ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ1018
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en schadevergoeding in arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een vordering van [eiseres] tegen [gedaagden c.s.] wegens kennelijk onredelijk ontslag. [Eiseres] was sinds 1 oktober 1997 in dienst bij [gedaagden c.s.] als administratief medewerkster. Op 1 maart 2012 werd haar arbeidsovereenkomst opgezegd, nadat [gedaagden c.s.] toestemming had verkregen van het UWV. [Eiseres] vorderde een verklaring voor recht dat het ontslag kennelijk onredelijk was en eiste een schadevergoeding van € 22.009,22 bruto, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat de gevolgen voor [eiseres] ernstiger waren dan voor de werkgever. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever onvoldoende had aangetoond dat er geen ruimte was voor een schadevergoeding. De kantonrechter kende [eiseres] een schadevergoeding toe van € 5.810,- bruto, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelde [gedaagden c.s.] in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 30 januari 2013.