ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2769
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter mr. E. Bongers in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 11 juni 2013 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van [Verzoeker], vertegenwoordigd door zijn gemachtigde R.V. Tjon. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een brief van de rechtbank van 14 mei 2013, waarin Tjon werd verzocht om het spoedeisend belang van zijn verzoek om een voorlopige voorziening te onderbouwen. Tjon stelde dat deze brief een vooringenomen oordeel van de behandelend rechter, mr. E. Bongers, inhield, wat volgens hem de onpartijdigheid van de rechter in gevaar bracht.
De rechtbank overweegt dat de norm voor wraking is vastgelegd in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. In dit geval heeft de rechtbank geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die wijzen op een persoonlijke vooringenomenheid van mr. Bongers jegens [Verzoeker].
De rechtbank concludeert dat het wrakingsverzoek ongegrond is, omdat de brief van 14 mei 2013 een standaardprocedure betreft en niet kan worden gezien als een indicatie van bevooroordeeldheid. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af en draagt de griffier op om een afschrift van de beslissing toe te zenden aan alle betrokken partijen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.