ECLI:NL:RBMNE:2014:1444

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 maart 2014
Publicatiedatum
15 april 2014
Zaaknummer
2668742 UE VERZ 14-4
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen en wijziging van omstandigheden

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Otocraat B.V. een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens gewichtige redenen, die voortvloeien uit een wijziging van omstandigheden. Het verzoek is ingediend op 31 december 2013 en ter zitting behandeld op 3 februari 2014. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor schikkingsonderhandelingen, maar uiteindelijk is het verzoek tot ontbinding afgewezen.

Otocraat B.V. heeft aangevoerd dat de financiële situatie van de onderneming zodanig slecht is dat vergaande bezuinigingen noodzakelijk zijn. De onderneming heeft te maken met zwaar verlieslatende resultaten en een substantieel negatief eigen vermogen. Otocraat heeft in het verleden activiteiten als franchisegever voor autoverhuur gehad, maar deze zijn gestaakt. De onderneming heeft personeel van De Utrechtse Bazaar overgenomen, maar de kantonrechter oordeelt dat de argumenten van Otocraat niet voldoende zijn om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen.

De kantonrechter overweegt dat de financiële situatie van De Utrechtse Bazaar, waar Otocraat personeel van heeft overgenomen, niet zodanig is dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] noodzakelijk is. De kantonrechter wijst erop dat er geen bewijs is dat de werknemers op de hoogte waren van de financiële problemen van Otocraat op het moment van de overname. Dit getuigt niet van goed werkgeverschap. Bovendien is er onvoldoende informatie over de verbonden vennootschappen en hun financiële situatie.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding afgewezen en Otocraat veroordeeld in de proceskosten van [verweerder]. De beschikking is gegeven door mr. J. Sap, kantonrechter, en openbaar uitgesproken op 7 maart 2014.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 2668742 UE VERZ 14-4 JS/4085

Beschikking van 7 maart 2014

inzake
de besloten vennootschap
Otocraat B.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Otocraat,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. M.R. van Hall,
tegen:

[verweerder],

wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [verweerder],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. E.J. Nieuwenhuys.

Het verloop van de procedure

Otocraat heeft op 31 december 2013 een verzoekschrift ingediend.
[verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is ter zitting van 3 februari 2014 behandeld. Daarvan is aantekening gehouden.
De zaak is vervolgens aangehouden voor schikkingsonderhandelingen.
Bij brief van 10 februari 2013 heeft [verweerder] om een uitspraak gevraagd.
Hierna is uitspraak bepaald.

De motivering

[verweerder] is geboren op [1978] en is op 6 maart 2010 in dienst getreden bij De Utrechtse Bazaar B.V. laatstelijk in de functie van Assistent Bedrijfsleider. Deze arbeidsovereenkomst is per 1 augustus 2012 overgenomen door Otocraat. [verweerder] heeft een arbeidsovereenkomst voor thans 36 uren per week tegen een salaris van €2.743,20 per maand, exclusief 8% vakantiebijslag. Zijn functie bij Otocraat is sedert 1 september 2013 die van medewerker Marketing en Communicatie.
Otocraat verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens gewichtige redenen bestaande uit een wijziging van omstandigheden. Zij legt aan het verzoek ten grondslag dat de resultaten van Diotima Holding, waaronder zowel Otocraat als De Utrechtse Bazaar B.V. vallen zodanig slecht zijn dat vergaande bezuinigingen noodzakelijk zijn. Weliswaar wordt binnen De Utrechtse Bazaar winst gemaakt en is ook het eigen vermogen positief; dat is niet het geval bij Otocraat. Die onderneming kampt al enige jaren met zwaar verlieslatende resultaten en zij heeft ook een substantieel negatief eigen vermogen. In het verleden had Otocraat als bedrijfsactiviteiten die van franchisegever voor autoverhuur, maar die activiteiten heeft zij moeten staken. Wegens fiscale redenen was het noodzakelijk dat er enige bedrijfsactiviteit plaatsvond en die werd gevonden in het overnemen van vrijwel het gehele personeel van De Utrechtse Bazaar, tegen de bij die zustermaatschappij geldende arbeidsvoorwaarden.
Voorts merkt Otocraat op dat de bedrijfsresultaten van De Utrechtse Bazaar geflatteerd zijn, want bepaalde financieringskosten en diverse huisvestingskosten zijn ten laste van Diotima Holding gebracht.
Omdat andere besparingen die Otocraat c.q. Diotima heeft doorgevoerd geen voldoende resultaat hebben opgeleverd, is beëindiging van onder meer de arbeidsovereenkomst met [verweerder] noodzakelijk. Otocraat voert daarbij aan dat zij geen ruimte heeft om een ontbindingsvergoeding te betalen.
[verweerder] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Op de standpunten van partijen zal de kantonrechter, hieronder waar nodig nader ingaan.
De kantonrechter zal het verzoek afwijzen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
Otocraat is in dienst getreden bij De Utrechtse Bazaar, een onderneming die de laatste jaren een positief resultaat van telkens meer dan 1 miljoen Euro behaalde en een eigen vermogen heeft van ruim 2,4 miljoen Euro in 2009 tot ruim 4 miljoen Euro in 2012.
Gesteld noch gebleken is dat deze onderneming, indien die apart wordt beschouwd, in een zodanige situatie verkeerde dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met onder meer [verweerder] noodzakelijk is. Weliswaar wordt gewezen op hogere huisvestingskosten na een verhuizing, maar dat betreft allereerst afspraken die gemaakt zijn met Diotima Holding, terwijl die Holding bovendien een schuld in rekening courant aan De Utrechtse Bazaar heeft van ruim 3 miljoen Euro.
In 2012 is echter de arbeidsovereenkomst met een groot aantal werknemers van De Utrechtse Bazaar overgenomen door Otocraat. Daaraan lagen (slechts) fiscale argumenten ten grondslag. Naar mag worden aangenomen gaat het hier om het fiscaal benutten van compensabele verliezen. Dat de werknemers op enige wijze op de hoogte zijn gebracht van het feit dat hun arbeidsovereenkomst werd overgenomen door een onderneming die in zeer moeilijke financiële omstandigheden verkeerde, is niet gebleken. Dat getuigt niet van goed werkgeverschap, zeker niet als reeds op het moment van de overname van het personeel duidelijk was dat fors moest worden bezuinigd binnen Otocraat.
Daarbij komt dat in deze procedure duidelijk is geworden dat sprake is van een groot aantal vennootschappen, die onderling met elkaar zijn verbonden en die kennelijk ook worden gebruikt om kosten op een voor de ondernemer zo gunstig mogelijke wijze toe te rekenen. Dat mag vanuit ondernemersoogpunt een legitiem doel zijn, als het gaat om de vraag of dit ook kan leiden tot een relatief gemakkelijke verschuiving van verantwoordelijkheden ten aanzien van het personeel, dient het antwoord negatief te zijn. Nu enerzijds niet is gebleken dat, indien geen sprake zou zijn van overname van het personeel van De Utrechtse Bazaar door Otocraat, de arbeidsovereenkomst met [verweerder] ook had moeten eindigen en anderzijds de informatie over de andere met Diotima Holding verbonden ondernemingen summier is geweest, kan de thans slechte situatie bij Otocraat, noch die bij Diotima Holding, een voldoende grondslag vormen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder].
Het verzoek wordt dus afgewezen. Otocraat zal in de kosten worden veroordeeld.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
veroordeelt Otocraat in de proceskosten aan de zijde van [verweerder], tot de uitspraak van deze beschikking begroot op € 500,00 aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2014.