ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5839

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
16-070161-95
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met één jaar voor terbeschikkinggestelde na positieve ontwikkeling in behandeling

In de zaak met parketnummer 16-070161-95 heeft de rechtbank Midden-Nederland op 6 maart 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de transmurale behandeling van de terbeschikkinggestelde goed is verlopen. Hij heeft zijn middelengebruik weten te stoppen en toont zich over het algemeen goed begeleidbaar. Het risico op gewelddadig gedrag is ingeschat als laag tot matig, maar zonder terbeschikkingstelling zou dit als hoog worden beoordeeld. De rechtbank heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, zodat de voortgang van de behandeling kan worden geëvalueerd.

De deskundige H.T.M. van der Maeden heeft ter terechtzitting het rapport en advies van de inrichting toegelicht. De behandeling is gericht op een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling op termijn, waarbij de reclassering de begeleiding overneemt. Dit vereist dat de huidige dagbesteding wordt uitgebreid en dat de terbeschikkinggestelde buiten de inrichting gaat wonen met voldoende begeleiding. De officier van justitie heeft benadrukt dat het noodzakelijk is dat de reclassering tijdig wordt betrokken voor de overname van het toezicht.

De rechtbank heeft op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting geoordeeld dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging wordt verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het goed gaat met de terbeschikkinggestelde en dat zijn transmuraal verlof goed verloopt. Indien de positieve ontwikkeling zich voortzet, kan in oktober 2013 de reclassering worden gevraagd om een maatregelenrapport op te stellen voor de volgende verlengingszitting. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van de terbeschikkinggestelde verlengd met één jaar.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-070161-95
beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 6 maart 2013
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
verblijvend in de Van der Hoevenkliniek te Utrecht,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van de rechtbank Utrecht d.d. 4 januari 1996, waarbij [verdachte], voornoemd, onder meer ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege;
- de beslissing van de rechtbank Utrecht d.d. 26 maart 2012, waarbij de terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van één jaar;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 5 februari 2013, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde over de periode 1 april 2010 tot en met 31 januari 2013;
- het rapport van de Van der Hoevenkliniek d.d. 10 januari 2013, ondertekend door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting, drs. I.A.M. Breukel, klinisch psycholoog/psychotherapeut en locatiemanager zorg, drs. H.T.M. van der Maeden, GZ-psycholoog en hoofd behandeling, drs. M. Kossen, psychiater en directeur behandeling en N. Mertens, groepsbegeleider.
2 De procesgang
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 6 maart 2013, waarbij zijn gehoord de officier van justitie en de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw, mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige H.T.M. van der Maeden, werkzaam bij de Van der Hoevenkliniek, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. In dat rapport is over de terbeschikkinggestelde het navolgende geconcludeerd.
De transmurale behandeling van de terbeschikkinggestelde is goed van start gegaan. Hij continueert zijn abstinentie van middelen, stelt zich over het algemeen goed begeleidbaar op en zet zich in voor zijn behandelprogramma. Het risico op gewelddadig gedrag wordt bij transmuraal verblijf ingeschat als laag tot matig, maar zonder terbeschikkingstelling als hoog. Het komende jaar zullen de vrijheden van de terbeschikkinggestelde kunnen worden uitgebreid, waarbij aandacht dient te zijn voor het feit dat hij veel tijd nodig heeft om een vertrouwensband op te bouwen met anderen.
Het advies luidt om de tbs-maatregel te verlengen met één jaar, zodat dan kan worden bezien of de beoogde vorderingen zijn behaald.
De deskundige H.T.M. van der Maeden, voornoemd, heeft het rapport en het advies van de inrichting ter terechtzitting toegelicht. De behandeling is thans gericht op een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling op termijn, waarbij de reclassering de begeleiding overneemt. Daarvoor is vereist dat de huidige, beperkte dagbesteding / arbeid buiten de inrichting wordt uitgebreid en dat de terbeschikkinggestelde buiten de inrichting gaat wonen, op een geschikte wijze met voldoende begeleiding. Een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel zou over een jaar aan de orde kunnen komen, onder de voorwaarde dat de reclassering vroegtijdig wordt betrokken, zodat de terbeschikkinggestelde voldoende tijd heeft om te wennen aan de nieuwe situatie.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering van 5 februari 2013 strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een termijn van één jaar gehandhaafd. Zij is van mening dat aan de daartoe geldende formele vereisten wordt voldaan.
De officier van justitie wijst er voorts op dat de terbeschikkinggestelde pas sinds mei 2012 in woonvoorziening De Weerd verblijft, op basis van transmuraal verlof. Er wordt gewerkt aan alle punten die nodig zijn voor een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling, maar dit moet op zorgvuldige wijze gebeuren. Zij benadrukt dat het voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel over een jaar, noodzakelijk is dat de reclassering tijdig wordt betrokken voor de overname van het toezicht.
5 Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Ook de raadsvrouw wijst erop de reclassering tijdig te betrekken bij een overgang van het toezicht in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, nu het over het algemeen moeilijk is het vertrouwen van de terbeschikkinggestelde te winnen.
6 De beoordeling
De rechtbank beantwoordt eerst de vraag of er in deze zaak sprake is van een gemaximeerde terbeschikkingstelling. Hiertoe stelt zij vast dat de terbeschikkinggestelde – blijkens de bewezenverklaring en kwalificatie – is veroordeeld voor onder andere zware mishandeling. Uit de motivering van de opgelegde sancties blijkt dat hij zijn zeer jonge stiefdochter diverse malen ernstig heeft mishandeld, zodanig dat dit bij haar tot blijvend lichamelijk letsel in de vorm van onder andere verlammingsverschijnselen aan de armen heeft geleid. Op grond hiervan oordeelt de rechtbank dat in het vonnis van de rechtbank Utrecht van 4 januari 1996 besloten ligt dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is dus niet gemaximeerd.
De rechtbank is voorts op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van [verdachte] wordt verlengd met één jaar en dat aan de voorwaarden om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen is voldaan.
De rechtbank stelt vast dat het met de terbeschikkinggestelde op dit moment goed gaat en dat zijn transmuraal verlof goed verloopt. De rechtbank acht het wenselijk dat, indien de positieve ontwikkeling zich voortzet en de terbeschikkinggestelde goed blijkt om te gaan met de veranderingen die in 2013 nog zullen plaatsvinden, de kliniek in oktober 2013 het initiatief neemt om de reclassering te vragen om een maatregelenrapport op te stellen, zodat op de volgende verlengingszitting kan worden bezien of er mogelijkheden zijn voor de reclassering om het toezicht over te nemen in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] voor de tijd van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.P. den Otter, voorzitter, mr. J.P.W. Helmonds en mr. V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. de Meulder, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 6 maart 2013.