Op 31 maart 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten die betrokken waren bij een schietpartij in de Stedenwijk in Almere op 25 oktober 2012. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van drie tot acht jaar. Een vierde verdachte werd vrijgesproken van betrokkenheid bij de schietpartij. De zaak begon met een ontmoeting tussen twee broers en een verdachte uit een rivaliserende groep, wat leidde tot een achtervolging en meerdere schietincidenten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, hoewel aanwezig bij de schietpartij, niet kon worden veroordeeld voor poging tot moord of doodslag, omdat zijn aandeel niet bewezen kon worden. Wel werd hij veroordeeld tot 106 dagen cel voor het bezit van anabole steroïden en een wapen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. E.M. van der Burg, en de verdediging van de verdachte, mr. S.F.J. Smeets, in overweging genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen en de verklaringen van getuigen en verdachten zorgvuldig gewogen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar hem wel schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van verboden middelen en een wapen. De rechtbank heeft de strafoplegging gemotiveerd en de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen bevolen.