ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5572
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- O.E. Mulder
- S.M. Lieshout
- C.J. Hofman
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak tegen verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 maart 2013 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. I. Appel. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de rechters mrs. Iedema en Oostendorp, die betrokken waren bij de strafzaak tegen de verzoeker. De procedure begon met een schriftelijk wrakingsverzoek van 30 januari 2013, gevolgd door verweren van de betrokken rechters. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2013 waren de verzoeker en zijn raadsman aanwezig, evenals mr. M. Iedema. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld die aanleiding gaven voor het wrakingsverzoek, waarbij de normen van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het EVRM in acht zijn genomen.
De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees van de verzoeker voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechters konden rechtvaardigen. De rechters Iedema en Oostendorp hebben gemotiveerd weersproken dat de voorzitterswissel invloed heeft gehad op hun beslissingen. De rechtbank oordeelde dat de rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Aangezien er geen dergelijke omstandigheden waren, werd het wrakingsverzoek afgewezen.
De rechtbank heeft de beslissing op schrift gesteld en deze is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank heeft bepaald dat de strafzaak tegen de verzoeker moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.