ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9806

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
16/700018-13, 16/011855-13(P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor poging tot overval en diefstal

Op 8 mei 2013 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen, een 22-jarige uit Utrecht en een 27-jarige uit Nieuwegein. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk twee en drie jaar, waarvan tien maanden voorwaardelijk. De mannen werden beschuldigd van het proberen te overvallen van een snackbar in Utrecht op 20 december 2012, waarbij zij gewapend met messen de aanwezigen bedreigden. Daarnaast werden zij ook vervolgd voor diefstal van sigaretten uit een Sligro in Nieuwegein op 12 en 17 januari 2013.

Tijdens de zitting op 26 april 2013 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank achtte de tenlasteleggingen bewezen, waarbij de mannen in vereniging handelden. De rechtbank oordeelde dat de feiten ernstig waren en dat de mannen zich louter lieten leiden door financieel gewin, zonder rekening te houden met de slachtoffers. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten, maar vond de ernst van de feiten zwaarder wegen.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder intensieve begeleiding en behandeling. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en heeft de tijd die de verdachten in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht in mindering gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechters hebben de vonnissen ondertekend, waarbij één rechter niet in de gelegenheid was om mee te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/700018-13, 16/011855-13(P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 8 mei 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1986],
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Nieuwegein” te Nieuwegein.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 april 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. R.D.A. van Boom, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/700018-13: op 20 december 2012 in Utrecht samen met een ander heeft geprobeerd snackbar [naam] te overvallen en/of heeft geprobeerd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] af te persen door middel van geweld en/of bedreiging met geweld.
16/011855-13:
Feit 1: op 12 januari 2013 te Nieuwegein 18 sloffen sigaretten heeft gestolen uit de Sligro;
Feit 2: op 17 januari 2013 te Nieuwegein 20 sloffen sigaretten heeft gestolen uit de Sligro.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte alle aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. De officier van justitie baseert zich ten aanzien van het feit met parketnummer 16/700018-13 op de aangifte van [slachtoffer 1], de getuigenverklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], de processen-verbaal van bevindingen en de bekennende verklaring van verdachte. De officier van justitie baseert zich ten aanzien van de feiten met parketnummer 16/011855-13 op de aangiften van [aangever] en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de ten laste gelegde feiten.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Aangezien verdachte de ten laste gelegde feiten heeft bekend en de raadsman niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
Ten aanzien van parketnummer 16/700018-13:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de aangifte van [slachtoffer 1];
- de verklaring van getuige [slachtoffer 2];
- de verklaring van getuige [slachtoffer 3].
Ten aanzien van parketnummer 16/011855-13, feit 1 en feit 2:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de aangifte van [aangever], namens Sligro;
- het proces-verbaal van bevindingen;
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
16/700018-13
op 20 december 2012 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van hun gading, toebehorend aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of snackbar [naam] welke poging tot diefstal in vereniging werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of een andere deelnemer aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
tezamen en in vereniging met zijn mededader als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en zijn mededader:
- die snackbar ingegaan en
- twee grote messen (van ongeveer 30 cm) aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] getoond en
- met een mes op die [slachtoffer 3] afgelopen en dreigend vlak bij die [slachtoffer 3] gehouden en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd:
"overval overval", en "geld geld" en "ik moet geld",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
en/of
op 20 december 2012 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen van hun gading, toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of snackbar [naam] tezamen en in vereniging met een ander als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en zijn mededader:
- die snackbar ingegaan en
- twee grote messen (van ongeveer 30 cm) aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] getoond en
- met een mes op die [slachtoffer 3] afgelopen en dreigend vlak bij die [slachtoffer 3] gehouden en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd:
"overval overval", en "geld geld" en "ik moet geld",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
16/011855-13
1
op 12 januari 2013 te Nieuwegein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 18 sloffen sigaretten toebehorende aan de Sligro;
2
op 17 januari 2013 te Nieuwegein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 20 sloffen sigaretten toebehorende aan de Sligro.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als
16/700018-13: poging tot diefstal, met geweld, in vereniging en/of poging tot afpersing in vereniging.
16/011855-13 feit 1 en feit 2: telkens, diefstal
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1. De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 10 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten en een proeftijd van twee jaren. Daarbij heeft de officier van justitie als bijzondere voorwaarden gevorderd dat verdachte zich meldt bij de reclassering, zich laat opnemen in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zich laat opnemen in een zorginstelling en wordt verboden cocaïne en alcohol te gebruiken.
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de omstandigheden waaronder het delict is begaan. Foute vrienden, drank en drugs zijn de oorzaak van veel ellende in het leven van verdachte. Voorts heeft de verdediging de rechtbank verzocht rekening te houden met het feit dat de overval op de snackbar slechts een poging betreft en niet een voltooid delict. Het is van belang dat verdachte snel een aanvang maakt met het door de reclassering voorgestelde traject. De verdediging bepleit daarom dat de rechtbank aan verdachte een korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf oplegt met een groot voorwaardelijk deel en een proeftijd van drie jaren.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft op 20 december 2012 samen met een ander geprobeerd om snackbar [naam] te overvallen. Met plastictassen over hun hoofd en gewapend met messen zijn verdachte en zijn mededader de snackbar binnen gegaan en hebben de drie aanwezige personen -de eigenaresse, haar man en een klant- bedreigd met deze messen en geroepen dat er een overval gaande was en dat zij geld wilden.
Enkele weken later, op 12 januari 2013 en 17 januari 2013, heeft verdachte een groot aantal sloffen sigaretten gestolen uit de Sligro te Nieuwegein.
Dit zijn zeer ernstige en verwerpelijke feiten. Verdachte heeft zich bij het plegen van deze delicten uitsluitend laten leiden door zijn verlangen naar geldelijk gewin en heeft zich op geen enkele manier bekommerd over de personen die hierbij slachtoffer zijn geworden. De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 12 maart 2013, waaruit blijkt dat verdachte meermalen is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Verdachte is op 28 mei 2008 eveneens door de meervoudige strafkamer van deze rechtbank veroordeeld voor een overval op een snackbar;
- een hem betreffend rapport van GGZ Victas d.d. 5 april 2013, opgemaakt door
E.R. Jap-A-Joe, reclasseringswerker, inhoudende het advies om aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden meldingsgebod, opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, opname in een zorginstelling en een drugs- of alcoholverbod.
Gelet op de ernst van de feiten en de recidive is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat slechts een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is. De door de rechtbank op te leggen straf is enigszins lager dan de door de officier van justitie geëiste straf, omdat de rechtbank ten voordele van verdachte rekening heeft gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en de oprechtheid en goede wil die verdachte in het voorbereidend onderzoek alsmede ter terechtzitting heeft getoond.
De rechtbank zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte heeft gezeten en een proeftijd van twee jaren. Tevens acht de rechtbank het noodzakelijk dat verdachte intensief begeleid en behandeld wordt. De rechtbank zal daarom aan verdachte de na te noemen bijzondere voorwaarden opleggen conform het advies van GGZ Victas van 5 april 2013.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45, 57, 310, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
16/700018-13: poging tot diefstal, met geweld, in vereniging en/of poging tot afpersing in vereniging;
16/011855-13 feit 1 en feit 2: telkens, diefstal.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 10 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich binnen drie dagen volgend op zijn ontslag uit detentie moet melden bij Victas reclassering op het adres ABC straat 4 te Utrecht en zich vervolgens moet melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde moet zich melden op aanwijzing van de reclassering bij een nog nader door het NIFP-IFZ aan te wijzen instelling voor forensische verslavingszorg vanaf het moment dat de opnamedatum bekend is, met als doel een verplichte behandeling voor zijn middelenverslaving en onderliggende problematiek te ondergaan, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
2. wordt verplicht in het kader van resocialisatie en begeleiding vanaf een nog nader te bepalen datum in een specifieke 24-uurs voorziening of een soortgelijke instelling voor begeleid wonen te verblijven, zulks ter beoordeling van de reclassering en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
3. zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling laat opnemen in een nog nader aan te wijzen instelling voor verslavingszorg of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling door het NIFP-IFZ, voor de duur van één jaar of zoveel korter als de instelling in overleg met de reclassering noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
4. wordt verboden om cocaïne en alcohol te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal worden ondersteund door middel van urineonderzoek of een ander controlemiddel.
Draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.K. van Riemsdijk, voorzitter, mrs. P.W.G. de Beer en P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 mei 2013.
Mr. P.W.G. de Beer is niet in de gelegenheid dit vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE: de tenlastelegging
16/700018-12
hij op of omstreeks 20 december 2012 te Utrecht, althans in het
arrondissement Utrecht,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of
goederen van zijn/hun gading,
geheel of ten dele toebehorend aan, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of snackbar
[naam], in elk geval aan (een) ander(en) dan aan hem, verdachte, en/of zijn
mededader(s),
welke poging tot diefstal (in vereniging) werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of (een) andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, als volgt
heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of
zijn mededader(s):
- die snackbar ingegaan en/of
- twee, althans een (groot) mes(sen)(van ongeveer 30 cm) , althans (een)
scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) (dreigend) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] getoond en/of
- met een mes op die [slachtoffer 3] afgelopen en/of (dreigend) vlak bij die [slachtoffer 3]
gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd:
"overval overval", en/of "geld geld" en/of "ik moet geld",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 20 december 2012 te Utrecht, althans in het
arrondissement Utrecht,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,, met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen van
zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of snackbar [naam], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt
heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van)
zijn mededader(s):
- die snackbar ingegaan en/of
- twee, althans een (groot) mes(sen)(van ongeveer 30 cm), althans (een)
scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en)
(dreigend) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], getoond en/of
- met een mes op die [slachtoffer 3] afgelopen en/of (dreigend) vlak bij [slachtoffer 3]
gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd:
"overval overval ", en/of " geld geld" en/of " ik moet geld",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
16/011855-13
1
hij op of omstreeks 12 januari 2013 te Nieuwegein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 18, in elk geval een of meer sloffen sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Sligro, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2
hij op of omstreeks 17 januari 2013 te Nieuwegein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 20, in elk geval een of meer sloffen sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Sligro, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.