ECLI:NL:RBMNE:2013:CA1839
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot betaling van wederrechtelijk verkregen voordeel in ontnemingszaak
In deze ontnemingszaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 maart 2013 uitspraak gedaan tegen de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor oplichting en het medeplegen van een gewoonte maken van witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten van in totaal € 2.672,95, gebaseerd op zestien aangiftes van oplichting. De officier van justitie vorderde dat de veroordeelde dit bedrag aan de Staat zou betalen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, maar na toewijzing van schadevergoedingen aan benadeelde derden, is het te betalen bedrag vastgesteld op € 660,75. De rechtbank overweegt dat de veroordeelde en haar mededader hoofdelijk aansprakelijk zijn voor dit bedrag. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het bedrag te matigen, gezien de financiële omstandigheden van de veroordeelde. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de veroordeelde en haar advocaat, mr. A. Taner, en is openbaar uitgesproken.