ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5232
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de vordering tot wijziging van bijzondere voorwaarden in het kader van voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 februari 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot wijziging van de bijzondere voorwaarden die zijn opgelegd bij de voorwaardelijke straf van de veroordeelde. De zaak betreft een veroordeelde die een voorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden heeft gekregen, met een proeftijd van drie jaar. Bij de eerdere veroordeling waren bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het meewerken aan behandeling in een forensisch psychiatrische kliniek. De officier van justitie heeft verzocht om de bijzondere voorwaarden te wijzigen, zodat de veroordeelde in een beschermde woonvorm kan verblijven.
Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde, haar raadsman mr. J.P.W. Nijboer, en een reclasseringswerker gehoord. De officier van justitie heeft de wijziging van de voorwaarden onderbouwd met een reclasseringsrapport, waaruit blijkt dat de behandeling van de veroordeelde goed verloopt en dat zij gemotiveerd is om haar leven buiten de instelling vorm te geven. De verdediging heeft ingestemd met de wijziging van de voorwaarden.
De rechtbank heeft overwogen dat de huidige bijzondere voorwaarde, die een behandeling in een gesloten setting voorschrijft, niet meer de meest optimale behandelvorm voor de veroordeelde zal waarborgen. De rechtbank heeft besloten de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en de bijzondere voorwaarden te wijzigen, zodat de veroordeelde zich moet houden aan de voorschriften van de reclassering, inclusief het meewerken aan of verblijven in een instelling voor begeleid of beschermd wonen, indien de reclassering dat nodig acht. Deze beslissing is genomen om de veroordeelde de nodige flexibiliteit te bieden in haar behandeling en woonvorm.