ECLI:NL:RBMNE:2014:1326
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen van witwassen na onvoldoende bewijs van wetenschap en betrokkenheid
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 4 april 2014, stond de verdachte terecht voor de verdenking van medeplegen van witwassen. De zaak kwam voort uit een incident op 26 oktober 2012, waarbij de politie een BMW met verdachte en medeverdachten aanhield. Tijdens de controle werd een aanzienlijke hoeveelheid contant geld, in totaal € 27.950,-, aangetroffen onder de bijrijdersstoel van de auto. De officier van justitie stelde dat de verdachte samen met anderen dit geld had gewitwasht, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van het geld en slechts een lift had gekregen van de medeverdachten.
De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de verdachte wetenschap had van het geld in de auto of dat hij betrokken was bij het witwassen ervan. De rechtbank merkte op dat de verklaringen van de betrokkenen inconsistent waren en dat er geen duidelijke link was tussen de verdachte en het aangetroffen geld. Bovendien was er geen bewijs dat de verdachte of de medeverdachten zich als eigenaar van het geld hadden gemeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij samen met anderen geldbedragen had gewitwasht. Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat de in beslag genomen geldbedragen, waarvan de rechthebbende niet kon worden vastgesteld, onder bewaring worden gesteld ten behoeve van de rechthebbende. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.