RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/604112-11 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 10 juni 2013
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 mei 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte naar voren heeft gebracht.
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 12 maart 2008 tot en met 4 oktober 2011 kinderpornografische filmfragmenten in zijn bezit heeft gehad en/of heeft aangeboden.
3.1 Het standpunt van Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de dagvaarding geldig. Er is een collectiescan gemaakt van het kinderpornografisch materiaal dat op de onder verdachte in beslag genomen computer is aangetroffen. Van deze collectiescan is een omschrijving gegeven hoe deze collectie eruit ziet. Op basis daarvan is de tenlastelegging opgesteld. Deze wijze van ten laste leggen is in overeenstemming met hetgeen de Hoge Raad op dit punt heeft beslist bij arrest d.d. 20 december 2011 (LJN: BS1739).
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft geen verweer gevoerd tegen het door de officier van justitie ingenomen standpunt.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de dagvaarding geldig is.
Op grond van artikel 261, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering behelst de dagvaarding een opgave van het ten laste gelegde feit. De tenlastelegging dient een feitelijke omschrijving te omvatten van het strafbare feit dat de verdachte verweten wordt gepleegd te hebben.
De Hoge Raad heeft in dit verband op 20 december 2011 (LJN: BS1739) beslist dat aan de term ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ in de zin van artikel 240b, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Zonder feitelijke omschrijving van de afbeeldingen in de tenlastelegging voldoet de tenlastelegging niet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank stelt vast dat de tenlastelegging ziet op 14 filmfragmenten, waarvan nader omschreven is wat daarop te zien is. De tenlastelegging voldoet daarmee aan de vereisten van artikel 261 Wetboek van Strafvordering en is geldig.
Voor het overige heeft de rechtbank vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en dat de officier van justitie ontvankelijk is. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.2 Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft zijn eigen verdediging gevoerd en bekend dat hij het aan hem ten laste gelegde feit heeft begaan. Via het programma ‘[naam]’ downloadde verdachte kinderpornografische filmpjes. Verdachte zocht onder meer met de zoekterm ‘incest’ en wist dat daarmee de kans aanmerkelijk was dat hij dan kinderpornografisch materiaal downloadde. Telkens wanneer verdachte onder invloed van alcohol achter zijn computer zat, deed hij dit. Verdachte wist dat het downloaden en verspreiden van kinderporno strafbaar is.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft geen vrijspraak bepleit, zodat de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem tenlastegelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de volgende bewijsmiddelen:
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 27 mei 2013.
- Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 oktober 2011.
- Het proces-verbaal van [verbalisant 1] d.d. 21 juli 2008.
- Het proces-verbaal van [verbalisant 2] d.d. 24 september 2008.
- Het proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed van [A] en [B] d.d. 7 november 2011.
Gelet op het aantal filmfragmenten, alsmede de periode waarin verdachte het kinderpornografisch materiaal downloadde en verspreidde, is de rechtbank van oordeel dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van
a) 12 maart 2008 tot en met 31 december 2009 en
b) 1 januari 2010 tot en met 4 oktober 2011
meermalen afbeeldingen, te weten 14 films (fragmenten) telkens
a) in bezit heeft gehad en
b) aangeboden en verworven en in bezit heeft gehad en zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang tot die afbeeldingen heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- het oraal en vaginaal en anaal penetreren met de penis en (een) vinger(s)/hand en een voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
- het oraal en vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en (een) vinger(s)/hand en voorwerpen en de mond/tong en
- het betasten en aanraken van de geslachtsdelen en de billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en (een) vinger(s)/hand en een voorwerp en de mond/tong en
- het betasten en aanraken van de geslachtsdelen en billen en de borsten van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en (een) vinger(s)/hand en de mond/tong en
- het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en opgemaakt is/zijn en in (een) erotisch getinte houding(en) op een wijze die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en (waarna) door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en de uitsnede van de film(s) nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en borsten en billen in beeld gebracht worden en op sadomasochistische wijze poseren waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling en
- het masturberen bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en het ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en houden van een stijve penis naast het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft/hebben bereikt waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar betrokken is, aanbieden, in bezit hebben en zich de toegang daartoe verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1. De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en de volgende bijzondere voorwaarden:
- dat verdachte zich moet melden bij Reclassering Nederland. Hierna moet verdachte zich blijven melden zo frequent en zolang de Reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat verdachte wordt verplicht om zich ambulant te laten onderzoeken en behandelen bij een ambulante (forensisch/psychiatrische verslavingszorg) instelling of een soortgelijke ambulante zorginstelling, zulks ter beoordeling van de Reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- dat het verdachte, indien de Reclassering dit noodzakelijk acht, verboden wordt alcohol te gebruiken en verplicht wordt medewerking te verlenen aan urinecontroles.
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft verklaard het heel erg te vinden wanneer hij naar de gevangenis zou moeten. Wel is hij het met de officier van justitie eens dat het verschrikkelijke feiten zijn die hij begaan heeft. Verdachte wenst te benadrukken dat hij een blanco strafblad heeft en gemotiveerd is om van zijn alcohol- en seksverslaving af te komen. Hij zou graag meewerken aan een alcoholverbod.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het gewoonte maken van het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft gedurende een aantal jaren kinderpornografisch materiaal gedownload en gedeeld middels het internet. Op grond van de dossierstukken en het verhandelde ter terechtzitting is aannemelijk geworden dat verdachte 14 films in zijn bezit heeft gehad, waarvan hij er een viertal gedeeld heeft via het programma ‘[naam]’. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Delen en in bezit hebben van kinderporno is bijzonder verwijtbaar met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderpornografisch materiaal te downloaden, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen/downloaden of verspreiden.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal films dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen die daarop te zien zijn en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte d.d. 16 april 2013, waaruit volgt dat verdachte niet eerder wegens het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal is veroordeeld. Verdachte heeft een blanco strafblad.
De rechtbank heeft tevens rekening gehouden met het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 23 mei 2013 waarin wordt geadviseerd een voorwaardelijke straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij een alcohol- en seksverslaving heeft. Voor zijn alcoholverslaving heeft verdachte in het verleden een behandeling ondergaan, waaronder een klinische opname in [naam]. Momenteel is verdachte teruggevallen in alcoholgebruik. Hiervoor heeft hij zijn huisarts benaderd en er is contact gelegd met Victas. Verdachte heeft verklaard welwillend tegenover een alcoholverbod te staan. Hij ziet dit als stok achter de deur, zodat hij niet in alcoholgebruik zal terugvallen wanneer spanningen toenemen. Verdachte koppelt zijn alcoholgebruik aan het downloaden en bekijken van kinderporno. Door het alcoholgebruik zijn zijn grenzen vervaagd.
De rechtbank houdt in matigende zin rekening met de omstandigheid dat ruim één jaar en zeven maanden zijn verstreken tussen de doorzoeking in de woning van verdachte en de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen verdachte. Immers, op 4 oktober 2011 heeft een doorzoeking in de woning van verdachte plaatsgevonden. Ook het eerste verhoor van verdachte vond op die datum plaats. Tijdens dit verhoor bij de politie heeft verdachte direct een bekennende verklaring afgelegd. Het eindproces-verbaal is op 21 november 2011 gereed gekomen. Hierna heeft het onderzoek, om voor de rechtbank onduidelijke redenen, kennelijk lange tijd stilgelegen. Op 30 augustus 2012 is nog een kort proces-verbaal van bevindingen opgemaakt naar aanleiding van vragen van het Openbaar Ministerie aan de KLPD. Uiteindelijk heeft pas op 27 mei 2013 een eerste zitting, tevens inhoudelijke behandeling van de strafzaak, plaatsgevonden. Er is zodoende ruim één jaar en 7 maanden verstreken sinds het binnentreden ter inbeslagname in de woning van verdachte. Deze lange duur tussen de doorzoeking en de behandeling ter terechtzitting is met name gelegen in de periode tussen het indienen van het eindproces-verbaal en het op zitting aanbrengen van de strafzaak. Dit kan niet aan de verdachte worden toegerekend.
Hoewel de rechtbank, gelet op de ernst van het feit, een gevangenisstraf een passende straf acht, zal zij tot het opleggen daarvan niet overgaan. De gedateerdheid van het feit en het tijdsverloop maakt het opleggen van een gevangenisstraf niet langer passend. Om die reden zal de rechtbank overgaan tot het opleggen van een forse werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Voorts zal de rechtbank als bijzondere voorwaarden aan verdachte opleggen dat hij zich verplicht dient te laten behandelen bij aan ambulante zorginstelling en zal aan verdachte een alcoholverbod opgelegd worden met daaraan gekoppeld een proeftijd van drie jaren. De rechtbank acht het noodzakelijk een proeftijd van drie jaren op te leggen, gelet op het feit dat verdachte al eens voor zijn alcoholverslaving is behandeld en thans is teruggevallen.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Geldigheid van de dagvaarding
- Verklaart de dagvaarding geldig.
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert op:
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar betrokken is, aanbieden, in bezit hebben en zich de toegang daartoe
verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van
een communicatiedienst terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt
gemaakt.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 120 (honderdentwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden.
Beveelt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
4. dat veroordeelde zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet melden bij Reclassering Nederland (Vivaldiplantsoen 200, 3533 JE Utrecht). Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de Reclassering dit noodzakelijk acht;
5. dat veroordeelde wordt verplicht om zich ambulant te laten onderzoeken en behandelen bij een ambulante (forensisch/psychiatrische verslavingszorg) instelling of een soortgelijke ambulante zorginstelling, zulks ter beoordeling van de Reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
6. dat het veroordeelde verboden wordt alcohol te gebruiken en dat veroordeelde ten behoeve van de naleving van dit verbod dient mee te werken aan urinecontroles.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.P.H.M. Severeijns, voorzitter, mrs. A. van Maanen en C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.P. Stapel, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 juni 2013.
BIJLAGE : De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
a) 12 maart 2008 tot en met 31 december 2009 en/of
b) 1 januari 2010 tot en met 4 oktober 2011
te Zeist, in elk geval in Nederland,
één of meermalen een afbeelding(en), te weten 14 films (fragmenten) en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft
a) verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad en/of
b) verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in
bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang tot die afbeelding(en)
heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde
seksuele gedragingen bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een)
voorwerp(en) en/of de mond/tong) en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of de mond/tong) en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand
en/of de mond/tong) en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of in (een)
(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd
past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de film(s)
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld
gebracht worden en/of op sadomasochistische wijze poseren (waarbij) de
afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot
seksuele prikkeling en/of
- het masturberen boven/bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het ejaculeren op
het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft/hebben bereikt en/of houden van een (stijve) penis bij/naast het
lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar
seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht