ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2445
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na herbeoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2013 een beslissing genomen over de verpleging van overheidswege van de heer [verdachte], die onder een gemaximeerde terbeschikkingstelling met dwangverpleging valt. De rechtbank heeft de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen als redenen aangevoerd om de verpleging niet voorwaardelijk te beëindigen. De heer [verdachte] is sinds 9 maart 2013 geplaatst op de Intensive Care Unit A, na een periode van separeer vanwege agressie-incidenten. Ondanks een positieve ontwikkeling op de ICU-A, is er geen sprake van een opbouw van verloven, gezien de eerdere incidenten en de instabiliteit van de heer [verdachte].
De rechtbank heeft deskundigen gehoord, waaronder J.G.M. de Natris van FPC Veldzicht en M. Dijkema van Tactus Reclassering. De deskundigen hebben aangegeven dat de huidige setting de beste optie is voor risicomanagement en dat een hoge verblijfsintensiteit en beveiligingsniveau noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft ook de risicotaxatie van FPC Veldzicht in overweging genomen, die aangeeft dat bij beëindiging van de terbeschikkingstelling de kans op gewelddadig gedrag hoog is.
De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling te herroepen en de verpleging niet voorwaardelijk te beëindigen, afgewezen. De verdediging heeft verzocht om schorsing van het onderzoek en om de heer [verdachte] te laten behandelen binnen het kader van de wet BOPZ. De rechtbank heeft echter geen aanleiding gezien om de mogelijkheid van een rechterlijke machtiging nader te onderzoeken. De beslissing is genomen in het licht van de uitspraak van de Hoge Raad van 12 februari 2013, die mogelijk invloed heeft op de beoordeling van de terbeschikkingstelling.