In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno. De verdachte had in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 20 april 2010 te Bilthoven een groot aantal afbeeldingen en films in bezit, namelijk 64.807 foto's en 575 films, waarop seksuele gedragingen zichtbaar waren van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De verdachte heeft het feit bekend en werd als licht verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd vanwege psychologische problematiek, waaronder pedofilie en posttraumatische stressstoornis (PTSS). De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar, alsook een werkstraf van 240 uur. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de psychische toestand van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat het bezitten van kinderporno bijdraagt aan de instandhouding van de vraag naar dergelijke beelden en dat het noodzakelijk is om ook degenen die kinderporno bezitten aan te pakken. De verdachte heeft zich gemeld bij een behandelinstelling en heeft een behandeling ondergaan, wat positief is beoordeeld. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder verplicht contact met de reclassering en het ondergaan van een ambulante behandeling.