vonnis
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
zitting houdend te Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/327953 / HA ZA 12-990
Vonnis van 27 februari 2013
de vennootschap naar Belgisch recht
VALIANT INTERNATIONAL N.V.,
gevestigd te Diepenbeek, België,
eiseres,
advocaat mr. C.C. Berends te Maastricht,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2GETTHERE B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J. Anema te Amersfoort.
Partijen zullen hierna Valiant en 2getthere BV genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 24 oktober 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 15 januari 2013.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Valiant heeft in opdracht van 2getthere BV elektrische componenten en bekabeling geleverd en geïnstalleerd ten behoeve van een project.
2.2. Op enig moment is tussen partijen een geschil ontstaan over de hoogte van het door 2getthere BV aan Valiant te betalen bedrag, waarna partijen op 8 april 2011 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Hierin is voor zover van belang bepaald:
“(…)
- Op basis van de berekening zoals gemaakt (…), is het verschuldigde bedrag van 2getthere aan Valiant vastgesteld op 88.156 Euro.
(…)
- Valiant stemt in met het feit dat zijn geen interest in rekening zal brengen tot en met 31 augustus 2011. Mocht tegen deze datum nog een bedrag openstaan, is Valiant gerechtigd interest in rekening te brengen ter hoogte van 11% over het nog openstaande bedrag.
Deze overeenkomst zal bevestigd worden door tekeningsbevoegde vertegenwoordiger van 2getthere, de heer [A] als CEO, per eerste mogelijkheid. Deze samenvatting is ondertekend door de heer [B] als zijnde correct en als dusdanig telefonisch afgestemd met [A].
(…)”
2.3. Bij brief van 28 april 2011 schrijft [A] (hierna: [A]), directeur van 2getthere BV, aan Valiant:
"Naar aanleiding van de bespreking van 8 april jongstleden, bevestig ik hierbij de afspraken zoals deze vastgelegd zijn in de overeenkomst tussen Valiant International (…) en 2getthere. Wij zullen jullie op de hoogte houden als er tussentijds een doorbraak wordt bereikt en de additionele financiering rond komt.”
2.4. Bij brief van 7 september 2011 heeft een door Valiant ingeschakelde advocaat 2getthere BV aangemaand om het bedrag van € 88.156,00 uiterlijk 30 oktober 2011 te voldoen.
2.5. 2getthere BV heeft niet betaald.
3. Het geschil
3.1. Valiant vordert samengevat - veroordeling van 2getthere BV tot betaling van € 88.156,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente en (buitengerechtelijke) kosten.
3.2. 2getthere BV voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Partijen kiezen voor Nederlands recht.
4.2. Tussen partijen is niet in geschil dat 2getthere BV een bedrag van € 88.156,00 is verschuldigd aan Valiant. Partijen verschillen alleen van mening over de vraag wanneer dit bedrag opeisbaar is. 2getthere BV stelt zich op het standpunt dat haar in de overeenkomst geen termijn is gesteld voor betaling van de hoofdsom en dat partijen mondeling zijn overeengekomen dat, zodra 2getthere BV een investeerder zou hebben aangetrokken of een nieuwe opdracht zou hebben verkregen, zij over zou gaan tot betaling jegens Valiant. Ter comparitie heeft 2getthere BV, bij monde van [A], toegelicht dat deze mondelinge afspraak is gemaakt in april 2011 en bevestigd bij brief van 28 april 2011. 2getthere BV wijst er voorts op dat zij zich tot op heden heeft gehouden aan de verplichting tot betaling van contractuele rente zoals opgenomen in de overeenkomst.
4.3. Valiant betwist dat de hiervoor bedoelde mondelinge afspraak is gemaakt. Valiant heeft, zo stelt zij, uiteraard nooit de bedoeling gehad om 2getthere BV een oneindig uitstel tot betaling te geven. Toen overeenstemming was bereikt over het bedrag heeft Valiant 2getthere BV in de gelegenheid gesteld om tot 31 augustus 2011 renteloos af te lossen. Vanaf dat moment was de vordering opeisbaar en was contractuele rente verschuldigd, aldus Valiant.
4.4. Naar het oordeel van de rechtbank kan de overeenkomst van 8 april 2011 niet anders worden uitgelegd dan dat het bedrag van € 88.156,00 per 1 september 2011 opeisbaar is geworden. De overeenkomst biedt geen enkel aanknopingspunt voor een langere termijn. De stelling van 2getthere BV, althans zo begrijpt de rechtbank deze, dat mondeling is overeengekomen dat zij niet eerder hoefde te betalen dan wanneer zij een investeerder zou hebben aangetrokken of een nieuwe opdracht zou hebben verkregen, heeft 2getthere BV in het licht van de gemotiveerde betwisting van Valiant onvoldoende onderbouwd. Onduidelijk is gebleven wanneer in april 2011 deze mondelinge afspraak is gemaakt en welke personen daarbij betrokken waren. Ook kan in de brief van 28 april 2011 geen bevestiging van een dergelijke afspraak worden gelezen.
4.5. Gelet op het hiervoor overwogene zal de hoofdsom van € 88.156,00 worden toegewezen. Ten aanzien van de gevorderde wettelijke handelsrente vanaf de datum der dagvaarding, overweegt de rechtbank als volgt. Ter comparitie heeft 2getthere BV erkend dat de maandelijks verschuldigde contractuele rente tot dat moment was voldaan en dat op dat moment alleen de hoofdsom (en buitengerechtelijke kosten) verschuldigd waren. Tussen partijen is dus kennelijk niet in geschil dat 2getthere BV aan Valiant contractuele rente is verschuldigd, en geen wettelijke handelsrente. De rechtbank zal de gevorderde wettelijke handelsrente dan ook afwijzen. Voor toewijzing van contractuele rente (vanaf de datum van de comparitie) bestaat geen aanleiding nu 2getthere BV deze tot dan toe vrijwillig heeft betaald, nog daargelaten dat de rechtbank niet meer kan toewijzen dan gevorderd. Ook de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten van € 1.785,-- zal worden afgewezen, nu ter onderbouwing van deze kosten slechts één sommatiebrief is overgelegd door Valiant en de overige gestelde buitengerechtelijke werkzaamheden (inspanningen ten behoeve van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst) geen werkzaamheden betreffen die gericht zijn geweest op het verkrijgen van voldoening buiten rechte van de onderhavige vordering (de vordering uit hoofde van die vaststellingsovereenkomst).
4.6. 2getthere BV zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Valiant worden begroot op:
- dagvaarding € 76,17
- griffierecht 1.789,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.653,17
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt 2getthere BV om aan Valiant te betalen een bedrag van € 88.156,00 (achtentachtig duizendéénhonderdzesenvijftig euro),
5.2. veroordeelt 2getthere BV in de proceskosten, aan de zijde van Valiant tot op heden begroot op € 3.653,17,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Bos en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2013.?