ECLI:NL:RBMNE:2014:1681

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2014
Publicatiedatum
1 mei 2014
Zaaknummer
16-653151-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrifte door gebruik van valse handtekeningen en documenten

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 28 januari 2014, is de verdachte beschuldigd van valsheid in geschrifte. De verdachte heeft, met behulp van valse handtekeningen, de spaarrekening en bedrijfsspaarregeling van haar ex-partner leeggehaald en leningen afgesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 14 januari 2014 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie heeft bewijs gepresenteerd dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, terwijl de verdediging heeft betoogd dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen.

De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de beschikbare bewijsmiddelen beoordeeld. De verdachte heeft de feiten bekend, en de verdediging heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse documenten, waaronder schriftelijke overeenkomsten en betalingsopdrachten, om financiële instellingen te misleiden en geldbedragen te verkrijgen die toebehoorden aan haar ex-partner. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft haar een werkstraf van 120 uren opgelegd, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis. De benadeelde partij, de ex-partner van de verdachte, heeft een schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat de behandeling ervan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte heeft spijt betoond en erkend dat haar handelen kwalijk was. De rechtbank heeft geen overschrijding van de redelijke termijn vastgesteld, maar heeft wel opgemerkt dat er een onnodig groot tijdsverloop was tussen het eerste verhoor en het eindvonnis, wat voor de verdachte spanningen heeft veroorzaakt. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op valsheid in geschrifte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
afdeling strafrecht
zittingslocatie Utrecht
parketnummer: 16/653151-13
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 januari 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1983] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres]
Raadsvrouw mr. C.H. Dijkstra, advocaat te Amersfoort

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 14 januari 2014, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1 primair, 2 primair en 3 primair: telkens diverse schriftelijke stukken, zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, door in deze schriftelijke stukken valselijk de naam en/of handtekening van [aangever] in te vullen, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en (telkens) opzettelijk van voornoemde geschriften gebruik heeft gemaakt teneinde diverse financiële instellingen te bewegen tot afgifte van een geldlening en/of uitbetaling van (een) geldbedrag(en) dan wel (subsidiair) telkens voornoemde financiële instellingen heeft opgelicht.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de haar onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft gepleegd en baseert zich daarbij op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen en de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van de onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend en de verdediging heeft geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever]; [2]
- het proces-verbaal van verhoor van [aangever]; [3]
- een email bericht d.d. 13 februari 2012 betreffende een overzicht boekingen FNV tijdspaarfonds; het proces-verbaal van aangifte van [aangever]; [4]
- een email bericht d.d. 8 maart 2012 betreffende verzoeken tot wijziging van een rekeningnummer aan Cordares Pensioenen B.V.; [5]
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 januari 2014. [6]
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1. Primair
op tijdstippen in de periode van 4 februari 2009 tot en met 19 januari 2011 te Amersfoort, (telkens) één of meer formulier(en), onder andere:
- schriftelijke overeenkomsten met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. en
- één betalingsopdracht behorende bij kredietovereenkomst met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V.
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte toen en daar (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid op de formulier(en) onder meer de naam van [aangever] en een handtekening, ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en
op tijdstippen in de periode van 4 februari 2009 tot en met 19 januari 2011 te Amersfoort, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) formulier(en), onder andere
- schriftelijke overeenkomsten met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. en
- één betalingsopdracht behorende bij kredietovereenkomst met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V.
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij dit/deze formulieren heeft ingediend bij Credit Maatschappij "De IJssel" B.V., teneinde Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. te bewegen tot de afgifte van een geldlening en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die/dat formulier(en) (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid onder meer de handtekening en de naam van [aangever] was ingevuld;
2. Primair
op tijdstippen in de periode van 1 mei 2008 tot en met 24 januari 2011 te Amersfoort, telkens één of meer formulier(en) en andere schriftelijk€ stuk(ken), onder andere:
- één schriftelijke email aan Cordares Pensioenen B.V., en
- uitbetalingsverzoeken behorende bij tijdsspaarfonds van FNV Bouw,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte toen en daar (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid op de formulier(en) onder meer de naam van [aangever] en/of een handtekening ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en
op tijdstippen in de periode van 1 mei 2008 tot en met 24 januari 2011 te Amersfoort, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) formulier(en) en/of schriftelijk(e) stuk(ken), onder andere
- één schriftelijke email aan Cordares Pensioenen B.V., en
- uitbetalingsverzoeken behorende bij tijdsspaarfonds van FNV Bouw,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat die geschriften telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij dit/deze formulieren en schriftelijk stuk heeft ingediend bij FNV Bouw, teneinde Cordares Pensioenen B.V. te bewegen tot uitbetaling van enig geldbedrag en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die formulieren en schriftelijke stuk telkens valselijk/in strijd met de waarheid (onder meer) de handtekening en de naam van [aangever] was ingevuld;
3. Primair
op tijdstippen in de periode van 14 september 2010 tot en met 15 oktober 2010 te Amersfoort, telkens één of meer formulier(en), opnameverzoeken behorende bij bedrijfsspaarrekening van Nationale Nederlanden Bank N.V., - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte toen en daar telkens valselijk/in strijd met de waarheid op de/het formulier(en) onder meer de handtekening en de naam van [aangever] ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en
op tijdstippen in de periode van 14 september 2010 tot en met 15 oktober 2010 te Amersfoort, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) formulier(en), opnameverzoek(en), behorende bij bedrijfsspaarrekening van Nationale Nederlanden Bank N.V. - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat die geschriften telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij deze formulieren heeft ingediend bij Nationale Nederlanden Bank N.V., teneinde Nationale Nederlanden Bank N.V. te bewegen tot de afgifte van een geldlening en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die formulieren telkens valselijk/in strijd met de waarheid (onder meer) de handtekening en de naam van [aangever] was ingevuld;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid

5.1
De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van feit 1 primair, 2 primair en 3 primair, telkens:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en
opzettelijk gebruik maken van het valse of vervalste geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
5.2
De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen acht, gevorderd aan verdachte op te leggen: een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank bij het bepalen van de duur van een op te leggen straf rekening te houden met het feit dat het een oude zaak betreft die al heel lang boven het hoofd van verdachte hangt en met een enorme impact die de zaak op verdachte heeft gehad. De verdediging bepleit dat er sprake is van de overschrijding van de redelijke termijn en dat dit een matigende werking op de straf dient te hebben.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft gedurende een lange periode, meerdere malen – buiten medeweten van haar toenmalige partner [aangever] – diens naam en/of handtekening ingevuld op diverse documenten en heeft zodoende diverse instanties bewogen geldbedragen welke aan [aangever] toebehoorden aan haar uit te keren en/of krediet te verstrekken. Hierdoor heeft verdachte [aangever] en/of de financiële instellingen schade berokkend.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 18 december 2013. De reclassering heeft geen aanknopingspunten kunnen vinden die een verplicht reclasseringscontact met interventies rechtvaardigen en adviseert om verdachte een werkstraf op te leggen.
Uit het strafblad van verdachte volgt dat zij niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Verdachte heeft ter zitting oprecht spijt betoond en verklaard het kwalijke van haar handelen in te zien.
De rechtbank is, anders dan de raadsvrouw, van oordeel dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. Wel is in de onderhavige zaak sprake van een (onnodig) groot tijdsverloop vanaf de datum eerste verhoor van verdachte en het eindvonnis, waardoor verdachte lange tijd in onzekerheid verkeerde over de behandeling van de zaak, hetgeen bij verdachte spanningen teweeg heeft gebracht.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank aan verdachte een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegende acht de echtbank een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, passend en geboden.
6.4
Het ad informandum gevoegde
De rechtbank heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met het volgende door verdachte bekende en ad informandum op de dagvaarding vermelde strafbare feit:
Poging tot oplichting, gepleegd op 24 april 2009 te Amersfoort.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [aangever] vordert een schadevergoeding van € 45.726,68 voor feiten 1, 2 en 3.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van [aangever] een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank zal derhalve de benadeelde partij daarin niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank overweegt dat onder andere gebleken is dat een deel van de gevorderde schade inmiddels vergoed is. Voorts heeft verdachte ter zitting aangegeven dat zij de rente over het afgesloten krediet betaalt. Het had op de weg van de benadeelde partij gelegen om zijn vordering nader te onderbouwen. Nu dit niet is gebeurd, kan de rechtbank niet de concrete schade vaststellen. Het is voor de benadeelde partij wel mogelijk om alsnog de vordering met onderbouwing in te dienen bij de burgerlijke rechter.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen en 9, 22c, 22d, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Ten aanzien van feit 1 primair, 2 primair en 3 primair, telkens:
- valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en
- opzettelijk gebruik maken van het valse of vervalste geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 120 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 dagen;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij [aangever] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzitter, mr. E.A.A. van Kalveen en mr. M.A.E. Somsen, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 januari 2014.
Mr. M.A.E. Somsen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat

1.Primair

zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 19 januari 2011 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, (telkens) één of meer formulier(en) en/of andere schriftelijke stukken, (onder andere)
- één of meer schriftelijke overeenkomst(en) met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V.
en/of
- één of meer betalingsopdracht(en) behorende bij kredietovereenkomst met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V.
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte toen en daar (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid op de formulier(en) en/of overeenkomst(en) (onder meer) de naam van [aangever] en/of de/een handtekening, althans een handtekening die moest doorgaan voor die van [aangever], ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
en/of
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 19 januari 2011 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van meerdere, althans een (een) vals(e) of vervalst(e) formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken), (onder andere)
- één of meer schriftelijke overeenkomst(en) met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. en/of
- één of meer betalingsopdracht(en) behorende bij kredietovereenkomst met Credit Maatschappij "De IJssel" B.V.
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij dit/deze formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken) heeft ingediend bij Credit Maatschappij "De IJssel" B.V., in elk geval bij een bemiddelende instantie, teneinde Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. te bewegen tot de afgifte van een geldlening en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die/dat formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken) (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid (onder meer) de handtekening en/of de naam van [aangever] was ingevuld;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 februari 2009 tot en met 19 januari 2011 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een geldlening van 21.500,- Euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende
verdachte met voornoemd oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid ten behoeve van voornoemde geldlening (een) valse of vervalste handtekening(en) en/of (een) valse of vervalste naam/namen ingevuld, waaruit zou moeten blijken, dat [aangever] de geldlening met deze Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. aanging, zulks terwijl deze [aangever] hier niet van op de hoogte was, waardoor Credit Maatschappij "De IJssel" B.V. werd bewogen tot voornoemde afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht

2.Primair

zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2008 tot en met 24 januari 2011 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, (telkens) één of meer formulier(en) en/of andere schriftelijke stukken, (onder andere)
- één of meer schriftelijke email(s) aan Cordares Pensioenen B.V., althans een ander dan verdachte
en/of
- één of meer uitbetalingsverzoek(en) behorende bij tijdsspaarfonds van FNV Bouw,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte toen en daar (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid op de formulier(en) en/of overeenkomst(en) (onder meer) de naam van [aangever] en/of de/een handtekening, althans een handtekening die moest doorgaan voor die van [aangever], ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
en/of
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2008 tot en met 24 januari 2011 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van meerdere, althans een (een) vals(e) of vervalst(e) formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken), (onder andere)
- één of meer schriftelijke email(s) aan Cordares Pensioenen B.V., althans een ander dan verdachte en/of
- één of meer uitbetalingsverzoek(en) behorende bij tijdsspaarfonds van FNV Bouw,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij dit/deze formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken) heeft ingediend bij FNV Bouw, in elk geval bij een bemiddelende instantie, teneinde Cordares Pensioenen B.V. te bewegen tot uitbetaling van enig geldbedrag en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die/dat formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken) (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid (onder meer) de handtekening en/of de naam van [aangever] was ingevuld;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2008 tot en met 19 januari 2011 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Cordares Pensioenen B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een tegoed van hierna te noemen geldbedrag(en), (in totaal 19.047,65 Euro,) in elk geval van enig geldbedrag, te weten
- op of omstreeks 8 mei 2008 tot de afgifte van 4933,24 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 12 mei 2009 tot de afgifte van 5233,07 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 7 december 2009 tot de afgifte van 2700 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 25 februari 2010 tot de afgifte van 1000 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 18 maart 2010 tot de afgifte van 600 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 11 mei 2010 tot de afgifte van 931,34 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 16 juli 2010 tot en met 19 juli 2010 tot de afgifte van 1035 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 23 augustus 2010 tot en met 30 augustus 2010 tot de afgifte van 510 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 10 september 2010 tot en met 13 september 2010 tot de afgifte van 320 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 13 oktober 2010 tot en met 18 oktober 2010 tot de afgifte van 420 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 10 november 2010 tot en met 15 november 2010 tot de afgifte van 421 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 14 december 2010 tot en met 20 december 2010 tot de afgifte van 524 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 20 december 2010 tot en met 27 december 2010 tot de afgifte van 105 Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- in of omstreeks de periode van 19 januari 2011 tot en met 24 januari 2011 tot de afgifte van 315 Euro, althans enig geldbedrag
immers heeft zij, verdachte, toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid ten behoeve van voornoemde uitbetalingen (een) valse of vervalste handtekening(en) en/of (een) valse of vervalste naam/namen heeft ingevuld, waaruit zou moeten blijken, dat [aangever] de verzoeken tot uitbetaling aan Cordares Pensioenen B.V. deed, zulks terwijl deze [aangever] hier niet van op de hoogte was, waardoor Cordares Pensioenen B.V. werd bewogen tot voornoemde afgifte;

3.Primair

zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 september 2010 tot en met 15 oktober 2010 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, (telkens) één of meer formulier(en) en/of andere schriftelijke stukken, (onder andere) één of meer opnameverzoek(en) behorende bij bedrijfsspaarrekening van Nationale Nederlanden Bank N.V.
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte toen en daar (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid op de formulier(en) en/of overeenkomst(en) (onder meer) de handtekening en/of de naam van [aangever] ingevuld, althans een handtekening ingevuld, die moest doorgaan voor de handtekening van die [aangever], zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
en/of
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 september 2010 tot en met 15 oktober 2010 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van meerdere, althans een (een) vals(e) of vervalst(e) formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken), (onder andere) één of meer opnameverzoek(en) behorende bij
bedrijfsspaarrekening van Nationale Nederlanden Bank N.V.
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij dit/deze formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken) heeft ingediend bij Nationale Nederlanden Bank N.V., in elk geval bij een bemiddelende instantie, teneinde Nationale Nederlanden Bank N.V. te bewegen tot de afgifte van een geldlening en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op die/dat formulier(en) en/of (andere) schriftelijk(e) stuk(ken) (telkens) valselijk/in strijd met de waarheid (onder meer) de handtekening en/of de naam van [aangever] was ingevuld;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 september 2010 tot en met 15 oktober 2010 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Nationale Nederlanden Bank N.V. heeft bewogen tot de afgifte van een tegoed van hierna te noemen geldbedrag(en), (in totaal 5038,04 Euro,) in elk geval van enig geldbedrag, te weten (onder andere)
- op of omstreeks 14 september 2009 tot de afgifte van 1886,- Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 14 september 2009 tot de afgifte van 1012,- Euro, althans enig geldbedrag, en/of
- op of omstreeks 7 december 2009 tot de afgifte van 2140,04 Euro, althans enig geldbedrag,
immers heeft zij, verdachte, toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid ten behoeve van voornoemde uitbetalingen (een) valse of vervalste handtekening(en) en/of (een) valse of vervalste naam/namen heeft ingevuld, waaruit zou moeten blijken, dat [aangever] de verzoeken tot uitbetaling aan Nationale Nederlanden Bank N.V. deed, zulks terwijl deze [aangever] hier niet van op de hoogte was,
waardoor Nationale Nederlanden Bank N.V. werd bewogen tot voornoemde afgifte;

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de doorlopende paginanummers van het proces-verbaal nummer PL0940-2011-118161. De door de rechtbank in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van aangifte van [aangever] (pagina 15 t/m 18), met bijlagen (pagina 21 t/m 27 41 t/m 48, pagina 41 t/m 44 en pagina 49 t/m 51);
3.Proces-verbaal van verhoor van [aangever], pagina 140 t/m 149;
4.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een afschrift van een e-mailbericht met bijlagen pagina 263 t/m 271;
5.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een afschrift van een e-mailbericht met bijlagen pagina 274 t/m 277;
6.Verklaring verdachte D. Koscuk, afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 januari 2014.