In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Overvast B.V. en Formido Hoogland B.V. over de huurprijs van een bedrijfsruimte. De procedure volgde op een verzoek van Overvast om de huurprijs van de bedrijfsruimte aan [bedrijfslocatie] te Hoogland vast te stellen, waarbij de kantonrechter de huurprijs lager vaststelde dan het deskundigenrapport van Cushman & Wakefield (C&W) had geadviseerd. De kantonrechter oordeelde dat de economische omstandigheden in het jaar voorafgaand aan de beslissing niet waren meegewogen in het deskundigenrapport, wat leidde tot een lagere huurprijs. De kantonrechter stelde de huurprijs vast op € 116.731,31 per jaar, exclusief BTW, met ingang van 27 maart 2013. De rechter oordeelde dat Formido in verzuim was geraakt met betrekking tot de betaling van de huurprijs en dat Overvast recht had op wettelijke rente over het verschil tussen de vastgestelde huurprijs en de door Formido betaalde huurprijs. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.