ECLI:NL:RBMNE:2014:1334

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 januari 2014
Publicatiedatum
5 april 2014
Zaaknummer
16-661368-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing na veroordeling tot voorwaardelijke straf en nietigheid van oproeping

Op 31 januari 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 16/661368-13. Deze uitspraak betreft een beslissing na veroordeling tot voorwaardelijke straf van de verdachte, die eerder op 22 juli 2013 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De verdachte was verplicht om zich te houden aan bepaalde voorwaarden, waaronder deelname aan gedragsinterventies en meldingen bij de reclassering. De officier van justitie heeft op 31 januari 2014 een vordering ingediend om de niet ten uitvoer gelegde straf alsnog ten uitvoer te leggen, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden.

De verdachte is niet verschenen op de zitting, en zijn raadvrouwe, mr. C. van Oort, was aanwezig maar niet gemachtigd om namens de verdachte te spreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping van de verdachte niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is uitgereikt. Dit heeft geleid tot de overweging dat de rechtsgang niet correct is verlopen.

Gelet op artikel 14h van het Wetboek van Strafrecht heeft de rechtbank besloten dat de oproeping van de verdachte voor de zitting nietig is. Dit betekent dat de vordering van de officier van justitie niet kan worden behandeld, en de rechtbank heeft de oproeping van de verdachte voor de zitting van 31 januari 2014 ongeldig verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661368-13
Datum uitspraak: 31 januari 2014
BESLISSING NA VEROORDELING
TOT VOORWAARDELIJKE STRAF
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Midden-Nederland van 31 januari 2014, betreffende een onherroepelijk geworden vonnis van 22 juli 2013, in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1984],
wonende te [woonplaats], [adres].
Bij voormeld vonnis is [verdachte] voornoemd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, met bevel dat 3 maanden van die straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de daarbij op twee jaar vastgestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel niet heeft nageleefd de bij dat vonnis gestelde bijzondere voorwaarde, dat veroordeelde zich meldt bij de reclassering, deelneemt aan de gedragsinterventie GI-RN Cognitieve vaardigheden, GI GGZ Korte Leefstijltraining en GI RN Arbeidsvaardigheden en meewerkt aan psychodiagnostisch onderzoek.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt er toe dat de niet ten uitvoer gelegde straf alsnog zal worden ten uitvoer gelegd.

De procesgang

De veroordeelde is niet ter zitting verschenen. De raadvrouwe mr. C. van Oort is ter zitting aanwezig en verklaart niet te zijn gemachtigd om namens veroordeelde het woord te voeren.

Overweging

Uit de stukken is gebleken dat de oproeping van de veroordeelde niet is uitgereikt op een bij de wet voorgeschreven wijze.
De rechtbank heeft gelet op artikel 14h van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING:

De rechtbank verklaart de oproeping van de veroordeelde voor de zitting van heden nietig.
Aldus gedaan door mrs. M.P. Glerum, L.M.G. de Weerd en P.P.C.M. Waarts, bijgestaan door drs. E.M.S. Arduin als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 31 januari 2013.