Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[A],
[B],
1.De inhoud van het vonnis
2.Het verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 26 juni 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 4 maart 2014.
3.De vaststaande, voor de rechtbank relevante feiten
Jaarlijkse huurbedragen
fl. 281.000
25.000,00
4.Het geschil
- voor recht verklaart dat [A] en [B] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van het tekort in het faillissement van de Stichting
- [A] en [B] hoofdelijk veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de curator te voldoen het bedrag ter hoogte van het tekort in het faillissement van de Stichting, nader op te maken bij staat
- [A] en [B] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
5.De beoordeling
- een ander herstellingsoord eveneens een bod van ƒ 2.000.000 op het perceel heeft uitgebracht
- het perceel ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst al een jaar te koop stond
- het terrein, anders dan waarvan de taxateur is uitgegaan, verontreinigd was.
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)