ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2163
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot tenuitvoerlegging van jeugddetentie en verlenging proeftijd
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde jeugddetentie. De veroordeelde, geboren in 1993, had een jeugddetentie van drie maanden voorwaardelijk opgelegd gekregen, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden die hij niet had nageleefd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de begeleiding door Bureau Jeugdzorg niet goed is verlopen, mede door de houding van de veroordeelde, die zich niet aan afspraken hield en geen werk of opleiding volgde. De raadsvrouw van de veroordeelde heeft gepleit voor verlenging van de proeftijd en omzetting van de jeugddetentie naar een werkstraf, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van de officier van justitie deels moest worden toegewezen. De rechtbank heeft besloten dat 45 dagen van de voorwaardelijke jeugddetentie ten uitvoer gelegd moeten worden en de proeftijd met één jaar te verlengen, zodat de veroordeelde alsnog de benodigde hulp en begeleiding kan krijgen. De rechtbank heeft de omzetting naar een werkstraf afgewezen, gezien de ernst van het feit waarvoor de veroordeelde was veroordeeld. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft de beslissing genoteerd.