ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ8589
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.M. Vanwersch
- E.A.A. van Kalveen
- P.G.W. de Beer
- Rechtspraak.nl
Omzetting van werkstraf in gevangenisstraf na niet-naleving bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 maart 2013 uitspraak gedaan in een vordering van de officier van justitie betreffende een onherroepelijk vonnis van 1 juli 2010. De veroordeelde was destijds veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder het zich houden aan aanwijzingen van de reclassering. De vordering van de officier van justitie was gericht op het ten uitvoer leggen van de niet uitgevoerde gevangenisstraf van 6 maanden, omdat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden.
Tijdens de zitting op 15 maart 2013 werd de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde en zijn raadsman, mr. P.G.M. Lodder. De veroordeelde, die als zzp-er werkzaam was als timmerman, had zijn afspraken met de reclassering niet nagekomen omdat hij prioriteit gaf aan zijn werk. De reclassering had geadviseerd om de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel ten uitvoer te leggen, gezien het gebrek aan motivatie van de veroordeelde en het moeizame verloop van de begeleiding.
De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde niet had voldaan aan de bijzondere voorwaarden en dat hij eerder al een kans had gekregen om zijn gedrag te verbeteren. Ondanks zijn positieve pogingen om zijn toekomst op te bouwen, was het van belang dat hij ook zijn verleden onder ogen zag. De rechtbank besloot daarom de vordering van de officier van justitie te honoreren en gelastte de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van 6 maanden.