ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ0914
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- I.P.H.M. Severeijns
- A.M.M.E. Doekes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in verkrachtingszaak met DNA-bewijs en twijfels over dwang
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 5 februari 2012 zou hebben verkracht, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 januari 2013 uitspraak gedaan. De verdachte heeft tijdens het onderzoek verklaard dat hij die nacht bij de aangeefster was blijven slapen. Hij gaf aan dat hij wakker werd en handelingen verrichtte, maar zich niet kon herinneren dat hij foto’s had gemaakt of dat hij de aangeefster vaginaal of anaal had gepenetreerd. De rechtbank heeft DNA van de verdachte aangetroffen bij de aangeefster, maar twijfelt aan de vraag of er sprake was van dwang. De aangeefster had eerder aangegeven niet gediend te zijn van de avances van de verdachte, maar nodigde hem toch uit om bij haar te blijven slapen. De rechtbank concludeert dat de aangeefster een dubbelzinnige boodschap heeft afgegeven en dat er geen bewijs is voor opzet van de verdachte om tegen haar wil seksuele handelingen te verrichten. Daarom spreekt de rechtbank de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit van verkrachting, evenals van de subsidiaire en meer subsidiaire tenlasteleggingen. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de kosten worden gecompenseerd zodat iedere partij de eigen kosten draagt.