RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Parketnummer: 07.660156-12 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 31 mei 2013
[verdachte],
geboren op [1981] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Almere te Almere.
1 HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 9 augustus 2012. Nadien hebben behandelingen ter terechtzitting plaatsgevonden op 25 oktober 2012, 29 november 2012, 21 februari 2013 en 17 mei 2013, op welke laatste datum de inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden.
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 17 mei 2013 kennis genomen van de vordering van officier van justitie mr. M.A. Bult en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. R.A. van der Horst, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
De verdachte is, na een wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente Almere door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte meermalen, in ieder geval éénmaal, zijn, verdachtes, penis en/of zijn, verdachtes, vinger(s) en/of zijn, verdachtes, tong en/of (een) voorwerp(en) in/op/tegen de schaamlip(pen) en/of vagina van die [slachtoffer] gehad en/of gebracht, in ieder geval één of meerdere handelingen verricht, waardoor zijn, verdachtes, spermavloeistof en/of speekselvloeistof en/of celmateriaal en/of lichaamsvloeistof op/in/tussen die schaamlip(pen) en/of vagina is aangebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich bevonden heeft dichtgedaan en/of
- heeft getracht die [slachtoffer] te zoenen en/of
- die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden heeft gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis heeft getoond aan die [slachtoffer] en/of
- achter die [slachtoffer] is aangerend en/of
- die [slachtoffer] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of (daarbij) die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "Niet bellen.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en/of terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) (met kracht) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) heeft getrokken en/of getrokken heeft gehouden, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) (met kracht) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien het vorenstaande onder 1. niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers is/heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich bevonden dichtgedaan en/of
- getracht die [slachtoffer] te zoenen en/of
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [slachtoffer] en/of
- achter die [slachtoffer] aangerend en/of
- die [slachtoffer] bij het lichaam vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer] geslagen en/of (daarbij) die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Niet bellen.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [slachtoffer] gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en/of terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [slachtoffer] gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich in een afgesloten garage(box) bevonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1. niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente Almere, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), immers is/heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich bevonden dichtgedaan en/of
- getracht die [slachtoffer] te zoenen en/of
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [slachtoffer] en/of
- achter die [slachtoffer] aangerend en/of
- die [slachtoffer] bij het lichaam vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer] geslagen en/of (daarbij) die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Niet bellen.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [slachtoffer] gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en/of terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [slachtoffer] gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijfniet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten verkrachting en/of feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren, immers is/heeft verdachte opzettelijk meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich bevonden dichtgedaan en/of
- getracht die [slachtoffer] te zoenen en/of
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [slachtoffer] en/of
- achter die [slachtoffer] aangerend en/of
- die [slachtoffer] bij het lichaam vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer] geslagen en/of (daarbij) die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Niet bellen.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [slachtoffer] gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en/of terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [slachtoffer] gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 2. niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet, meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich bevonden heeft dichtgedaan en/of
- achter die [slachtoffer] is aangerend en/of
- die [slachtoffer] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee) getrokken en/of
- op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en/of terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) heeft getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 2. niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- achter die [slachtoffer] is aangerend en/of
- die [slachtoffer] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee) getrokken en/of
- op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer]
- ten val kwam en/of terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) heeft getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [slachtoffer] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Inleiding
Op de avond van vrijdag 27 april 2012 staan twee mannen bij een tankstation aan de [adres] te Almere. Een van hen hoort gegil van een vrouw, komend uit de richting van een garagebox achter het tankstation. Hij belt 112 en blijft zicht houden op het pand. Op enig moment komt een man uit de garagebox. Wanneer de politie arriveert, betreden de agenten het pand en treffen een vrouw aan, liggend op de grond en buiten bewustzijn. De vrouw is gewond en bebloed. De man wordt aangehouden; hij is genaamd [verdachte] en is de eigenaar van het in de garagebox gevestigde garagebedrijf. De vrouw wordt naar het ziekenhuis gebracht en legt nog dezelfde nacht een verklaring af waarbij zij aangifte doet van zware mishandeling en poging tot doodslag. Betreffende een bij de vrouw afgenomen onderzoeksset zedendelicten verricht het Nederlands Forensisch Instituut onderzoek naar biologische sporen en DNA-sporen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte de hem onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde feiten heeft begaan. De officier van justitie heeft zich daarbij gebaseerd op de nader in het ter terechtzitting van 17 mei 2013 overgelegde schriftelijk requisitoir omschreven gronden, waarbij zij in het bijzonder heeft gewezen op de aangifte en verklaring van het slachtoffer [slachtoffer], het proces-verbaal van bevindingen van het onderzoek in de garagebox en de resultaten van het onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut naar de bij het slachtoffer afgenomen onderzoeksset zedendelicten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de aan verdachte in verschillende varianten onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten en heeft bepleit de verdachte van deze feiten vrij te spreken. De verdediging heeft daarbij gewezen op de in de ter terechtzitting van 17 mei 2013 overgelegde schriftelijke pleitnotities omschreven gronden, inhoudende dat geen sprake is geweest van enig zedendelict en dat er geen aanwijzingen zijn voor een aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van de stukken van het onderliggende strafdossier en van hetgeen bij voornoemde onderzoeken ter terechtzitting naar voren is gebracht.
Op grond van de verklaringen van slachtoffer [slachtoffer] en verdachte staat vast dat zij op de avond van 27 april 2012 aanwezig waren in het garagebedrijf van verdachte, gevestigd in een garagebox aan de [adres] te Almere. Uit de verklaring van [slachtoffer] blijkt niet van de aanwezigheid van een ander of anderen dan verdachte en haarzelf, terwijl verdachte verklaart “We waren daar met z’n tweeën” . Dit laatste wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige] die, nadat hij gegil van een vrouw had gehoord, zicht heeft gehouden op de garagebox en geen andere perso(o)n(en) heeft gezien dan de man die nadien is aangehouden en door het proces-verbaal van bevindingen waarin slechts wordt gerelateerd over het ter plaatse aantreffen van verdachte en [slachtoffer]. Gelet op het voorgaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat alleen verdachte en [slachtoffer] in het garagebedrijf aanwezig waren.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij gegil van een vrouw heeft gehoord. Nadat hij naar de garagebox was gelopen, hoorde hij de vrouwenstem nog een keer. Hij verklaart dat de stem zei “Doe het niet, niet doen, niet doen” en dat hij aan haar stem hoorde dat ze geëmotioneerd was en bang. Deze getuige blijft vervolgens buiten tot de politie arriveert. Over hetgeen in de garagebox heeft plaatsgevonden verklaren [slachtoffer] en verdachte beiden dat een handgemeen is ontstaan waarbij verdachte met zijn vuist tegen het hoofd van [slachtoffer] heeft geslagen. Verdachte verklaart dat [slachtoffer] hem begon uit te lachen en voorts: “Het was niet zo leuk voor mij. Ik heb haar aan de voorkant van haar jas gepakt”. Vervolgens lopen de verklaringen van verdachte en [slachtoffer] uiteen, in die zin dat [slachtoffer] verklaart dat verdachte haar heeft gevraagd hoe lang zij al geen seks had gehad, hij zijn geslachtsdelen liet zien, haar heeft belaagd en gewurgd, terwijl verdachte dit alles ontkent.
Gelet op voornoemde verklaring van getuige [getuige] over het gegil van een vrouw, de verklaringen van verdachte en [slachtoffer] dat sprake is geweest van een handgemeen waarbij verdachte met zijn vuist op het hoofd van [slachtoffer] heeft geslagen en de omstandigheid dat de ter plaatse gearriveerde agenten [slachtoffer] in bewusteloze toestand op de grond van de garagebox aantroffen , zij slechts een zwakke hartslag konden waarnemen en zagen dat rond haar gehele hals ter hoogte van haar keel rode bloeduitstortingen zaten en [slachtoffer] zelfs na enkele minuten nog niet reageerde op pijnprikkels, gaat de rechtbank uit van de juistheid van de verklaringen van [slachtoffer], aangezien de toestand waarin [slachtoffer] is aangetroffen niet valt te rijmen met de verklaring van verdachte. Zij acht de ontkennende verklaring van verdachte dan ook ongeloofwaardig.
De rechtbank bezigt voor het bewijs de navolgende door [slachtoffer] afgelegde verklaring :
“A (aangeefster): Ik hoorde dat hij vroeg: “Hoe lang heb jij al geen seks gehad?” … Ik keek op en ik zag zijn geslachtsdelen. … Ik wilde naar de deur rennen. De deur was dicht. … Wat ik dacht: “Hier weg, hier weg”. … Ik rende een paar rondjes om de auto heen, zodat hij mij niet kon pakken. Ik rende voor de tweede maal naar de deur, maar de deur was niet open. Hij rende achter mij aan. Hij pakte mij aan mijn haren beet en trok mij mee. Ik probeerde los te komen. … Hij deed het touw om mijn nek. Vervolgens nam hij mij mee naar achteren. … Hij gaf mij een paar klappen op mijn hoofd. Ik smeekte hem om te stoppen. Voordat ik het weet viel ik op de grond. Ik probeerde weg te gaan. Hij pakte mijn nek beet. …
Het enige wat ik nog weet, volhouden, niet dood gaan, volhouden. … Ik dacht op dat moment dat dit het einde van mijn leven zou zijn. ... Voordat ik het wist zag ik een ambulancebroeder voor mij.
…
V (verbalisant): Hoever was die broek omlaag?
A: Halverwege. ... Je zag zijn hele ding.
V: De stand van zijn geslachtsdeel?
A: Omhoog.
V: Hoe noem je dat?
A: Stijf.
…
A: … Ik had mijn telefoon gepakt. Ik wilde bellen, maar kon niet bellen. Ik trilde. Voordat ik kon bellen sloeg hij de telefoon uit mijn hand. Ik hoorde dat hij zei: “Niet bellen. Niet bellen.
…
A: hij gaf mij met zijn vuist een paar klappen op mijn hoofd. Toen viel ik. Hij probeerde mij te wurgen met zijn handen. … Ik raakte bewusteloos.
…
V: Waar raakte je bewusteloos?
A: Bij die slang.
O (opmerking verbalisant): Tijdens het korte informatief gesprek heb je ook verteld dat hij jou probeerde te zoenen.
A: … Ik zag dat hij met zijn lichaam en hoofd naar voren kwam. En hij deed zijn lippen zoals een zoen. Ik hield hem tegen en duwde hem weg.”
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de onder 2. primair ten laste gelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.
Ter zake de opzet van verdachte om [slachtoffer] van het leven te beroven, overweegt de rechtbank dat verdachte met zijn vuist tegen het hoofd van [slachtoffer] heeft geslagen en de keel van [slachtoffer] heeft dichtgeknepen waardoor zij het bewustzijn heeft verloren en geen of nauwelijks adem kon halen. Uit de zeer ernstige toestand waarin [slachtoffer] werd aantroffen blijkt dat het handelen van verdachte fors, krachtig en gewelddadig is geweest. Gelet op deze omstandigheden staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte op dat moment willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer als gevolg van (één of meer van) deze gedragingen zou komen te overlijden. De kans dat een persoon komt te overlijden ten gevolge van dergelijke gedragingen is naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk te achten. In die zin kan naar het oordeel van de rechtbank opzet bewezen worden verklaard in de vorm van voorwaardelijk opzet.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de onder 1. primair en onder 2. primair ten laste gelegde verkrachting het navolgende.
Zoals hiervoor is overwogen, gaat de rechtbank uit van de juistheid van de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen, inhoudende onder meer dat verdachte een seksueel getinte opmerking heeft gemaakt, zijn broek heeft laten zakken en zijn stijve penis aan [slachtoffer] heeft getoond. De rechtbank maakt hieruit op dat verdachte uit was op seksueel contact met [slachtoffer].
Bij [slachtoffer] is een onderzoeksset zedendelicten afgenomen. Het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag heeft onderzoek gedaan naar biologische sporen en een DNA-onderzoek uitgevoerd. Uit het rapport van het NFI d.d. 23 november 2012 blijkt dat de bemonsteringen welke bij [slachtoffer] zijn afgenomen van de buitenste schaamlippen en de binnenste schaamlippen speeksel of ander celmateriaal bevatten dat afkomstig kan zijn van verdachte. In het rapport is dit omschreven als een “aanwijzing voor de aanwezigheid van speeksel”. In voornoemde bemonsteringen is Y-chromosomaal DNA aangetroffen dat overeenkomt met het Y-chromosomaal DNA van verdachte.
Andere, in de mannelijke lijn aan verdachte verwante mannen hebben hetzelfde Y-chromosomaal DNA-profiel en kunnen derhalve eveneens donor zijn van het in de bemonsteringen aangetroffen materiaal. Echter, zoals hiervoor reeds is overwogen, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat alleen verdachte en [slachtoffer] in het garagebedrijf aanwezig waren. Andere, in de mannelijke lijn aan verdachte verwante mannen, kunnen derhalve worden uitgesloten als mogelijke donor van het aangetroffen materiaal.
Van de zijde van de verdediging is betoogd dat het aangetroffen materiaal mogelijk op de buitenste en binnenste schaamlippen terecht is gekomen doordat [slachtoffer] naar het toilet is geweest of zich heeft gekrabd of bevoeld.
[slachtoffer] is ter terechtzitting van 17 mei 2013 als getuige gehoord waarbij zij heeft verklaard dat zij niet zelf, maar dat de onderzoeker in het ziekenhuis haar legging heeft uitgetrokken, dat zij voorafgaand aan het onderzoek waarbij de bemonsteringen zijn afgenomen zelf niets heeft gedaan en dat zij eerst ná het onderzoek naar het toilet is geweest. Nu naar het oordeel van de rechtbank ook overigens geen aanwijzingen bestaan voor het door de raadsman geschetste scenario, acht de rechtbank dat niet aannemelijk geworden.
Gelet op het hiervoor overwogene komt de rechtbank tot de conclusie dat het in de bij [slachtoffer] van de buitenste en binnenste schaamlippen afgenomen bemonsteringen aanwezige speeksel of ander celmateriaal afkomstig is van verdachte en dat het hierbij gaat om contactsporen welke zijn nagelaten door aanraking van de buitenste en binnenste schaamlippen van [slachtoffer] door verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank is in geval van een zodanige aanraking sprake van een vorm van binnendringen in het lichaam met een seksuele strekking welke onder de reikwijdte van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht valt. De rechtbank acht derhalve de onder 1. primair en onder 2. primair ten laste gelegde verkrachting wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1. primair:
hij op 27 april 2012 in de gemeente Almere door geweld of andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis en/of zijn, verdachtes, vinger(s) en/of zijn, verdachtes, tong in/op/tegen de schaamlippen en/of vagina van die [slachtoffer] gehad en/of gebracht, in ieder geval handelingen verricht, waardoor zijn, verdachtes, speekselvloeistof op/tussen die schaamlippen en/of vagina is aangebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en die [slachtoffer] zich bevonden heeft dichtgedaan en
- heeft getracht die [slachtoffer] te zoenen en
- die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?" en
- zijn, verdachtes, broek naar beneden heeft gedaan en
- zijn, verdachtes, (stijve) penis heeft getoond aan die [slachtoffer] en
- achter die [slachtoffer] is aangerend en
- die [slachtoffer] bij het lichaam heeft vastgepakt en
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee)getrokken en
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer] heeft geslagen en (daarbij) die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "Niet bellen." en
- op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of een startkabel om de nek van die [slachtoffer] heeft gedaan/gewikkeld en (vervolgens) (met kracht) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel heeft getrokken en getrokken heeft gehouden, waardoor die [slachtoffer] het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) (met kracht) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
en (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2. primair:
hij op 27 april 2012 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot vorenomschreven doodslag werd vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten verkrachting en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren, immers heeft verdachte opzettelijk (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en die [slachtoffer] zich bevonden dichtgedaan en
- getracht die [slachtoffer] te zoenen en
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?" en
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [slachtoffer] en
- achter die [slachtoffer] aangerend en
- die [slachtoffer] bij het lichaam vastgepakt en
- die [slachtoffer] aan de haren en/of aan het lichaam (mee)getrokken en
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer] geslagen en/of (daarbij) die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Niet bellen." en
- op het hoofd van die [slachtoffer] gestompt en/of geslagen, waardoor die [slachtoffer] ten val kwam en terwijl die [slachtoffer] zich op de grond bevond en
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of een startkabel om de nek van die [slachtoffer] gedaan/gewikkeld en (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel getrokken en getrokken gehouden, waardoor die [slachtoffer] het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [slachtoffer] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen, waardoor die [slachtoffer] het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Van het onder 1. primair en 2. primair meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Feit 1. primair: verkrachting
Feit 2. primair: poging tot doodslag, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren.
De rechtbank heeft kennis genomen van een de verdachte betreffend rapport d.d. 21 maart 2013, uitgebracht door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht, opgemaakt en ondertekend door F.R. Kruisdijk, psychiater, en E.J. Muller, psycholoog. Blijkens dit rapport is bij verdachte geen sprake van een psychische stoornis en kan worden gesteld dat verdachte ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde niet op basis van een stoornis werd belemmerd in zijn keuze- en handelingsvrijheid. In het rapport wordt geconcludeerd verdachte te beschouwen als volledig toerekeningsvatbaar.
De rechtbank neemt de in voornoemd rapport d.d. 21 maart 2013 vervatte conclusie betreffende de volledige toerekeningsvatbaarheid van verdachte op de daarvoor in dat rapport bijeengebrachte gronden over.
De feiten en de verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1. primair en 2. primair bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar onvoorwaardelijk, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op de bepleite vrijspraak van het aan verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde, verzocht om geen straf op leggen. Voor het geval de rechtbank verdachte niet van beide feiten vrijspreekt, heeft de raadsman verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waartoe onder meer behoren dat verdachte een hardwerkende man is en een stabiele thuissituatie heeft met zijn vrouw en kinderen, hij niet eerder heeft vastgezeten en dat er geen aanwijzingen zijn dat sprake is van recidivegevaar. Onder die omstandigheden verzoekt de raadsman een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest en eventueel een voorwaardelijk op te leggen straf, al dan niet met voorwaarden.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank overweegt dat verdachte voor het slachtoffer [slachtoffer] een zeer bedreigende situatie heeft doen ontstaan door haar seksueel te benaderen en, nadat [slachtoffer] duidelijk had gemaakt dat zij hiervan niet was gediend, haar te belagen, met de vuist tegen het hoofd te slaan en pogen te wurgen. Het slachtoffer heeft op enig moment gedacht dat dit het einde van haar leven zou zijn, hetgeen buitengewoon beangstigend voor haar is geweest zoals onder meer blijkt uit haar ter zitting voorgelezen slachtofferverklaring.
Door aldus te handelen heeft verdachte op een grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van [slachtoffer]. [slachtoffer] was niet bij machte om zich aan deze situatie te onttrekken vanwege de gewelddadige opstelling van verdachte en het feit dat de ruimte waarin zij zich op dat moment bevonden door hem was afgesloten. Verdachte heeft geen rekening gehouden met de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer, voor wie deze ervaring traumatisch moet zijn geweest. Bovendien overweegt de rechtbank dat het handelen van verdachte in het algemeen gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving teweeg brengt.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een straf welke vrijheidsbeneming meebrengt. De rechtbank acht een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf passend en geboden, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank overweegt dat ter zake de onder 1. primair en 2. primair bewezen verklaarde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht en dat zij, gelet op het bepaalde in voornoemd artikel, bij de bepaling van de strafmaat zal uitgaan van de strafbepaling waarop de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
Ter zake de hoogte van de aan verdachte op te leggen vrijheidsstraf overweegt de rechtbank dat met betrekking tot de artikelen 287 en 288 van het Wetboek van Strafrecht geen richtlijnen zijn opgenomen in de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. De oriëntatiepunten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gaan uit van een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren voor doodslag (artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht).
De rechtbank heeft voornoemd oriëntatiepunt als uitgangspunt genomen bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf. De rechtbank overweegt daarbij enerzijds dat sprake is van een poging tot doodslag en anderzijds dat het gaat om een gekwalificeerde doodslag als bedoeld in artikel 288 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft ten slotte rekening gehouden met:
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 30 januari 2013;
- een psychiatrisch rapport d.d. 2 november 2012, uitgebracht door C.J.F. Kemperman, psychiater, ingeschreven als deskundige in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen;
- een psychologisch rapport d.d. 21 november 2012, uitgebracht door drs. M. van Heteren, GZ-psycholoog, ingeschreven als deskundige in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen;
- een reclasseringsadvies d.d. 26 november 2012, uitgebracht door A. Wierts, reclasseringswerker van Reclassering Nederland, RN Adviesunit Lelystad te Lelystad;
- een Rapport d.d. 21 maart 2013, uitgebracht door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht, opgemaakt en ondertekend door F.R. Kruisdijk, psychiater, en E.J. Muller, psycholoog.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar passend en geboden.
Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer] zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van de aan verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 20.782,07, bestaande uit € 3.282,07 materiële schade en € 17.500,-- immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, met uitzondering van de gevorderde kosten voor het herstel van de auto wegens het ontbreken van een direct verband met de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie vordert aldus toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 19.341,18.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op de bepleite vrijspraak van het onder 1. en 2. ten laste gelegde, primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering. Subsidiair heeft de raadsman gesteld dat de gevorderde kosten voor het herstel van de auto en voor de huishoudelijke hulp afgewezen dienen te worden wegens het ontbreken van een direct verband met het ten laste gelegde. Ter zake de immateriële schade heeft de raadsman gesteld dat sprake is van een geweldsdelict zonder blijvende lichamelijke gevolgen.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van de onder 1. primair en 2. primair bewezen verklaarde feiten. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 11.061,18, bestaande uit € 1.061,18 materiële schade en € 10.000,-- immateriële schade, vermeerderd met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege bij wijze van voorschot toewijsbaar.
De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een geldsom van € 11.061,18 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in haar vordering voor zover dit betreft de gevorderde kosten voor het herstel van de auto en de huishoudelijke hulp. De rechtbank overweegt daartoe dat niet is gebleken van een rechtstreeks verband als bedoeld in artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering tussen deze kosten en de bewezen verklaarde feiten.
De vordering van de benadeelde partij levert naar het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade een onevenredige belasting op van het strafgeding. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in de vordering voor dat deel niet ontvankelijk is en dat de vordering ter zake dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
10 TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 55, 57, 242 en 288 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1. primair en 2. primair meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te [woonplaats], van een bedrag van € 11.061,18 (zegge: elfduizend eenenzestig euro en achttien cent), te voldoen bij wijze van voorschot, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop de thans bewezen verklaarde feiten jegens de benadeelde partij werden gepleegd, te weten 27 april 2012, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 11.061,18 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 90 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] voor wat het meer gevorderde betreft in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Blomsma, voorzitter, mrs. A. van Holten en F.H. Schormans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.R. Horst, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2013.