ECLI:NL:RBMNE:2013:CA0040

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
16/656583-12 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afpersing van een buschauffeur onder bedreiging met een schaar

In de nacht van 7 op 8 december 2012 heeft de verdachte, onder invloed van alcohol en drugs, een buschauffeur overvallen in Utrecht. De verdachte toonde een schaar aan de buschauffeur om hem te intimideren en dwong hem tot afgifte van geld en goederen. De rechtbank heeft op 25 maart 2013 uitspraak gedaan in deze strafzaak, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict, wat werd bevestigd door een psychiatrisch rapport. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de kwetsbare positie van buschauffeurs in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft bekend en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd voor reclasseringstoezicht en behandeling van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/656583-12 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 25 maart 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
gedetineerd in het Huis van Bewaring Wolvenplein te Utrecht.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 maart 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat mr. S. Makhloufi naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 8 december 2012 te Utrecht een buschauffeur onder bedreiging met een schaar heeft bestolen.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de nacht van 7 op 8 december 2012 onder bedreiging van een schaar buschauffeur [slachtoffer] heeft overvallen. De officier van justitie baseert zich daarbij op de aangifte van [slachtoffer] en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte heeft bekend dat hij buschauffeur [slachtoffer] heeft overvallen. Verdachte heeft aangegeven niet de bedoeling te hebben gehad om de buschauffeur iets aan te doen. Verdachte heeft nimmer de woorden “steek” of “steken” tegen de buschauffeur gezegd. Ook uit de verklaringen van de getuigen kan niet worden afgeleid dat verdachte de woorden “steek” of “steken” heeft gebruikt. De verdediging is van mening dat dit facet van de tenlastelegging niet kan worden bewezen.
De verdediging heeft voorts aangevoerd dat de combinatie van de genuttigde hoeveelheid alcohol en drugs ervoor heeft gezorgd dat verdachtes impulscontrole en besluitvorming gehinderd werden. Het wilsonvermogen van verdachte om stil te staan bij de handeling, de oorzaak en het gevolg vervlakt het bestanddeel wederrechtelijkheid op het toe-eigenen van het goed. Er is wat de verdediging betreft in die context bij verdachte geen sprake van de beoogde wederrechtelijke bevoordeling.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak
De rechtbank heeft niet de overtuiging bekomen dat verdachte de woorden “steek” en/of “steken” heeft geroepen tegen [slachtoffer]. De rechtbank overweegt daartoe dat zich in het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevinden waaruit volgt dat verdachte deze woorden heeft geroepen. De rechtbank zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van de ten laste gelegde woorden “steek” en “steken”.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem ten laste gelegde feit heeft begaan. Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen dienaangaande:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de aangifte van [slachtoffer].
Aanvullende bewijsoverweging
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het verweer van de raadsvrouw dat verdachte niet het oogmerk had om zich wederrechtelijk te bevoordelen feitelijke grondslag mist. Voorzover verdachtes beperkte impulscontrole en besluitvorming de wederrechtelijke bevoordeling in de weg zouden staan, kan dit verweer worden weerlegd gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij geen geld en eten meer had en om die reden een schaar pakte en zijn woning verliet om, met behulp van die schaar, aan geld te komen.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 08 december 2012 te Utrecht met het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
- ongeveer 60 euro en
- vier boekjes toebehorende aan GVU NV, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte,
- een schaar op ongeveer 20 centimeter van het hoofd van die [slachtoffer] heeft gehouden en
- die [slachtoffer] de volgende woorden heeft toegevoegd: "geef me je geld" en
"ik wil geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als afpersing.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
De rechtbank heeft zich over de persoon van verdachte laten voorlichten door psychiater drs. E. Uittenbogaart. Op 15 februari 2013 heeft de psychiater een rapport uitgebracht. De psychiater concludeert dat er sprake is van langdurige cannabisafhankelijkheid, alcoholafhankelijkheid, een psychotische stoornis NAO en - in de jeugd vastgestelde - ADD. Ten tijde van het tenlastegelegde speelden in ieder geval de verslavings- en psychotische problematiek. Verdachte was onder invloed van alcohol en cannabis ten tijde van het tenlastegelegde, waardoor impulscontrole en besluitvorming gehinderd werden. De combinatie van stoornissen, waarbij de invloed van zijn ADD niet goed te taxeren is in zijn huidige conditie, maakte dat verdachte nauwelijks meer in staat was te functioneren of in staat het tij zelf te laten keren. De psychiater adviseert om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten ten tijde van het tenlastegelegde.
De rechtbank neemt het oordeel van de psycholoog over en is derhalve van oordeel dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1. De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door hem bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot gevangenisstraf van 16 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van twee jaren en verplicht reclasseringstoezicht, een meldingsgebod en een behandelverplichting.
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de omstandigheden waaronder het delict is begaan. Uit het psychiatrisch onderzoek is gebleken dat verdachte tijdens het plegen van het delict verminderd toerekeningsvatbaar was. Een behandeling bij Kade 17 onder reclasseringscontact kan ervoor zorgen dat verdachte zijn leven weer terug krijgt. Verdachte is nooit eerder in contact met justitie en politie geweest. Er is geen recidiverisico. Er is geen belang bij voortzetting van de detentie. De verdediging is van mening dat deze zaak kan worden afgedaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf en een behandelverplichting.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in de nacht van 7 op 8 december 2012 onder invloed van alcohol en drugs
buschauffeur [slachtoffer] overvallen. Verdachte heeft de buschauffeur een schaar getoond om hem angst aan te jagen en zo de beroving gemakkelijk te maken. Dat de buschauffeur zeer angstig was, blijkt uit zijn verklaring bij de politie en uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting. Verdachte heeft verklaard dat hij schrok van de angstige blik in de ogen van de buschauffeur.
De rechtbank acht dit feit zeer verwerpelijk en rekent verdachte dit zwaar aan. Buschauffeurs bevinden zich tijdens hun werk in een kwetsbare positie. Zij zitten achter het stuur in een kleine ruimte en kunnen letterlijk geen kant op wanneer zij zich geconfronteerd zien met agressie en geweld. Voorts brengt geweld tegen buschauffeurs een groot gevoel van maatschappelijke onrust en brede maatschappelijke verontwaardiging teweeg. Buschauffeurs moeten hun publieke taak in rust en veiligheid kunnen uitvoeren.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 26 februari 2013 waaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
- een verdachte betreffend psychiatrisch onderzoek pro justitia d.d. 15 februari 2013, opgesteld door drs. E. Uittenbogaart, AIOS psychiatrie, inhoudende de conclusie dat bij verdachte sprake is van een langdurige cannabisafhankelijkheid, alcoholafhankelijkheid, een psychotische stoornis NAO en in de jeugd vastgestelde ADD die zijn keuzes en gedrag beïnvloedden. Bij het voortbestaan of terugvallen in de beschreven stoornissen is de kans op herhaling matig verhoogd. Vooral bij een terugval in alcoholafhankelijkheid in combinatie met de psychosociale problemen is het risico op herhaling vergroot. Verdachtes problematiek veronderstelt een langdurig behandeltraject, dat zoveel mogelijk ambulant plaats moet vinden om rehabilitatie en resocialisatie te laten slagen. Het advies is om hem de voorwaarde op te leggen zich te laten behandelen onder reclasseringstoezicht. Daarnaast wordt geadviseerd om begeleiding/training bij het wonen, alsook enige vorm van financieel beheer als voorwaarde op te leggen;
- een hem betreffend rapport van Reclassering Nederland d.d. 26 februari 2013, opgemaakt door B. Frankes, reclasseringswerker, inhoudende het advies om aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod, behandelverplichting en andere voorwaarden het gedrag van verdachte betreffende.
De rechtbank neemt de conclusies uit bovenstaande rapporten over en maakt deze tot de hare. Gelet op de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de oprechtheid en goede wil die van verdachte uitgaat, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf passend en geboden is, met dien verstande dat de rechtbank een langere proeftijd dan geëist zal opleggen. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van 16 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten en een proeftijd van drie jaren.
Tevens acht de rechtbank het noodzakelijk dat verdachte intensief begeleid en zo nodig behandeld wordt. De rechtbank zal daarom aan verdachte de na te noemen bijzondere voorwaarden opleggen conform het reclasseringsadvies van 26 februari 2013.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d en 317 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
afpersing.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 16 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 8 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich laat behandelen voor de vastgestelde psychische- en verslavingsproblematiek bij de ambulante polikliniek van Victas of soortgelijke ambulante forensische zorg, ook als dit inhoudt een eventuele korte klinische opname van de daarvoor door de rechtbank bepaalde termijn van maximaal 12 weken, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
2. wordt verplicht om de volgende bijkomende bijzondere voorwaarden na te leven en zich te houden aan de opdrachten van de reclasseringsorganisatie die in het kader van het toezicht op de naleving van deze voorwaarde noodzakelijk zijn:
* veroordeelde heeft, op een door de reclassering geschikt bevonden stadium binnen het toezicht, een zinvolle en structurele dagbesteding;
* veroordeelde heeft, op een door de reclassering geschikt bevonden stadium binnen het toezicht, geschikte huisvesting, al dan niet begeleid.
Draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Maanen, voorzitter, mrs. C.S.K. Fung Fen Chung en V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 maart 2013.
BIJLAGE: De tenlastelegging
hij op of omstreeks 08 december 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk om zich en / of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft
gedwongen tot de afgifte van
- (ongeveer) 60 euro, althans een geldbedrag en/of
- vier, althans een of meer, boekje(s) (met daarin (per boekje, ongeveer 50, -
(ongeveer) 60 euro, althans een geldbedrag en/of
- vier, althans een of meer, boekje(s) (met daarin (per boekje, ongeveer 50,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer]
en/of GVU NV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk
geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte,
- een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op (ongeveer) 20
centimeter, althans op zeer korte afstand van het hoofd, althans lichaam, van
die [slachtoffer] heeft gehouden, in elk geval die schaar, althans dat scherpe
en/of puntige voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond, en/of
- die [slachtoffer] de volgende woorden heeft toegevoegd: "geef me je geld" en/of
"ik wil geld" en/of "steek" en/of "steken", althans woorden van gelijke
(dreigende) aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 08 december 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- (ongeveer) 60 euro, althans een geldbedrag en/of
- vier, althans een of meer, boekje(s) (met daarin (per boekje, ongeveer 50,
althans een of meer) buskaartje(s) ter waarde van 2 euro en/of 2,50 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
GVU Nv, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en /
of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op (ongeveer) 20
centimeter, althans op zeer korte afstand van het hoofd, althans lichaam, van
die [slachtoffer] heeft gehouden, in elk geval die schaar, althans dat scherpe
en/of puntige voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of
- die [slachtoffer] de volgende woorden heeft toegevoegd: "geef me je geld" en/of
"ik wil geld" en/of "steek" en/of "steken", althans woorden van gelijke
(dreigende) aard en/of strekking;
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht