ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5847

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
16-072191-94
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met pedofilie en andere stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een 78-jarige man, die lijdt aan pedofilie, een aan autisme verwante stoornis van Asperger en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de problematiek van de terbeschikkinggestelde in de loop der jaren onveranderd is gebleven en dat het klinisch beeld stabiel is. Ondanks enige verbetering in het omgaan met onverwachte situaties, is er een lichte toename in vergeetachtigheid waar te nemen. Het gedrag van de terbeschikkinggestelde wordt als acceptabel beoordeeld en het delictgevaar wordt als gering ingeschat. De rechtbank acht het noodzakelijk dat de terbeschikkinggestelde op de longstay-afdeling blijft, aangezien hernieuwde behandeling niet mogelijk is en er geen alternatieven zijn om het delictgevaar te verlagen.

De deskundige M. Philippi heeft het rapport en het advies van de inrichting toegelicht, waaruit blijkt dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert binnen de kliniek. Er is consensus tussen de deskundigen en de kliniek over het recidivegevaar en het advies tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van de terbeschikkinggestelde wordt verlengd. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, waarbij de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman zijn gehoord. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-072191-94
beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 20 maart 2013
In de zaak van de officier van justitie onder de hierboven genoemde parketnummers tegen
[verdachte],
geboren op [1934] te [geboorteplaats],
verblijvend in Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het arrest van het gerechtshof Amsterdam d.d. 24 juli 1995, waarbij [verdachte], voornoemd, onder meer ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege;
- de beslissing van de rechtbank Utrecht d.d. 14 maart 2011, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 31 januari 2013, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde over de periode 9 december 2009 tot en met 12 juli 2012;
- het rapport van de FPC Veldzicht d.d. 8 januari 2013, ondertekend door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting, drs. K.M. ten Brinck, directeur behandeling, en P.J.C. Bakx, 1e geneeskundige, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, te weten een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar;
- de pro-justitiarapportage van H.A. Feringa, klinisch psycholoog, d.d. 12 december 2012;
- de pro-justitiarapportage van C.J.F. Kemperman, psychiater, d.d. 13 december 2012.
2 De procesgang
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 6 maart 2013, waarbij zijn gehoord de officier van justitie en de terbeschikkinggestelde en diens raadsman, mr. E.J. van den Brink, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige M. Philippi, werkzaam bij FPC Veldzicht, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. In dat rapport is over de terbeschikkinggestelde het navolgende geconcludeerd.
De terbeschikkinggestelde is een 78-jarige man bij wie sprake is van pedofilie, de aan autisme verwante stoornis van Asperger en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Zijn problematiek is in de loop der jaren onveranderd gebleven en het klinisch beeld is stabiel. Wel wordt waargenomen dat hij soms iets gemakkelijker om kan gaan met onverwachte situaties, maar ook dat hij iets vergeetachtiger wordt. Binnen de thans gestelde kaders is het gedrag van de terbeschikkinggestelde acceptabel en is het delictgevaar gering. Continuering van verblijf op de longstay-afdeling wordt noodzakelijk geacht, nu hij zeer gesteld is op zijn huidige verblijf en hernieuwde behandeling geen mogelijkheid is. Mogelijkheden om de delictgevaarlijkheid te verlagen buiten het verlengen van de terbeschikkingstelling en verblijf binnen de longstay-afdeling worden niet gezien.
Het advies luidt om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige M. Philippi, voornoemd, heeft het rapport en het advies van de inrichting ter terechtzitting toegelicht. De terbeschikkinggestelde functioneert goed binnen de kliniek. Hij heeft zijn eigen structuur, vindt dat prettig en komt zo nu en dan naar de afdeling.
4 De standpunten van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
C.J.F. Kemperman, psychiater, en H.A. Feringa, klinisch psycholoog, hebben beiden geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Beide deskundigen concluderen dat de kans op toekomstig seksueel delictgedrag als hoog moet worden ingeschat wanneer de begeleiding en structuur van de terbeschikkingstelling zouden wegvallen.
Er bestaat consensus tussen de beide deskundigen en de kliniek met betrekking tot het recidivegevaar en het advies tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
5 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering van 31 januari 2013 strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een termijn van twee jaar gehandhaafd. Zij is van mening dat aan de daartoe geldende formele vereisten wordt voldaan en wijst op het recidiverisico dat ontstaat bij het wegvallen van de huidige structuur bij de terbeschikkinggestelde.
6 Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De raadsman constateert dat het belang van de terbeschikkinggestelde samenvalt met dat van de samenleving.
7 De beoordeling
De rechtbank beantwoordt eerst de vraag of er in deze zaak sprake is van een gemaximeerde terbeschikkingstelling. Hiertoe stelt zij vast dat de terbeschikkinggestelde – blijkens het bewezenverklaarde en de kwalificatie – is veroordeeld voor het plegen van handelingen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren en voor het buiten echt plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar. Op grond hiervan oordeelt de rechtbank dat in het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 24 juli 1995 besloten ligt dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is dus niet gemaximeerd.
De rechtbank is voorts op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van [verdachte] wordt verlengd met twee jaar en dat aan de voorwaarden om terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen is voldaan.
8 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] voor de tijd van twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. V. van Dam, voorzitter, mr. R.P. den Otter en mr. J.P.W. Helmonds, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. de Meulder, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 maart 2013.
Mr. J.P.W. Helmonds is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.