Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 februari 2012
- de akte overlegging producties van Van Hees
- de akte rectificatie van Van Hees
- het proces-verbaal van comparitie van 31 mei 2012
- de brief van Van Hees van 21 juni 2012
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties van Van Hees
- de antwoord-akte uitlating producties tevens akte houdende overlegging producties van [gedaagde]
- de antwoordakte uitlating producties van Van Hees.
2.De feiten
Betalingen aan derden
- vernietig ik hierbij namens de curator (…) de overeenkomsten die de heer [gedaagde] met de heer [A] heeft gesloten en de betalingen die door hem aan de heer [gedaagde] zijn verricht,
- sommeer ik namens de curator de heer [gedaagde] dit meerdere, te weten € 563.953,78, met de daarover verschuldigde wettelijke rente binnen 14 dagen na heden aan mij te voldoen door storting op (…),
- behoud ik mij namens de curator uitdrukkelijk alle rechten ter zake van bedoelde aanspraak voor, waaronder met name het recht tot opeising in rechte, het recht de nietigheid in te roepen van de met u gesloten overeenkomsten die aan de betalingen tussen de heer [gedaagde] en de heer [A] ten grondslag lagen en van deze
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Datum bedrag in € betaald aan
- de betaling van € 25.000,00 op 16 maart 2005;
- de betaling van € 75.000,00 op 16 maart 2005;
- de betaling van € 11.400,00 op 1 april 2005;
- de betaling van € 38.000,00 op 7 april 2005;
- de betaling van € 11.900,00 op 8 april 2005;
- de betaling van € 4.000,00 op 8 juni 2005.
is afgeboekt op nota 18456/93119 t.n.v. de heer [A].” Nu ook dit stuk niet (voldoende) door Van Hees is weersproken, staat daarmee naar het oordeel van de rechtbank vast dat ook voor deze betaling door [gedaagde] verrichte (door-)betalingen in opdracht van [A] is geschied, ter voldoening aan een schuld van een van diens schuldeisers.
inzake [A]”. Ook deze omschrijvingen zijn niet voldoende door Van Hees weer-sproken. Ook op grond daarvan staat daarom hier vast dat de doorbetaling aan [J] of [I] (de door Van Hees aangehaalde betaling aan ‘[J]’ betreft kennelijk één van deze twee betalingen) zijn gedaan in opdracht van [A], ter voldoening van een van diens schuldeisers.
- dagvaarding € 97,81
- vast recht € 840,00
- salaris advocaat € 5.684,00 (4 salarispunten ad € 1.421,00 per punt)
- beslagkosten