In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. De feiten dateren van 15 augustus 2008 tot en met 14 maart 2013, waarbij de verdachte in Huizen 4179 afbeeldingen en 3 films in bezit had, waarop seksuele gedragingen zichtbaar waren van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging voldoende feitelijk was en dat de verdachte op de hoogte was van de beschuldigingen. Tijdens de terechtzitting op 24 april 2014 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, zijn verweer gevoerd, maar de rechtbank heeft dit verwerpt. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen, gebaseerd op in beslag genomen computers en harddisks, waarop kinderpornografisch materiaal was aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht. Tevens zijn de in beslag genomen computers en harddisks onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt voor het plegen van de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf.