ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ4766

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
16-656546-12 [P]
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens opzettelijk aanwezig hebben van 26kg hasjiesj in een auto

Op 29 november 2012 werd de verdachte slapend aangetroffen in een auto op een carpoolparkeerplaats te Vinkeveen. In de auto werden verpakkingen aangetroffen die vermoedelijk hasj bevatten. Bij doorzoeking van de auto werden veertien in folie verpakte pakketten gevonden, met een totaalgewicht van 26,44 kilogram. De verdachte verklaarde dat hij wist dat er ongeveer 10 kilogram hasj in de auto aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hasjiesj, wat in strijd is met de Opiumwet. De rechtbank rekende het de verdachte aan dat hij zijn financiële gewin boven de volksgezondheid stelde en bijdroeg aan de grootschalige handel in hasjiesj. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en de rechtbank legde een gevangenisstraf van 4 maanden op, met aftrek van de tijd in voorarrest. De in beslag genomen auto werd verbeurd verklaard, terwijl andere voorwerpen aan de verdachte werden teruggegeven. De uitspraak vond plaats op 5 maart 2013.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-656546-12 [P]
vonnis van de meervoudige strafkamer van 5 maart 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1985] te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Almere te Almere
raadsman mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat te Utrecht
1 Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 19 februari 2013, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander of anderen op 29 november 2012 te Vinkeveen ongeveer 26 kilogram hasjiesj opzettelijk aanwezig heeft gehad.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich primair op het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken, nu zijn op 3 december 2012 afgelegde verklaring enkel belastend is voor de medeverdachten. Subsidiair is de raadsman van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken, voor zover ten laste wordt gelegd dat hij meer dan 13,78 kilogram hasjiesj aanwezig heeft gehad, omdat hij geen opzet had op het aanwezig hebben van meer dan die hoeveelheid.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt omtrent het ten laste gelegde feit het volgende.
Verdachte is op 29 november 2012 door de politie slapend aangetroffen in een auto op een carpoolparkeerplaats te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen. Hij lag op de achterbank en had zijn arm om een tas. In de tas werden verpakkingen aangetroffen waarvan werd vermoed dat het hasjblokken waren. Bij doorzoeking van de auto werd een ruimte aangetroffen onder de passagiersstoel met daarin veertien in folie verpakte pakketten, waarvan werd vermoed dat er verdovende middelen in verpakt waren. Het gewicht van de in de tas aangetroffen pakketten bedraagt 13.78 kilogram. Het gewicht van de in de bergruimte van de auto aangetroffen pakketten bedraagt 12,66 kilogram. Het totale gewicht van aangetroffen pakketten bedraagt 26,44 kilogram. Van deze pakketten zijn vijf monsters genomen ter onderzoek. Deze monsters zijn positief getest als zijnde hasjiesj, een op de bij de Opiumwet behorende lijst II vermelde stof.
Verdachte heeft verklaard dat hij slapend in een auto werd aangetroffen en dat hij wist dat er ongeveer 10 kilogram hasj in de auto aanwezig was, die in een tas verpakt was.
Bewijsoverweging
Nu de rechtbank voor het bewijs geen gebruik maakt van de door verdachte op 3 december 2012 afgelegde verklaring, zal zij niet ingaan op het verweer van de verdediging dat betrekking heeft op deze verklaring.
De rechtbank verwerpt bovendien het verweer van de verdediging, dat verdachte geen opzet had op het aanwezig hebben van de hasjiesj die is aangetroffen in de bergruimte onder de passagiersstoel van de auto. Hiertoe overweegt zij dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat de auto al enkele maanden op zijn naam stond, dat hij afspraken had gemaakt over het vervoeren van hasjiesj met deze auto, dat tijdens zijn afwezigheid een tas met hasjiesj in de auto geplaatst zou worden en dat hij er zich van bewust was dat deze tas zich in de auto bevond toen hij daarin werd aangetroffen. Gelet hierop heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zich in de auto een grotere hoeveelheid hasjiesj zou bevinden dan hij zelf aannam.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 29 november 2012 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 26 kilogram hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van omstandigheden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 7 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat kan worden volstaan met een gevangenisstraf die gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hasjiesj. Hasjiesj is een softdrug die bij langdurig gebruik kan leiden tot schade voor de gezondheid. Verdachte heeft zijn eigen financiële gewin dat hij met het transport van hasjiesj wilde behalen boven de volksgezondheid laten prevaleren. Daarbij heeft hij bijgedragen aan de instandhouding van de grootschalige handel in hasjiesj en onderdeel uitgemaakt van een keten van criminele activiteiten die de samenleving ontwricht. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft wat betreft de persoon van verdachte kennisgenomen van het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 8 januari 2013, waaruit blijkt dat verdachte nooit eerder is veroordeeld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 4 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend is.
7 Het beslag
7.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen tas en de hasjiesj aan het verkeer te onttrekken, de in beslag genomen auto verbeurd te verklaren en de overige in beslag genomen voorwerpen aan verdachte terug te geven.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen geen standpunt ingenomen.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
De onder verdachte in beslag genomen tas met hasjiesj en de in beslag genomen hasjiesj die in de bergruimte van de auto is aangetroffen dienen naar het oordeel van de rechtbank te worden ontrokken aan het verkeer. Het bewezen geachte feit is begaan met betrekking tot deze voorwerpen en het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet of het algemeen belang.
De onder verdachte in beslag genomen auto van het merk Mercedes is vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat dit voorwerp aan verdachte toebehoort en dat het bewezen geachte feit met betrekking tot dit voorwerp is begaan.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de overige onder hem in beslag genomen voorwerpen, te weten een zak met tabletten, zes mobiele telefoons, een geldbedrag, twee paar handschoenen, een gsm-batterij, een muziekspeler, een usb-stick en een navigatiesysteem. Deze voorwerpen zijn niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen verdovende middelen, te weten hasjiesj;
- verklaart verbeurd de in beslag genomen auto, merk Mercedes, type A (goednummer G428740);
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een zak met tabletten;
- telefoon, merk Nokia (goednummer G428827);
- telefoon, merk Nokia (goednummer G428806);
- telefoon, merk Nokia (goednummer G428803);
- telefoon, merk Nokia (goednummer G428800);
- telefoon, merk Samsung (goednummer G428826);
- telefoon, merk Samsung (goednummer G428819);
- paar handschoenen (goednummer G428809);
- paar handschoenen (goednummer G428812);
- een bedrag van € 107,70 (goednummer G428781);
- gsm-batterij, merk Nokia (goednummer G428811);
- muziekspeler, merk Apple, type iPod (goednummer G428824);
- usb-stick, merk Lexar (goednummer G428828);
- navigatiesysteem, merk Navigon (goednummer G428814).
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Perrick, voorzitter, mr. J.P.W. Helmonds en mr. M.H.L. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. de Meulder, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 maart 2013.
Mr. M.H.L. Schoenmakers is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 29 november 2012 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 26 kilogram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 11 lid 2 Opiumwet