In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 mei 2014 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting Altrecht en een verpleegkundige, hierna te noemen [verweerder]. De verpleegkundige was op non-actief gesteld na het verstrekken van onjuiste informatie aan een psychiater over een cliënte die suïcidaal was. Tijdens een telefonisch gesprek met de psychiater heeft [verweerder] zich voorgedaan als iemand anders, waardoor de psychiater niet in staat was om een goede inschatting te maken van de situatie van de cliënte. Dit leidde tot ernstige zorgen over de veiligheid van de cliënte, die op dat moment in afwachting was van een opnameplek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verpleegkundige, door zich niet bekend te maken onder haar eigen naam, het vertrouwen van de werkgever heeft geschaad. Altrecht heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wat door de rechtbank is toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen van [verweerder] voldoende reden gaven voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, en dat de reden voor de ontbinding geheel in de risicosfeer van [verweerder] lag. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 15 mei 2014, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [verweerder].
De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en professionaliteit in de zorgsector, vooral wanneer het gaat om kwetsbare cliënten.