ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2117
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.W.G. de Beer
- E.A.A. van Kalveen
- P.K. van Riemsdijk
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de persoon van de verdachte met het oog op een eventueel op te leggen PIJ-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 maart 2013 een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. E. Julius. De rechtbank heeft de heropening van het onderzoek bevolen, omdat er behoefte was aan nader onderzoek naar de persoon van de verdachte in het kader van een mogelijke PIJ-maatregel. De rechtbank overweegt dat, op basis van de beschikbare bewijsmiddelen en de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging, een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit niet uitgesloten kan worden. Tegelijkertijd sluit de rechtbank een vrijspraak van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten niet uit. De rechtbank acht het noodzakelijk om deskundigen te horen, omdat er twijfels bestaan over de ontwikkeling van de verdachte en de vraag of hij daadwerkelijk in positieve zin is gegroeid of enkel sociaal wenselijk gedrag vertoont. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen tot 4 juni 2013, wanneer het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat. De rechtbank heeft ook de oproeping van getuigen en deskundigen bevolen, waaronder R. Haveman, GZ-psycholoog, en N.J.M. Beuk, kinder- en jeugdpsychiater, beiden werkzaam bij Forensisch Centrum Teylingereind. De zaak betreft ernstige strafbare feiten, waaronder afpersing en diefstal met geweld, gepleegd door de verdachte en anderen, waarbij slachtoffers onder druk zijn gezet om geld en goederen af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de zaak. De tenlastelegging is als bijlage aan het vonnis gehecht.