Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
subsidiairin de periode van 1 januari 2013 tot en met heden te Nieuwegein een telefoon heeft geheeld;
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
- een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 20 januari 2014, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten;
- een de verdachte betreffend rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 15 januari 2014, waaruit blijkt dat er zowel vanuit school als vanuit de politie zorgen zijn ten aanzien van het gedrag van verdachte – er is sprake van schoolverzuim, verdachte behaalt slechte resultaten op school en laat negatief gedrag zien – en waarin wordt geadviseerd om aan verdachte een deels voorwaardelijke werkstraf op te leggen onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich in het kader van de maatregel Hulp en Steun moet houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering;
- een de verdachte betreffend rapport van Bureau Jeugdzorg d.d. 24 februari 2014, waaruit blijkt dat verdachte vanuit een eerdere strafzaak zich reeds in het kader van een maatregel Hulp en Steun moet houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering en welk rapport ter terechtzitting door Bureau Jeugdzorg mondeling is aangevuld met de mededeling dat zij het niet nodig achten dat aan verdachte wederom een dergelijke maatregel wordt opgelegd.
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
60 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 30 dagen;
ten aanzien van feit 1– de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering;