ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ8320
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 april 2013 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. A.C. Schroten, kantonrechter, door verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, de heer J. Quispel. Het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van een geschil met de gemeente Hilversum, waarbij verzoekster een aantal Muldersancties opgelegd heeft gekregen. Verzoekster was van mening dat mr. Schroten partijdig had gehandeld door haar niet-ontvankelijk te verklaren in twee procedures, zonder haar de gelegenheid te geven om gehoord te worden. Dit zou in strijd zijn met een eerdere afspraak die verzoekster had gemaakt met een andere rechter, mr. Strengers, over de behandeling van haar zaken.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen tegen een rechter die een einduitspraak heeft gedaan. Aangezien mr. Schroten in de betreffende zaken eindbeschikkingen heeft afgegeven, was het wrakingsverzoek te laat ingediend. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen objectieve feiten of omstandigheden zijn die de vrees van verzoekster voor partijdigheid van mr. Schroten rechtvaardigen. De enkele omstandigheid dat mr. Schroten een andere beslissing heeft genomen dan mr. Strengers, is op zichzelf niet voldoende om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid.
De rechtbank heeft uiteindelijk verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek en heeft de griffier opgedragen deze beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.