AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Opzettelijk voordeel trekken uit uitkeringsfraude door gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 10 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die gedurende een lange periode opzettelijk voordeel heeft getrokken uit een uitkering die zijn moeder, [X], ontving van de Gemeente [woonplaats]. De verdachte woonde samen met zijn moeder en heeft van de uitkering geprofiteerd, terwijl hij wist dat deze niet rechtmatig was. De tenlastelegging omvat de periode van 1 januari 2004 tot en met 9 juli 2012, waarin de verdachte en zijn moeder een gezamenlijke huishouding voerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de uitkering en dat hij geen vergoeding aan zijn moeder betaalde voor zijn verblijf. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit door misdrijf verkregen geld, wat in strijd is met de Wet Werk en Bijstand. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk profiteren van de uitkering en heeft een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uur opgelegd, met vervangende hechtenis van 120 dagen bij niet-naleving. De rechtbank heeft de ernst van de zaak benadrukt, gezien het benadelingsbedrag van circa € 120.000,00 en het langdurige misbruik van het sociale stelsel.
Voetnoten
1.Het geschrift, te weten een Besluit ingevolge de Algemene bijstandswet van de Gemeente [woonplaats ] d.d. 9 september 1998, opgenomen op pagina 296 tot en met 298 van het proces-verbaal dossiernummer HSRN [nummer] van de Regionale Sociale Recherche te Nieuwegein, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van pagina 1 tot en met 775.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 april 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 509 tot en met pagina 543.
3.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] ev [getuige 2] d.d. 9 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 561 en 562.
4.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen [getuige 3] en [getuige 4] d.d. 16 november 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 551 en 552.
5.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 9 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 572.
6.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 9 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 576.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 581.
8.Het proces-verbaal van verhoor van [X] d.d. 9 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 648.
9.Ibidem.
10.Ibidem, pagina 649.
11.Ibidem, pagina 648.
12.Het proces-verbaal van verhoor van [X] d.d. 10 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 654.
13.Het geschrift, te weten een fraudeberekening van de Gemeente [woonplaats ], opgenomen op pagina 599 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
14.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] d.d. 10 juli 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 714.
15.Ibidem, pagina 711.