ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5851
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling met waarborgen voor veiligheid na beëindiging
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 maart 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, die eerder ter beschikking was gesteld met een bevel tot verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, onder verwijzing naar de voorwaardelijke machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis die op 5 maart 2013 was verleend. De deskundige B.J. Wassink heeft tijdens de zitting het reclasseringsadvies toegelicht, waarin werd geconcludeerd dat de verdachte een ziekelijke stoornis van de geestvermogens heeft, maar dat het risico op gewelddadig gedrag laag is, mits de verdachte zijn medicatie trouw blijft en zijn stabiele situatie niet verandert.
De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en adviezen van deskundigen. De officier van justitie heeft haar standpunt gewijzigd en is van mening dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging kan worden beëindigd. De verdediging steunt deze conclusie en is het eens met het afwijzen van de vordering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende waarborgen zijn voor de veiligheid van anderen, zelfs na beëindiging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen niet langer vereist dat de terbeschikkingstelling met verpleging wordt verlengd. Daarom heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen, met inachtneming van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.