ECLI:NL:RBMNE:2014:1701
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaarschrift en niet-ontvankelijkheid in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 2 mei 2014, is het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst / Toeslagen ongegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Belastingdienst, maar dit bezwaar was te laat ingediend. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift, zoals vastgelegd in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), was verstreken. Het primaire besluit was op 7 juni 2011 bekendgemaakt, waardoor de termijn voor het indienen van bezwaar eindigde op 19 juli 2011. Eiseres diende haar bezwaarschrift pas op 13 september 2011 in, wat resulteerde in een niet-ontvankelijk verklaring door de Belastingdienst.
Eiseres had in haar verweer aangevoerd dat zij meerdere keren contact had gehad met medewerkers van de Belastingdienst, die haar niet konden helpen. Desondanks oordeelde de rechtbank dat dit geen verschoonbare reden was voor de te late indiening van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukte dat eiseres, ondanks haar pogingen om telefonisch contact te krijgen, tijdig een bezwaarschrift had kunnen indienen, eventueel onder voorbehoud van het aanvoeren van gronden. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om de te late indiening als verschoonbaar te beschouwen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.