ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2108
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben vals geld en wapenbezit
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 23 juni 2011 in Wageningen werd beschuldigd van het voorhanden hebben van vals geld en het dragen van een honkbalknuppel, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 maart 2013 uitspraak gedaan. De verdachte werd bijgestaan door raadsman mr. J.B. Boone. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging. De verdediging voerde aan dat het bewijs onrechtmatig was verkregen door een onrechtmatige doorzoeking van de woning van de verdachte. De rechtbank heeft dit verweer echter onbesproken gelaten, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk valse bankbiljetten in voorraad had met de intentie deze als echt uit te geven. De valse bankbiljetten waren weliswaar aangetroffen in de woning van de verdachte, maar er ontbraken aanknopingspunten die erop wezen dat hij het oogmerk had om deze biljetten als echt uit te geven. Daarnaast werd de honkbalknuppel, die ook ten laste was gelegd, aangetroffen in de auto van de verdachte, terwijl hij niet in de auto aanwezig was. Dit leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van het dragen van een wapen zoals in de tenlastelegging was gesteld.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan de beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en de rechtsbescherming van de verdachte in het strafrecht.