ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2415
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.M. van Lieshout
- Y. Telenga
- G.A.M. Peper
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters in voorlopige hechteniszaak
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 mei 2013 een verzoek tot wraking behandeld van [Verzoeker], die in voorlopige hechtenis was genomen. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de rechters die eerder hadden geoordeeld over de voorlopige hechtenis van [Verzoeker]. Tijdens de mondelinge behandeling was [Verzoeker] aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.F.M. Struycken. De voorzitter van de meervoudige raadkamer, mr. A. van Holten, en de officier van justitie, mr. A.J.S. Visser, waren ook aanwezig.
Mr. Struycken voerde aan dat de rechters partijdig waren, omdat zij eerder een beschikking hadden gegeven zonder de bezwaren van [Verzoeker] te motiveren. De rechtbank oordeelde dat de rechters niet in de wraking berustten en dat er geen sprake was van partijdigheid. De rechtbank benadrukte dat het gebruikelijk is dat rechters die eerder over voorlopige hechtenis oordelen, ook later in de procedure betrokken blijven.
De rechtbank toetste het wrakingsverzoek aan de normen van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het verzoek werd afgewezen, omdat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees voor gebrek aan onpartijdigheid rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat de eerdere bemoeienis van de rechters met de zaak van [Verzoeker] op zich niet voldoende was om aan te nemen dat zij partijdig waren.
De beslissing van de rechtbank was dat het wrakingsverzoek werd afgewezen en dat de procedure tegen [Verzoeker] voortgezet diende te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van schorsing vanwege het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.