ECLI:NL:RBMNE:2014:1325
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen van geldbedragen
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Marokko in 1988, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 4 april 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van witwassen van geldbedragen op 26 oktober 2012 in Utrecht. Tijdens de zitting op 21 maart 2014 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. J.H.L.C.H. Kuijpers, was gemachtigd om de verdediging te voeren. De tenlastelegging werd op de zitting gewijzigd en de rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging.
De officier van justitie stelde dat de verdachte samen met anderen geldbedragen had witgewassen, terwijl de verdediging betoogde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van het geld. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat op de bewuste avond een BMW met verdachte en medeverdachten werd gecontroleerd. In de auto werd een zak met € 27.950,- aangetroffen, en op de looproute van de verdachte werd nog eens € 600,- gevonden. De verdachte had daarnaast € 1.100,- bij zich.
De rechtbank concludeerde dat niet kon worden vastgesteld of de verdachte wetenschap had van het geld in de auto of op de looproute. Er was onvoldoende bewijs om te bepalen wie van de inzittenden van de BMW het geld had en of de verdachte enige kennis had van de aanwezigheid ervan. Daarom oordeelde de rechtbank dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het witwassen van geld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde en gelastte de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van € 1.100,- aan de verdachte, terwijl de andere geldbedragen in bewaring werden gesteld voor de rechthebbende.