ECLI:NL:RBMNE:2013:CA0690
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstel van identiteit na onterechte doodverklaring
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2013 uitspraak gedaan over het verzoek van de officier van justitie tot doorhaling van een akte van lijkvinding. De zaak betreft een vrouw die in 1987 dood was verklaard, maar die in werkelijkheid in leven bleek te zijn. Tijdens een besloten zitting op 18 april 2013 heeft de officier van justitie, ondersteund door een DNA-onderzoek uitgevoerd door het NFI in 2012, aangetoond dat de vrouw inderdaad de persoon is die ten onrechte als overleden was geregistreerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de vrouw de identiteit van de overleden persoon kan claimen.
De rechtbank heeft de feiten en het verzoek van het openbaar ministerie zorgvuldig beoordeeld. De akte van lijkvinding, die op 13 april 1987 was opgemaakt, is ten onrechte ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vrouw, die ter zitting aanwezig was, haar identiteit terug wilde en dat er voldoende bewijs was om haar verzoek te honoreren. De rechtbank heeft de doorhaling van de akte gelast, zoals vereist in artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
De beslissing van de rechtbank is van groot belang voor de betrokken vrouw, die nu haar identiteit kan herstellen na jarenlang onterecht als overleden te zijn beschouwd. Dit geval benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid in de registratie van persoonsgegevens en de impact van juridische beslissingen op het leven van individuen.