ECLI:NL:RBMNE:2014:1904

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2014
Publicatiedatum
14 mei 2014
Zaaknummer
16.655124-13 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijging en bezit van kinderpornografisch materiaal door verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. De feiten dateren van 15 augustus 2008 tot en met 14 maart 2013, waarbij de verdachte in Huizen 4179 afbeeldingen en 3 films in bezit had, waarop seksuele gedragingen zichtbaar waren van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging voldoende feitelijk was en dat de verdachte op de hoogte was van de beschuldigingen. Tijdens de terechtzitting op 24 april 2014 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, zijn verweer gevoerd, maar de rechtbank heeft dit verwerpt. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen, gebaseerd op in beslag genomen computers en harddisks, waarop kinderpornografisch materiaal was aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht. Tevens zijn de in beslag genomen computers en harddisks onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt voor het plegen van de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.655124-13 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 mei 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1950] te [geboorteplaats] (Indonesië),
wonende te [woonplaats], [adres].

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting op 24 april 2014, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. F. van Dijk, advocaat te Hilversum.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Kamper en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2008 tot en met 14 maart 2013 te Huizen, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 5586 foto(‘s) en/of 3 film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten één of meer computer(s) en/of harddisk(s) heeft
verworven (strafbaar sinds 1 januari 2010) en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft (strafbaar sinds 1 januari 2010),
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedrag(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;

3.DE VOORVRAGEN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat de dagvaarding voldoende feitelijk is in de zin van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat de strekking van artikel 261 Sv is dat alle partijen op de hoogte zijn van de gronden waarop de vervolging berust. De tenlastelegging heeft onder meer als functie dat de verdachte geïnformeerd wordt over de concrete strafbare feiten waar hij van verdachte wordt. Daartoe dient de tenlastelegging voldoende feitelijk te zijn.
In de onderhavige zaak is de tenlastelegging gebaseerd op het strafbare feit omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, waarbij is aangegeven dat verdachte afbeeldingen – 5586 foto’s en 3 films - in bezit heeft gehad waarop seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt betrokken was of schijnbaar betrokken was. In de tenlastelegging zijn tevens de seksuele gedragingen categorisch omschreven, in die zin dat met betrekking tot de afbeeldingen nader omschreven is welke seksuele gedragingen daarop te zien zijn, zonder dat evenwel ten aanzien van iedere individuele foto of film vermeld is, wat daarop te zien is. De in de tenlastelegging genoemde 5586 foto’s en 3 films maken deel uit van het totaal van 567.444 pornografische afbeeldingen dat bij onderzoek aangetroffen is. Voor de omschrijvingen van de verschillende seksuele gedragingen, zoals die in de tenlastelegging opgenomen zijn heeft de officier van justitie, zo begrijpt de rechtbank, gebruik gemaakt van een proces-verbaal (een collectiescan), waarin vermeld is welke verschillende soorten seksuele gedragingen op de afbeeldingen te zien zijn en tevens het percentage van de totale hoeveelheid afbeeldingen waarop die verschillende soorten gedragingen te zien zijn.
Uit de afbeeldingen is een representatieve doorsnee van 60 kinderpornografische foto’s samengesteld die aan de officier van justitie is overhandigd. Aan verdachte is de representatieve doorsnee van 57 kinderpornografische foto’s ter terechtzitting op 24 april 2014 getoond.
Verdachte heeft er ter terechtzitting blijk van gegeven te begrijpen wat de tenlastelegging behelsde. Alles overziende komt de rechtbank tot de slotsom dat de tenlastelegging, ook zonder dat met betrekking tot afzonderlijke afbeeldingen vermeld is welke seksuele gedragingen daarop te zien zijn, voldoende feitelijk is en dat verdachte aan de hand van de tenlastelegging weet van welke concrete strafbare feiten hij beschuldigd wordt en derhalve tegen welke beschuldiging hij zich desgewenst kan verweren ook zonder dat alle afbeeldingen aan hem getoond zijn.
De dagvaarding voldoet dan ook aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank heeft voorts vastgesteld dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het ten laste gelegde bewezen te verklaren met dien verstande dat er 4179 afbeeldingen toegankelijk waren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen gemaakt aangaande het bewijs.
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in de periode van 15 augustus 2008 tot en met 14 maart 2013 in Huizen kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad. Daartoe overweegt zij het navolgende.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 april 2014 na het tonen van de representatieve doorsnee van kinderpornografische afbeeldingen die onder hem inbeslaggenomen zijn verklaard dat de op de afbeeldingen kinderporno is te zien. [2] Voorts heeft verdachte verklaard dat hij betwist dat er kinderpornografische afbeeldingen op zijn computers dan wel harddisks staan, althans hij zou er geen weet van hebben gehad.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt dat uit het proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goederen blijkt dat op de op 14 maart 2013 onder verdachte in zijn woning in Huizen inbeslaggenomen computer, laptop en externe harddisks 2.649 accessible kinderpornografische afbeeldingen en 3 kinderpornografische films zijn aangetroffen. In de prullenbak zijn 1527 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. [3] Tevens is in dit proces-verbaal vermeld dat de bestanden vermoedelijk op de gegevensdragers zijn geplaatst tussen 15 augustus 2008 en 9 maart 2013. [4]
Gelet op dit proces-verbaal van onderzoek, waarin tevens beschreven wordt welke seksuele handelingen op de afbeeldingen en films te zien zijn [5] , en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting kan bewezen worden dat verdachte 4179 afbeeldingen en 3 films met daarop kinderporno in zijn bezit had.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij in de periode van 15 augustus 2008 tot en met 14 maart 2013 te Huizen, telkens een afbeeldingen, te weten 4179 foto‘s en 3 films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen te weten computers en harddisks heeft
verworven (strafbaar sinds 1 januari 2010) en
in bezit gehad
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedrag(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
en
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
en
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en daaraan de bijzondere voorwaarde gekoppeld van reclasseringstoezicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van een op te leggen straf dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte een first offender is en bij een eventuele behandeling gebaat is.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft zich in de periode van 15 augustus 2008 tot en met 14 maart 2013 schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. De rechtbank overweegt dat kinderporno buitengewoon verwerpelijk is, omdat de vervaardiging hiervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Door het verzamelen van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal heeft verdachte bijgedragen aan de vraag naar kinderporno en daarmee aan de instandhouding van het aanbod daarvan. Verdachte heeft hier, blijkens zijn verklaring ter terechtzitting nooit bij stilgestaan. De rechtbank rekent hem dit aan.
De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met de oriëntatiepunten zoals deze zijn vastgelegd door het LOVS. Uit deze oriëntatiepunten volgt dat voor het verwerven en in bezit hebben van kinderporno in beginsel een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden en een werkstraf voor de duur van 240 uur dient te worden opgelegd.
Tevens houdt de rechtbank rekening met de Wet beperking oplegging taakstraf.
Voorts houdt de rechtbank rekening met het reclasseringsadvies d.d. 31 maart 2014. Hieruit komt naar voren dat de reclassering het gedrag van verdachte zorgelijk acht en bij een bewezenverklaring begeleiding en eventuele behandeling geïndiceerd is.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. De rechtbank zal een gedeelte daarvan voorwaardelijk opleggen teneinde begeleiding door de reclassering mogelijk te maken. Nu verdachte blijkens het uittreksel justitiële documentatie d.d. 11 maart 2014 first offender is, zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan geëist is door de officier van justitie.

9.BESLAG

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de onder verdachte in beslaggenomen computers en harddisks aan het verkeer te onttrekken omdat de kinderpornografische afbeeldingen en films die op de computers en harddisks zijn aangetroffen nooit geheel verwijderd kunnen worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen gemaakt aangaande het beslag.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde computers en harddisks moeten worden onttrokken aan het verkeer, omdat met betrekking tot deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan.

10.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22b, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar, zodanig als hierboven onder 6 is gekwalificeerd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte (zich) gedurende de proeftijd (van 2 jaar):
* op (dagen en tijdstippen) bij Reclassering Nederland zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 24 april 2014 onder 1, 2, 3 en 4 vermelde voorwerpen, te weten twee computers en twee harddisks.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ferschtman, voorzitter, mrs. A. van Holten en C.W. Couperus-van Kooten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 20122007279, doorgenummerd 1 tot en met 173.
2.Zie het proces-verbaal ter terechtzitting van 24 april 2014.
3.Pagina 157.
4.Pagina 158.
5.Pagina’s 154 tot en met 164.