alleen dat gebruik goedgekeurd. Die garantie en goedkeuring impliceren uiteraard niet dat het Topshelf vrij staat elk willekeurig artikel onder de Sportsworld-formule te scharen. Zij dient daarbij steeds de grenzen van de categorie “sport en vrije tijd” in het oog te houden.
nade overdracht van de zaak door [gedaagde sub 1] aan OKDG5 BV. Die afspraak is in rechte niet komen vast te staan.