ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ6321

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
16/656549-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot afpersing en afdreiging met bedreiging van openbaarmaking van seksueel getinte foto's

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 8 maart 2013 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die samen met haar vriend een man heeft geprobeerd af te persen. De verdachte heeft, onder dreiging van het openbaar maken van seksueel getinte foto's, geprobeerd het slachtoffer te dwingen tot het overmaken van een aanzienlijk geldbedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachte in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 29 november 2012 meerdere bedreigende e-mails, sms-berichten en WhatsApp-berichten naar het slachtoffer hebben gestuurd. De verdachte heeft ook een tuinbeeld uit de achtertuin van het slachtoffer vernield en een foto van het vernielde beeld naar het slachtoffer gestuurd. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte als onbetrouwbaar en onaannemelijk terzijde geschoven, en heeft geconcludeerd dat het bewezen geachte feit wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een contactverbod met het slachtoffer. Daarnaast is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van € 2.097,12 aan het slachtoffer te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook overwogen dat het contract dat de verdachte met het slachtoffer had gesloten, nietig was omdat het in strijd was met de goede zeden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/656549-12 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 8 maart 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1988],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[woonplaats], [adres],
gedetineerd voor deze zaak in het Huis van Bewaring ‘Nieuwersluis’ te Utrecht.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 februari 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en haar advocaat, mr. E. Vels, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met anderen in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 29 november 2012 heeft geprobeerd [slachtoffer] af te persen en af te dreigen door hem e-mailberichten, whatsapp-berichten en sms-berichten met dreigende inhoud te versturen, een dreigende voicemail in te spreken, te dreigen seksueel getinte foto’s en films van aangever openbaar te maken en door een tuinbeeld uit zijn achtertuin te halen en te vernielen.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het feit heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte weliswaar de website www.[naam].nl heeft opgezet, maar dat zij daarmee nooit iets illegaals heeft willen doen. De website werd vanuit de woning van verdachte geëxploiteerd door [naam]. De e-mailberichten zijn weliswaar verstuurd vanuit de woning van verdachte, maar niet is gebleken dat het verdachte was die ze daadwerkelijk heeft verzonden. De voicemail heeft verdachte niet ingesproken, dat is door een man gebeurd. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat verdachte in de buurt is geweest van Zegveld en daar het tuinbeeld heeft vernield. Nu verdachte de ten laste gelegde handelingen niet heeft gepleegd, dient vrijspraak te volgen.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
4.3.1 Vastgestelde feitelijkheden
Op 27 november 2012 deed [slachtoffer], woonachtig te [woonplaats] (gemeente Woerden) aangifte van afpersing. Hij was eind augustus 2012 via internet in contact gekomen met ‘[naam]’, een SM-meesteres, waarmee hij een ‘chantagecontract’ afsloot. Het contract had als doel dat de slaaf (aangever) zou worden gechanteerd door de meesteres ([naam]). Dit contract werd voor de duur van zeven jaar afgesloten. [naam] communiceerde met hem via het emailadres [naam].nl. Aangever diende volgens het contract 150 euro per maand te betalen, plus een kwartaalbijdrage van 100 euro. Het contract is bij de aangifte gevoegd en is voorzien van twee handtekeningen, een van [naam] en een van aangever. In het contract staat een clausule dat aangever werd verplicht foto’s en video’s te maken en naar [naam] op te sturen. Aangever was op zoek naar vernedering, door middel van zijn bijzondere interesse voor de meisjesgroep ‘K3’.
Op 17 november 2012 stuurde [naam] mails naar aangever, waarin ze geld eiste. Aangever had juist daarvoor aangegeven niet verder te willen met de uitvoering van het contract. Toen aangever niet snel genoeg op die mails reageerde, gaf [naam] aan dat zij een brief met vernederende foto’s zou sturen naar de buren van aangever. Aangever heeft haar toen aangegeven dat hij echt van het contract af wilde. [naam] mailde terug dat aangever daar niets over te zeggen had en dat hij haar nog 6.400 euro schuldig zou zijn.
Op 21 november 2012 heeft aangever 1.500 euro aan [naam] overgemaakt via de betaalomgeving van de website www.[naam].nl. [naam] mailde hem dat hij het gehele bedrag diende te betalen, op straffe van het plaatsen van de in haar bezit zijnde foto’s en videofilms op internet. Ook zou zij die (weer) naar de buren sturen. In een mail van 28 november 2012 om 13:49 uur, afkomstig van [naam], staat: ‘Ik zeg je dat als er vanavond niet de 5650 euro ligt ik maatregelen neem en direct met mensen naar je mooie [woonplaats] kom. Laat het niet zover komen, dan sta ik niet in voor wat er gaat gebeuren’. Aangever moest dat bedrag op die dag voor 17:00 uur in haar postbus leggen. Aangever verstrekte echter op die dag IP-adressen, het mobiele nummer, het adres van de website en het postbusnummer van [naam] (postbus [nummer] te [woonplaats]) aan de politie. Aangever legt ook een briefje over, waarop staat vermeld dat hij op 25 november 2012 een bedrag van 4.900 euro in postvak [nummer] te [woonplaats]moet leggen en dat hij, als hij niet betaalt, een boete van 250 euro per dag bovenop dat bedrag moet betalen. Het briefje is ondertekend met ‘P.C.’. In een bijlage bij de aangifte staat als mail afkomstig van [naam] aan aangever (verstuurd om 18:09 uur) te lezen: ‘Ik laat je afslachten als een zwak lammetje. Dit is je einde. Bereid je voor je leven zal een hel worden blijf je achtervolgen en terroriseren tot ik elke cent van mijn geld heb. Pak alles mee uit je huis. Als ik je broertje moet laten pakken doe ik dat.’ .
Op 29 november 2012 legde [slachtoffer] nogmaals een verklaring af. Hij verklaarde dat hij op 28 november 2012 omstreeks 19:47 uur werd gebeld en dat zijn voicemail door een mannenstem is ingesproken. Een verbalisant heeft de voicemail afgeluisterd. De inhoud daarvan luidt: ‘Jij hebt echt een groot probleem vriend. Jij beter jij gaat kankergeld betalen of ik jou ga halen, ja. Gewoon jij ga me nu gewoon bellen, ja. Maak maar nieuw afspraak je komt (onverstaanbaar woord) geld brengen anders kom ik je jou halen, ja. Jij belt gewoon nu. Kanker pedo.’ Ook heeft hij op 28 november 2012 nog diverse e-mails ontvangen, waar onder meer in te lezen staat (mail verzonden om 19:19 uur):
‘De buren komen zo aan de beurt. Ga ik iedereen morgen sturen, als het geld er nog niet is. Ga nu een domeinnaam openen www.[naam].nl Waar ik iedereen naar door zal verwijzen. Of je laat nu wat horen en betaald mij alsnog online, of dit gaat nog veel verder.’. In deze mail is een link opgenomen naar een filmpje op Youtube. Een journalist genaamd [A] heeft het filmpje bekeken. Hij verklaarde dat op het filmpje een man verkleed in een kort jurkje stond afgebeeld en dat het filmpje een seksueel getinte inhoud had.
Op dezelfde dag, om 20:40 uur, ontvangt aangever een mail met daarin de tekst ‘dit valt vanavond nog bij je hele straat in de brievenbus. Ik vertrek nu. Zal je voordat ik dit doe nog een kans geven om te betalen als ik daar ben. Weiger je aan de deur ga ik elke deur van je buren langs met de waarschuwing voor [slachtoffer] welke seksuele handelingen verricht met jonge meisjes. Tot zo.’. Bij dat e-mailbericht zit een bijlage met (daarop seksueel getinte foto’s van [slachtoffer].
Omstreeks 23:23 uur die dag ontvangt [slachtoffer] een mail met als bijlage een foto van een tuinbeeld in de vorm van een boedha, welke kapot gegooid is. Dit tuinbeeld was afkomstig uit zijn achtertuin en was eerder die dag nog onbeschadigd.
Op 28 november 2012, tussen 20:12 en 23:57 uur, ontving [slachtoffer] Whatsapp-berichten van een onbekende. Het telefoonnummer waar de berichten van afkomstig zijn, is +[telefoonnummer]. Hij ontvangt onder meer berichten met de tekst ‘ik hoop dat je thuis 6000 euro hebt klaarliggen. Wij komen alles weghalen.’ en ‘jij bent mij kanker 6000 euro schuldig welke jij zo in mijn gsat leggen a bitch’.
Op 28 november 2012, tussen 19:33 en 22:25 uur, ontving [slachtoffer] sms-berichten, verstuurd met het nummer +[telefoonnummer] met onder meer de teksten (verstuurd om 18:39 uur) ‘Vriend. Ik heb je schuld overgenomen van [naam] je hebt nu een schuld van 6000 bij mij. Ik kom jou en je familie halen als je niet betaald. [adres] kom ik opzoeken wanneer je dit het minste verwacht, je hebt de verkeerde mensen getroffen wollah a zemmer’ en ‘denk je ik heb jou niet gezien met je hoedje, of je komt nu terug en betaald je schuld wat je zelf heb gemaakt of niet alleen jij maar ook de 3 personen waarmee je bent hebben een groot probleem, denk erom ik weet waar je nu bent. Dus ik geef je de laatste kans nu’. Om 21:59 uur ontving [slachtoffer] een sms-bericht afkomstig van het nummer +[telefoonnummer], inhoudende: ‘denk je dat als je vlucht ik je niet kan vinden?’.
4.3.2 Betrokkenheid verdachten [verdachte] en [medeverdachte] bij de vastgestelde feitelijkheden
Aangever heeft verklaard dat de berichten afkomstig waren van twee verschillende mobiele telefoonnummers. Ook heeft hij informatie verstrekt over postbusnummers en IP-adressen. De informatie is door de politie nagetrokken. De rechtbank stelt de volgende omstandigheden vast.
- Het telefoonnummer +[telefoonnummer] staat op naam van [verdachte], wonende te [adres] te [woonplaats]. Op 19 juni 2012 heeft [medeverdachte] geboren op [1987] te [woonplaats], met dit nummer de politie gebeld om aangifte te doen van het verlaten van een plaats ongeval.
- Postbus [nummer] te [woonplaats] staat op naam van [verdachte], wonende te [adres] te [woonplaats]. Bijbehorend mailadres is [naam].nl en het aan de postbus gekoppelde rekeningnummer staat op naam van [verdachte], geboren op [2009] en woonachtig te [woonplaats], [adres].
- De beide verdachten worden in hun woning aangehouden. Verdachte [medeverdachte] had op dat moment een telefoon in zijn linkerjaszak. Bij het bellen van het nummer +[telefoonnummer] ging deze onder verdachte [medeverdachte] in beslag genomen telefoon over. In het register van verzonden berichten stond een sms verstuurd aan aangever op 28 november 2012 te 18:39 uur.
- In de tas van verdachte werd de sleutel van een BMW, type 525i aangetroffen. Onderzoek in die auto leverde de aanwezigheid van een kopie van het contract tussen aangever en [naam] op, naast een papier met daarop de naam en het adres van aangever.
- Een verbalisant die de handtekening van ‘[naam]’ onder het chantagecontract vergeleek met de handtekening op het paspoort van verdachte [verdachte] constateerde dat deze handtekeningen dezelfde zijn.
- In de schuiflade van de salontafel die zich in de woning van verdachten bevond is een Blackberry Bold 9780 aangetroffen. Het hierbij behorende nummer is +[telefoonnummer]. Zowel deze telefoon als de telefoon die onder verdachte [medeverdachte] in beslag is genomen hebben contact gehad met de mobiele telefoon van aangever. De telefoons hebben ook onderling contact gehad, waarin onder meer werd gesproken over ‘[slachtoffer]’ en over ‘die K3’. Ook stond het telefoonnummer van aangever in de Blackberry, onder zijn voornaam, [slachtoffer]. Het emailadres dat in de Blackberry geregistreerd stond luidde ‘[naam].nl’. Het nummer +[telefoonnummer] staat in die telefoon geregistreerd onder de voornaam van medeverdachte [medeverdachte].
- Uit onderzoek bij Stichting Mollie Payments blijkt dat de betalingen afkomstig van aangever, betaald via de site www.[naam].nl, werden gestort op de ING-rekening van [B], de drie-jarige dochter van verdachte [verdachte]. Vanaf die rekening (nummer [telefoonnummer]) worden bedragen overgemaakt naar de rekening van verdachte [verdachte] (op 14 november 2012 een bedrag van 150 euro, op 19 november 2012 een bedrag van 100 euro, op 20 november 2012 een bedrag van 100 euro, op 21 november 2012 een bedrag van 100 euro, op 23 november een bedrag van 300 euro, op 27 november bedragen van respectievelijk 20, 50 en 120 euro) en [medeverdachte] (op 16 november 2012 een bedrag van 20 euro, op 22 november 2012 twee bedragen, van respectievelijk 33 en 50 euro, op 26 november 2012 twee bedragen, van respectievelijk 30 en 50 euro en op 29 november 2012 twee bedragen van respectievelijk 500 en 2547 euro.)
- Mailtjes verstuurd vanaf het adres [naam].nl werden (onder meer, bijvoorbeeld op 17 en 18 november 2012) verstuurd vanaf IP-adres [nummer] Het adres behorend bij dat IP-adres is het woonadres van de verdachten.
- In de woning van de verdachten werd een zwarte agenda aangetroffen, met daarin aantekeningen over ‘slaven’ en ‘schulden’. Ook staan bij de datum 28 november 2012 de getallen ‘18.00’ en ‘5650’ vermeld .
- Na aanhouding van de beide verdachten heeft aangever niets meer van ‘[naam]’ of iemand die de schuld zou hebben overgenomen gehoord.
4.3.3 Bewijsoverweging
Verdachte [verdachte] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij de ten laste gelegde feiten niet kan hebben, gepleegd, nu zij de exploitatie van haar website reeds enige maanden voordat aangever met ‘[naam]’ in contact kwam heeft overgedragen aan een vriendin van haar, genaamd ‘[naam]’. Die [naam] kwam regelmatig bij verdachte over de vloer en exploiteerde de website vanuit haar woning. Verdachte [verdachte] heeft verklaard dat zij van [naam] enkel weet dat haar achternaam met een ‘B’ begint. Ook is aangevoerd dat er geen bewijsmiddelen voorhanden zijn om vast te kunnen stellen dat het verdachte of een mededader is geweest die het tuinbeeld heeft vernield.
Op de zich in het dossier bevindende foto’s van de website www.[naam].nl is verdachte [verdachte] te zien. Ook is verdachte [verdachte] te zien op een filmpje dat aangever aan de politie heeft overhandigd. Dit filmpje is gemaakt in juli 2012. Hij wordt daar door ‘[naam]’ aangesproken met zijn voornaam. Er bestaat een grote gelijkenis tussen diverse door de verdachte [verdachte] geplaatste handtekeningen (op haar paspoort, onder haar bij de politie afgelegde verklaringen) en de op het chantagecontract geplaatste handtekening. Aangever moest het te betalen bedrag op 28 november 2012 voor 17:00 uur in het postvak op naam van verdachte leggen, terwijl in haar zwarte agenda bij die datum het getal ’18.00’ staat genoteerd, vermoedelijk betekenend: zes uur in de middag, tezamen met het exact gevraagde bedrag (5.650 euro). Die zwarte agenda behoorde aan verdachte toe: naast deze aantekeningen stonden er ook (in hetzelfde handschrift) aantekeningen in over de aankoop van de BMW en – bijvoorbeeld – de balletles van haar dochter.
Verdachte [medeverdachte] had ook een rol in de feiten: aangever heeft na een bestelling via de website van verdachte geld moeten overmaken naar de bankrekening van [medeverdachte], [medeverdachte] heeft meebetaald aan de bouw van de website www.[naam].nl, hij heeft met verdachte telefonisch contact gehad over ‘[slachtoffer]’ en ‘K3’, met zijn telefoon is een dreigend sms’je naar aangever gestuurd en met zijn telefoon is een dreigende voicemail bij aangever ingesproken: de telefoon die bij verdachte ([medeverdachte]) in gebruik is, heeft op de avond van 28 november 2012 vele malen contact heeft gezocht met aangever (op diens telefoonnummer, [telefoonnummer]. Eenmaal is er een contact van 32 seconden geweest, te weten om 18:49:13 uur. Er lijkt een uur tijdsverschil te zitten tussen de telefoon van aangever en het toestel van verdachte [medeverdachte], zo blijkt uit pagina 74 van Bijlage I, gelezen in samenhang met de verklaring van aangever op pagina 103 van het dossier. Dat er iemand anders dan [medeverdachte] van de telefoon van [medeverdachte] gebruik heeft gemaakt, is niet aannemelijk geworden.
Vastgesteld is dat door de gebruiker van het mailadres [naam].nl aan aangever een mail is verzonden met een foto van het vernielde boedha-beeld, enkele uren nadat dat beeld is vernield. Onder de hierboven gegeven feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat het niet anders kan zijn geweest dan dat verdachte en haar mededader dit beeld hebben vernield of laten vernielen.
De verklaringen van verdachte, met betrekking tot de (hoofd)rol die [naam] zou spelen ten aanzien van de ten laste gelegde feiten, worden als onbetrouwbaar en onaannemelijk terzijde geschoven. Dit klemt te meer nu verdachte verder geen gegevens over haar kan produceren, terwijl die [naam] wel vrijwel dagelijks bij hen thuis zou zijn gekomen, een werkplek bij hen thuis zou hebben gehad, met hun respectieve telefoonnummers zou hebben gebeld, verdachte de middels de site ontvangen gelden aan [naam] zou hebben overgemaakt en die [naam] verdachte’s agenda bij zou hebben gehouden. Ook voor de andere hierboven opgesomde omstandigheden, zoals de aanwezigheid van het contract en de adresgegevens van aangever in haar – juist die dag aangeschafte – auto, de handtekening van verdachte [verdachte] onder het chantagecontract, het onderlinge contact tussen de twee medeverdachten over ‘[slachtoffer]’ en ‘K3’, de stortingen van de site op de bankrekening van de dochter van verdachte heeft verdachte, kortom, geen opening van zaken gegeven. In de gegeven omstandigheden had dit wel op de weg van verdachte gelegen.
4.3.4 Conclusie
Uit bovenstaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat het verdachte [verdachte] is geweest die zich op internet heeft gepresenteerd als meesteres ‘[naam]’ en contact heeft gehad met aangever via haar mailadres [naam].nl en via telefoonnummer +[telefoonnummer]. In een bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte], heeft zij aangever geprobeerd af te persen en af te dreigen.
Het ten laste gelegde feit is wettig en overtuigend bewezen.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 28 november 2012 te Zegveld (gemeente Woerden) en/of Rotterdam,
tezamen en in vereniging, ter uitvoering van het door verdachte en haar mededader voorgenomen misdrijf om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (van in totaal
5.650 Euro en/of 6.000 Euro), toebehorende aan die [slachtoffer], als volgt heeft gehandeld: verdachte en/of haar mededaders heeft/hebben:
- meermalen bedreigende taal geuit naar die [slachtoffer] en/of naar die
[slachtoffer] e-mail berichten verzonden, inhoudende onder meer
"Ik zeg je dat als er vanavond niet de 5650 ligt, ik maatregelen neem en direct met mensen naar je mooie [woonplaats] kom. Laat het niet zover komen, dan sta ik niet in voor wat er gaat gebeuren" en
"Ik laat je afslachten als een zwak lammetje. Dit is je einde. Bereid je voor je leven zal een hel worden blijf je achtervolgen en terroriseren tot ik elke cent van mijn geld heb. Pak alles mee uit je huis. Als ik je broertje moet laten pakken doe ik dat."
en Whats-app berichten aan die [slachtoffer] verzonden inhoudende onder meer
"Ik hoop dat je thuis 6000 Euro hebt klaarliggen. Wij komen alles weghalen"
en "Je bent mij kanker 6000 euro schuldig welke jij zo in mijn gsat leggen a bitch"
en sms-berichten aan die [slachtoffer] verzonden inhoudende onder meer
"Vriend ik heb je schuld overgenomen van [naam] je hebt nu een schuld van 6000 bij mij. Ik kom jou en je familie halen als je niet betaald. [adres] kom ik opzoeken wanneer je dit het minst verwacht, je hebt de verkeerde mensen getroffen wollah a zemmer", en
"Denk je ik heb jou niet gezien met je hoedje, of je komt nu terug en betaald je schuld wat je zelf hebt gemaakt of niet alleen jij maar ook de 3 personen waarmee je bent hebben een groot probleem, denk erom ik weet waar je nu bent. Dus ik geef je de laatste kans nu" en
"denk je dat als je vlucht ik je niet kan vinden?" en
en/of op de voicemail van die [slachtoffer] een bericht ingesproken inhoudende onder meer: ‘Jij hebt echt een groot probleem vriend. Jij beter jij gaat kankergeld betalen of ik jou ga halen, ja. Gewoon jij ga me nu gewoon bellen, ja. Maak maar nieuw afspraak je komt (…) geld brengen anders kom ik je jou halen, ja. Jij belt gewoon nu. Kanker pedo.’
en
- een tuinbeeld (in de vorm van een boedha) uit de achtertuin van die [slachtoffer] vernield en vervolgens een e-mailbericht verzonden aan die [slachtoffer] met als bijlage een foto van dat vernielde tuinbeeld,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
en
op 28 november 2012 te Zegveld (gemeente Woerden) en/of Rotterdam,
tezamen en in vereniging, ter uitvoering van het door verdachte en haar mededader voorgenomen misdrijf om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met openbaarmaking van een geheim [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (van in totaal 5.650 Euro en/of 6.000 Euro), toebehorende aan die [slachtoffer], als volgt heeft gehandeld: verdachte en/of haar mededader heeft/hebben:
- meermalen (bedreigende) e-mail berichten (waarin zij, verdachte en/of haar mededader, dreigde seksueel getinte foto's en/of film(s) van die [slachtoffer] openbaar te maken) naar die [slachtoffer] verzonden, onder meer inhoudende:
"De buren komen zo aan de beurt. Ga ik iedereen morgen sturen, als het geld er nog niet is. Ga nu een domeinnaam openen www.[naam].nl Waar ik iedereen naar door zal verwijzen. Of je laat nu wat horen en betaald mij alsnog online, of dit gaat nog veel verder." (met in die mail een link naar een seksueel getinte film van die [slachtoffer] die op Youtube is geplaatst) en
"Dit valt vanavond nog bij je hele straat in de brievenbus. Ik vertrek nu. Zal je voordat ik dit doe nog een kans geven om te betalen als ik daar ben. Weiger je aan de deur ga ik elke deur van je buren langs met de waarschuwing voor [slachtoffer] welke seksuele handelingen verricht met jonge meisjes. Tot zo." (met bij dat e-mailbericht een bijlage met daarin een seksueel getinte foto van die [slachtoffer]),
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, anders dan in letterlijke citaten, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
medeplegen van poging tot afpersing
en
medeplegen van poging tot afdreiging
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar. Voor zover de verdediging zich beroept op het contract dat haar de bevoegdheid zou hebben gegeven aangever te chanteren overweegt de rechtbank dat dit contract alleen van betekenis is binnen het sado-masochistische spel dat verdachte aanvankelijk wilde spelen en zijn dienovereenkomstige fantasie. Daarbuiten heeft het geen enkele betekenis, omdat de inhoud, buiten het spel en de fantasie, nietig is, want in strijd met de goede zeden. Het moest voor verdachte duidelijk zijn dat aangever vanaf 17 november 2012 niet meer door wenste te gaan met het volbrengen van het nietige contract. Aangever heeft ondubbelzinnig aangegeven dat hij zich niet meer aan de verplichtingen in het contract wilde houden. Maar zelfs al zou dit anders zijn, quod non, dan nog kan verdachte zich niet met vrucht op het contract beroepen. Verdachte heeft in een poging om aangever de volgens haar uit het contract voortvloeiende financiële verplichtingen te laten voldoen, de grenzen van het betamelijke ruimschoots overschreden.
8. Motivering van de straf
8.1. De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door hem bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met de aangever, [slachtoffer].
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat een straf dient te worden opgelegd waarvan het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan de op het moment van de terechtzitting in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd. Hierbij heeft de raadsvrouw gewezen op de omstandigheid dat er op geen enkele wijze fysiek geweld is gebruikt en dat verdachte recent niet in aanraking is geweest met politie en justitie.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met haar vriend geprobeerd een man af te persen en af te dreigen onder de dreiging van het openbaar maken van seksueel getinte foto’s en heeft al doende geprobeerd hem een fors geldbedrag naar haar te laten overmaken. Zij heeft negen mails, vijf whatsapp-berichten en drie sms’jes aan het slachtoffer gestuurd met een buitengewoon bedreigende inhoud. Ook is bij hem een dreigende voicemail achtergelaten. Verdachte heeft hierdoor een zeer bedreigende en angstige situatie veroorzaakt voor het slachtoffer, hetgeen goed blijkt uit zijn verklaringen bij de politie. Het slachtoffer was zeer bang dat de foto’s en films bekend zouden worden in zijn woonomgeving. Het handelen van verdachte moet zeer beangstigend zijn geweest voor het slachtoffer, hetgeen ook goed blijkt uit zijn ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. Verdachte heeft op geen enkele wijze berouw getoond. Zij heeft bij het plegen van het feit geen enkele rekening gehouden met de gevoelens van het slachtoffer en heeft uitsluitend gedacht aan haar eigen financieel voordeel. Verdachte heeft daarbij geprobeerd misbruik te maken van de zwakte en angsten van het slachtoffer. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van ernstige feiten en rekent deze verdachte zwaar aan. Bewezen verklaard zijn weliswaar feitelijke handelingen op 28 november 2012, maar verdachte heeft zich vanaf 17 november zo veel als mogelijk gericht op het innen van geld van aangever.
De rechtbank heeft voor wat betreft de persoon van verdachte gelet op de navolgende stukken:
- het strafblad van verdachte d.d. 9 januari 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder, maar langer geleden, is veroordeeld;
- het reclasseringsadvies d.d. 11 februari 2013, opgesteld door S. Schaft, reclasseringswerker. Uit dit rapport komt naar voren dat er geen criminogene factoren bestaan in het leven van verdachte. Inschatting van het recidiverisico is gelet op de ontkenning van de feiten niet mogelijk. Er wordt geen toezicht of oplegging van bijzondere voorwaarden geadviseerd.
Voor wat betreft de vaststelling van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank meegewogen dat verdachte en haar mededader samen de zorg over een dochter hebben.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd, maar dat de op te leggen straf nog wel een aanzienlijke periode van vrijheidsbeneming met zich dient te brengen.
De rechtbank ziet aanleiding een deel van de gevangenisstraf, te weten 6 maanden, voorwaardelijk op te leggen. Met het opleggen van een voorwaardelijke straf wordt beoogd te voorkomen dat verdachte nogmaals een strafbaar feit pleegt. Hiermee kan mede worden gerealiseerd aan verdachte, zoals door de officier van justitie gevorderd, een contactverbod met aangever op te leggen. Dit zal de gemoedsrust van het slachtoffer ten goede komen.
Ten slotte wordt nog het volgende overwogen.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat aangever een bedrag van in totaal € 1.956 niet vrijwillig (en zelfs onverplicht) aan verdachte heeft betaald. Zij heeft dit bedrag dus onrechtmatig verkregen. Door de wijze van ten laste leggen kan dit bedrag echter niet worden toegewezen als onderdeel van de vordering van de benadeelde partij, hetgeen de rechtbank betreurt. Ten laste gelegd is immers een poging tot afpersing/afdreiging, terwijl de betaling van onderhavig bedrag reeds is geschied en dus een voltooid delict oplevert. Om aangever niet de gevolgen van deze wijze van ten laste leggen te laten dragen, zal de rechtbank als bijzondere voorwaarde opnemen dat verdachte een bedrag van € 1.956 euro aan aangever dient te betalen. Dit betreft een hoofdelijke verplichting die ook aan de medeverdachte [medeverdachte] zal worden opgelegd.
9. Het beslag
9.1 Teruggave aan verdachte
Onder verdachte in beslag genomen een personenauto van het merk BMW. Conform de standpunten van zowel de officier van justitie als de raadsman zal deze auto worden teruggegeven aan verdachte.
10. Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft gevorderd een bedrag ter hoogte van € 4.053,02, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente, waarvan als voorschot op de vergoeding van immateriële schade een bedrag van € 2.250,-. De rechtbank begrijpt hieruit dat de benadeelde partij zich voor een deel van deze vordering in dit strafproces heeft gevoegd, onder voorbehoud van het recht het restant bij de burgerlijke rechter aanhangig te maken.
De raadsvrouw heeft, gelet op de door haar bepleitte vrijspraak, geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de vordering voor wat betreft de materiële component onvoldoende aannemelijk is gemaakt en dat de immateriële component een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, reden waarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De rechtbank oordeelt als volgt.
De behandeling van de vordering van [slachtoffer] levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 2.097,12 (tweeduizendzevenennegentig euro en twaalf cent), te weten € 1.250,- aan immateriële schade en € 847,12 aan materiële schade, bestaande uit € 20,- voor het tuinbeeld, € 717,10 aan gederfd loon en € 109,92 aan reiskosten. Deze materiële schade is voldoende aannemelijk gemaakt. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Behandeling van het restant van de vordering is gelet op de wijze waarop ten laste is gelegd niet mogelijk. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan desgewenst dat gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen voor zover verdachte niet aan de bijzondere voorwaarde als hierboven vermeld zou voldoen.
Gelet op de veroordeling van de medeverdachte (parketnummer 16/656548-12) zullen zowel de vordering als de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk worden opgelegd.
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 45, 47, 57, 317 en 318 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
12. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van poging tot afpersing
en
medeplegen van poging tot afdreiging
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 16 (ZESTIEN) maanden, waarvan 6 (ZES) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (TWEE) jaar.
Bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte niet haar medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte geen medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde gedurende 1 (één) jaar na ingang van de proeftijd geen contact (direct noch indirect) zal hebben met de aangever [slachtoffer], behalve daar waar het de uitvoering van de hieronder genoemde bijzondere voorwaarde betreft;
- dat veroordeelde binnen zes maanden na haar invrijheidstelling een bedrag van
€ 1.956 (eenduizendnegenhonderdzesenvijftig euro) zal storten op bankrekeningnummer [nummer] t.n.v. [slachtoffer] te [woonplaats]. Deze voorwaarde komt te vervallen indien en voor zover dit bedrag door of namens haar mededader aan [slachtoffer] is betaald.
Bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van
1.00 STK Personenauto (BMW 5er Kl: grijs sedan/ nr [nummer])
Benadeelde partij
Veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 847,12 ter zake van materiële schade en € 1.250,- ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 november 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer], € 2.097,12 (tweeduizendzevenennegentig euro en twaalf cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 november 2012 tot aan de dag van de algehele voldoening, met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 30 (dertig) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. M.A.A.T. Engbers en I.M. Vanwersch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.H. Balk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 maart 2013.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2012
tot en met 29 november 2012 te Zegveld (gemeente Woerden) en/of Rotterdam,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging althans alleen, ter uitvoering
van het door verdachte en haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om zich en/of
een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld en/of door bedreiging met openbaarmaking van een geheim
[slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (van in totaal
5.650 Euro en/of 6.000 Euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of haar mededader(s), als volgt heeft gehandeld: verdachte
en/of (een van) haar mededader(s) heeft/hebben:
- (meermalen) bedreigende taal geuit naar die [slachtoffer] en/of naar die
[slachtoffer] e-mail berichten verzonden, inhoudende onder meer
"Ik zeg je dat als er vanavond niet de 5650 ligt, ik maatregelen neem en
direct met mensen naar je mooie [woonplaats] kom. Laat het niet zover komen , dan
sta ik niet in voor wat er gaat gebeuren" en/of
"Ik laat je afslachten als een mak lammetje. Dit is het einde. Bereid je voor
je leven zal een hel worden blijf je achtervolgen en terroriseren tot ik elke
cent van mijn geld heb. Pak alles mee uit je huis. Als ik je broertje moet
laten pakken doe ik dat."
en/of Whats-app berichten aan die [slachtoffer] verzonden inhoudende onder meer
"Ik hoop dat je thuis 6000 Euro hebt klaarliggen. Wij komen alles weghalen
en/of
"Je bent mij kanker 6000 euro schuldig welke jij zo in mijn gsat leggen a
bitch"
en/of sms-berichten aan die [slachtoffer] verzonden inhoudende onder meer
"Vriend ik heb je schuld overgenomen van [naam] je hebt nu een schuld van
6000 bij mij. Ik kom jou en je familie halen als je niet betaald. [adres] kom ik opzoeken wanneer je dit het minst verwacht, je hebt de verkeerde
mensen getroffen wollah a zemmer", en/of
"Denk je ik heb jou niet gezien met je hoedje, of je komt nu terug en betaald
je schuld wat je zelf hebt gemaakt of niet alleen jij maar ook de 3 personene
waarmee je bent hebben een groot probleem, denk erom ik weet waar je nu bent.
Dus ik geef je de laatste kans nu" en/of
"denk je dat als je vlucht ik je niet kan vinden?"
en/of op de voicemail van die [slachtoffer] een bericht ingesproken inhoudende onder meer: ‘Jij hebt echt een groot probleem vriend. Jij beter jij gaat kankergeld betalen of ik jou ja halen, ja. Gewoon jij ga me nu gewoon bellen, ja. Maak maar nieuw afspraak je komt (…) geld brengen anders kom ik je jou halen, ja. Jij belt gewoon nu. Kanker pedo.’
althans telkens woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- (meermalen) (bedreigende) e-mail berichten (waarin zij, verdachte en/of (een
van) haar mededader(s) , dreigde seksueel getinte foto's en/of film(s) van die
[slachtoffer] openbaar te maken) naar die [slachtoffer] verzonden, onder meer
inhoudende:
"De buren komen zo aan de beurt. Ga ik iedereen morgen sturen, als het geld
er nog niet is. Ga nu een domeinnaam openen www.[naam].nl
Waar ik iedereen naar door zal verwijzen. Of je laat nu wat horen en betaald
mij alsnog online, of dit gaat nog veel verder." (met in die mail een link
naar een seksueel getinte film van die [slachtoffer] die op Youtube is
geplaatst) en/of
"Dit valt vanavond nog bij je hele straat in de brievenbus. Ik vertrek nu. Zal
je voordat ik dit doe nog een kans geven om te betalen als ik daar ben. Weiger
je aan de deur ga ik elke deur van je buren langs met de waarschuwing voor
[slachtoffer] welke seksuele handelingen verricht met jonge meisjes. Tot
zo." (met bij dat e-mailbericht een bijlage met daarin een seksueel getinte
foto van die [slachtoffer]), althans telkens woorden van gelijke aard en/of
strekking,
- een tuinbeeld (in de vorm van een boedha) uit de achtertuin van die
[slachtoffer] vernield danwel heeft/hebben laten vernielen en vervolgens een
e-mailbericht verzonden aan die [slachtoffer] met als bijlage een foto van dat
vernielde tuinbeeld,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;