ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ3542

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
16/601251-10 (TUL) en 16/601107-11 (TUL)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2013 uitspraak gedaan over de vorderingen tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke veroordelingen. De officier van justitie had de tenuitvoerlegging gevorderd van de aan de veroordeelde opgelegde straffen onder de parketnummers 16/601251-10 en 16/601107-11. De rechtbank heeft vastgesteld dat het vonnis van de politierechter van 25 januari 2011 onherroepelijk is geworden op 9 februari 2011 en dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. De rechtbank heeft op basis van het advies van de reclassering besloten dat de veroordeelde zijn hechtenis dient te ondergaan in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum. De vordering tot tenuitvoerlegging van de officier van justitie met betrekking tot parketnummer 16/601251-10 is toegewezen, terwijl de vordering met betrekking tot parketnummer 16/601107-11 is afgewezen en de proeftijd met een jaar is verlengd. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat de veroordeelde klinische zorg nodig heeft en dat de behandeling zo spoedig mogelijk moet worden gerealiseerd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Utrecht
Parketnummers: 16/601251-10 (TUL) en 16/601107-11 (TUL)
Beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging ex artikel 14g van het wetboek van strafrecht.
In de zaken van de officier van justitie onder de hierboven genoemde parketnummers tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1984],
verblijvende aan de [adres] [woonplaats],
heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de aan veroordeelde opgelegde straffen.
Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De procedure.
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
Ten aanzien van parketnummer 16/601251-10:
- het vonnis van de politierechter d.d. 25 januari 2011;
- het vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 juli 2011;
- het advies tenuitvoerlegging van Victas (voorheen Centrum Maliebaan), opgemaakt door M. van Asch, d.d. 4 december 2012;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 28 december 2012;
- de overige stukken;
Ten aanzien van parketnummer 16/601107-11:
- het vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 februari 2012;
- het hiervoor genoemde advies tenuitvoerlegging d.d. 4 december 2012;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 28 december 2012;
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door mr. M.G. Vos, advocaat te Utrecht.
Voorts is ter terechtzitting verschenen M. van Asch, werkzaam als reclasseringsmedewerker bij Victas.
2 De beoordeling.
Vonnis van de politierechter d.d. 25 januari 2011
Aan veroordeelde is bij voormeld vonnis van de politierechter d.d. 25 januari 2011 een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 150 dagen, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 94 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met bijzondere voorwaarden zoals nader uitgewerkt in dat vonnis.
Voormeld vonnis is onherroepelijk geworden op 9 februari 2011.
Omdat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig zou hebben gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden, heeft de officier van justitie in februari 2011 verzocht om tenuitvoerlegging van voornoemde voorwaardelijke straf. Bij vonnis d.d. 25 juli 2011 heeft de meervoudige kamer deze vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen, de bijzondere voorwaarden gewijzigd en de proeftijd verlengd met 1 jaar.
De bijzondere voorwaarden houden in dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd dient te gedragen naar de aanwijzingen die gegeven worden door of namens Centrum Maliebaan, ook als dat inhoudt dat hij dient mee te werken aan een opname en behandeling in FPA De Wier of een soortgelijke instelling voor de duur van maximaal 1 jaar of zoveel korter als de instelling dat nodig acht, zich dient te melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht en dient deel te nemen aan de Cova+-training.
Dit vonnis is op 9 augustus 2011 onherroepelijk geworden.
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 februari 2012
Bij vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 februari 2012 is aan veroordeelde een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde zich gedurende deze proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die gegeven worden door of namens Centrum Maliebaan, dat de veroordeelde wordt verplicht zich te melden bij Centrum Maliebaan zo dikwijls als die instelling dat nodig acht en dat veroordeelde - samengevat -wordt verplicht om te verblijven in en mee te werken aan een klinische behandeling bij [naam] of in een voor de veroordeelde meest geschikte behandelsetting voor de duur van 12 maanden of zoveel korter als de leiding in overleg met de reclassering noodzakelijk acht.
Laatstgenoemd vonnis is op 14 maart 2012 onherroepelijk geworden.
Blijkens het advies tot tenuitvoerlegging van Victas d.d. 4 december 2012, opgemaakt door M. van Asch en de toelichting en aanvulling die deze reclasseringsmedewerker ter terechtzitting d.d. 7 februari 2013 heeft gegeven, heeft veroordeelde zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden.
Veroordeelde was in het kader van voornoemde bijzondere voorwaarden opgenomen bij het [naam] van [naam] te [woonplaats]. Nadat hij op 26 november 2012 op verlof is geweest, is hij niet meer teruggekeerd naar deze instelling. Ook niet nadat hem daartoe nog een kans was gegeven.
De reclassering is van mening dat de veroordeelde nog steeds klinische zorg nodig heeft. Vanwege de hoge onmacht en de meervoudige problematiek van de veroordeelde prevaleert een heropname boven een tenuitvoerlegging. Omdat er een wachtlijst van enkele maanden is bij [naam] en ook opname in een andere, soortgelijke instelling onzeker is, is heropname thans niet mogelijk.
De reclassering verzoekt daarom om partiële, dan wel volledige tenuitvoerlegging van voornoemde vonnissen.
De officier van justitie heeft tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 16/601251-10 gevorderd.
De officier van justitie heeft de vordering ten aanzien van parketnummer 16/601107-11 ter terechtzitting gewijzigd en in plaats van een tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf een verlenging van de proeftijd met 1 jaar gevorderd.
De raadsman heeft aangevoerd dat veroordeelde, die was opgenomen in [naam] van [naam] in [woonplaats], deze instelling heeft verlaten omdat hij destijds een moeilijke periode doormaakte.
De raadsman heeft er op gewezen dat de veroordeelde, hoewel hij niet is teruggekeerd naar deze instelling, trouw is geweest in zijn contacten met Victas.
De raadsman heeft primair verzocht om afwijzing van beide vorderingen tot tenuitvoerlegging. Subsidiair heeft hij de rechtbank gevraagd om bij toewijzing van (een van) de vorderingen tot tenuitvoerlegging te bepalen dat de betreffende gevangenisstraf wordt vervangen door een werkstraf.
De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd bijzondere voorwaarden heeft overtreden.
Veroordeelde is, nadat hij op verlof was geweest, niet meer teruggekeerd naar de instelling waar hij verbleef in het kader van die bijzondere voorwaarden. Veroordeelde heeft hiermee de aanwijzingen van de betreffende instelling genegeerd en zich onttrokken aan toezicht en behandeling. Dat het contact met Victas is blijven bestaan, doet daaraan niet af.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 16/601251-10
De rechtbank is van oordeel dat, gezien de stelligheid waarmee de veroordeelde de bijzondere voorwaarden heeft overtreden en het feit dat de daarbij behorende proeftijd al een keer eerder is verlengd, de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie ten aanzien van parketnummer 16/601251-10 dient te worden toegewezen.
Voor omzetting in een werkstraf, zoals door de raadsman is bepleit, ziet de rechtbank geen ruimte. Ter terechtzitting is gebleken dat de reclassering bij de uitvoering van een eerder opgelegde werkstraf door de psychische problematiek van veroordeelde op praktische problemen stuit. Los daarvan ziet de rechtbank geen bijzondere omstandigheden in het dossier die nopen tot omzetting in een werkstraf.
Gezien het advies van de reclassering daartoe, zal de rechtbank bepalen dat de veroordeelde de betreffende hechtenis dient te ondergaan in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 16/601107-11
De rechtbank is van oordeel dat de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie met parketnummer 16/601107-11 dient te worden afgewezen en dat de proeftijd met 1 jaar dient te worden verlengd.
De rechtbank acht het, gezien de problematiek van de veroordeelde, van belang dat hij ook in de komende jaren zal worden begeleid door Victas.
De rechtbank acht het verder noodzakelijk dat veroordeelde de opgelegde klinische behandeling bij een instelling als [naam] of een soortgelijke instelling
- geheel - zal ondergaan. De rechtbank hecht er belang aan dat deze klinische behandeling zo spoedig mogelijk na het onherroepelijk worden van dit vonnis wordt gerealiseerd.
De rechtbank zal gezien het voorgaande de opgelegde proeftijd met 1 jaar verlengen.
3 De beslissing.
De rechtbank gelast dat de voorwaardelijke gevangenisstraf van 94 dagen die bij vonnis d.d. 25 januari 2011 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 16/601251-10 ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank bepaalt dat de veroordeelde deze hechtenis dient te ondergaan in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum.
De rechtbank wijst de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie ten aanzien van parketnummer 16/601107-11 af en verlengt de proeftijd met 1 jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.M.E. Doekes-Beijnes, voorzitter, mr. A. van Maanen en mr. J. Ebbens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.A. Groenevelt-Timmer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 februari 2013.