Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek, de grondslag daarvan en het verweer
"volledige schadevergoeding dan wel ontslagvergoeding"toe te kennen van € 50.000,-- bruto. Het verzoek is voorwaardelijk ingediend, namelijk onder de voorwaarde dat in rechte komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst niet op 4 februari 2014 is geëindigd. [verzoeker] verzoekt de vergoeding onvoorwaardelijk toe te kennen. Ten slotte verzoekt hij [verweerder] te veroordelen tot betaling van de volledige door [verzoeker] gemaakte advocaatkosten.
"we don't trust you any longer". Woorden als
"fuck"en
"motherfucker"vlogen [verzoeker] om de oren. Hem werd verder gezegd:
"you work no longer for the company"(verzoekschrift), en
"your contract has been terminated"(verklaring [verzoeker] zelf ter zitting). [verweerder]deelde verder mee dat hij het appartement uiterlijk 28 februari 2014 moest ontruimen. Vervolgens werd hij door [A] en [B] naar zijn werkplek geëscorteerd en moest hij onmiddellijk al zijn bedrijfsmiddelen inleveren. Hem werd een vuilniszak in handen gedrukt waarin hij ten overstaan van zijn collega's zijn persoonlijke spullen moest gooien, waarna hij het pand werd uitgeleid. De bedrijfsauto die hij ook privé mocht gebruiken werd hem direct afgenomen. Zijn collega's mocht hij niet informeren, en zijn persoonlijke gegevens mocht hij niet van zijn PC en bedrijfstelefoon halen. Diezelfde dag heeft [verweerder] collega's en klanten bericht dat [verzoeker] niet langer werkzaam was binnen de onderneming. Op het e‑mailaccount van [verzoeker] werd zonder overleg met hem een out of office‑reply geplaatst met de tekst:
"Please be informed that I am not working at [verweerder] WWQM any longer. Please contact (…). [verzoeker]".
"legal actions"zouden worden ondernomen.
4.De beoordeling
- [verzoeker] heeft op 3 februari 2014 aan [verweerder] laten weten dat hij bij Goedegebuur Vlees Rotterdam wilde gaan werken, waarbij hij heeft verzocht hem uit het non-concurrentiebeding te ontslaan;
- [verweerder] heeft dit laatste verzoek afgewezen;
- op 4 februari 2014 heeft [verweerder] onaangekondigd in een aparte ruimte een gesprek gevoerd met [verzoeker], waarbij aan de zijde van [verweerder] 5 personen (directie en HR) aanwezig waren;
- in dit gesprek is aan [verzoeker] meegedeeld dat hij direct naar huis werd gestuurd en dat hij het appartement uiterlijk eind februari 2014 diende te verlaten;
- direct aansluitend is aan [verzoeker] een vuilniszak overhandigd, is hij naar zijn werkplek begeleid, en heeft hij zijn persoonlijke spullen in deze vuilniszak gedaan;
- aan [verzoeker] is verzocht zijn bedrijfstelefoon, autosleutels en afstandsbediening van zijn garage af te geven, aan welke verzoek hij heeft voldaan;
- direct aansluitend is hij door een collega naar huis gebracht;
- aan collega's en aan derden is meegedeeld dat [verzoeker] niet meer werkzaam was voor [verweerder].
"fuck"en
"motherfucker" "niet gehoord"heeft (hetgeen de mogelijkheid openlaat dat deze woorden wel degelijk zijn gebruikt), terwijl zij verder heeft verklaard dat [verzoeker]
"ferm"is toegesproken (hoewel er niet geschreeuwd zou zijn). De kantonrechter neemt verder in aanmerking dat in het beoordelingverslag van 18 juni 2013 is vermeld dat [verzoeker] als negatief punt ervaart:
"cross behaviour and a lot of shouting", en dat [C] heeft verklaard dat het er binnen [verweerder] vanwege de aard van het werk
"stevig"aan toegaat.
"gewoon"bij haar komen werken.
"een volledige schadevergoeding dan wel ontslagvergoeding". Voor zover hij hiermee een andere vergoeding op het oog heeft dan de vergoeding bedoeld in artikel 7:685 lid 8 BW is het verzoek niet toewijsbaar. In een ontbindingsprocedure kan alleen een billijke vergoeding als bedoeld in deze bepaling worden toegekend.