Feit 1
Op 8 oktober 2012 is door [slachtoffer 1] namens [naam] aangifte gedaan van diefstal met geweld in een vestiging van een filiaal van [naam] aan het [adres] te [woonplaats]. Daarbij heeft aangever verklaard dat het filiaal sinds enige weken last heeft van een winkeldief die grote aantallen flessen port uit de winkel wegneemt en dat hij om die reden scherp was op mensen die flessen port uit het schap halen. Op 8 oktober 2012, omstreeks 18:50 uur, zag aangever in het gangpad waar de flessen port staan een man die een fles port pakte en daarop direct naar een ander gangpad liep. Daarop heeft aangever zijn scanner gepakt en het vak van de flessen port gecontroleerd. Aangever zag dat er die dag 10 flessen Warres Port Warrior met 03.75 liter (de rechtbank begrijpt flessen à 0,375 liter) uit het vak misten. Aangever zag even later dat genoemde man langs de kassa naar buiten wilde lopen, waarop aangever naar de man is toegelopen en tegen hem “stop” riep. Aangever zag dat de man aanzette om door de deur weg te rennen, vervolgens uitgleed en op de grond viel en hoorde direct het geluid van brekend glas en zag rode vloeistof op de grond lopen door de stof van de broek heen. Aangever zag dat de man weer opstond en hem met zijn rechtervuist met kracht tegen zijn linker jukbeen sloeg. Aangever voelde pijn.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 8 oktober 2012 zijn ploegchef [slachtoffer 1] hoorde roepen: “stop” en dat hij zag dat een grote man probeerde weg te rennen en dat deze man op de grond viel. [getuige 1] zag dat de man weer opstond. Hij zag de man naar buiten rennen, waarbij de man een oude vrouw een harde duw gaf.
[getuige 1] zag een klant van de winkel, een Marokkaanse jongen, achter de man aanrennen, zag dat de man op enig moment de Marokkaanse jongen een harde duw gaf waardoor deze jongen hard tegen de muur van de aldaar gevestigde Pizzeria kwam. Hij zag dat de man weer begon te rennen, dat de jongen hem weer inhaalde en dat de man de jongen daarop heeft vastgepakt.
Bij de rechter-commissaris heeft [getuige 1] verklaard dat direct nadat hij de man uit de winkel zag wegrennen bij [slachtoffer 1] een rode plek op zijn gezicht zag.
Getuige [slachtoffer 2] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij, terwijl hij in de winkel was, zag dat één van de medewerkers van de winkel ruzie had met een man.
[slachtoffer 2] zag de man langs de kassa lopen en de winkel uitgaan. Hij zag dat de man bij de uitgang een oudere vrouw wegduwde. Toen besloot [slachtoffer 2] om achter de man aan te gaan. Op enig moment tijdens de achtervolging heeft de man [slachtoffer 2] tegen een deur geduwd, nadat de man hem had vastgepakt.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij op 8 oktober 2012 in de deuropening van de [naam] aan het [adres] stond ter hoogte van de ingang/uitgang, dat zij op een gegeven moment een haar onbekende man naar buiten zag rennen, dat zij het personeel van de [naam] hoorde roepen: “Hou hem tegen”, dat zij een stap naar voren deed in een poging de man tegen te houden en dat zij van de man een duw kreeg waardoor zij een paar stappen achteruit moest doen.
Verbalisant [verbalisant] heeft verklaard dat hij op 8 oktober 2012 omstreeks 19:05 uur ter plaatse was, dat personeel van de [naam] in de richting van een man wezen en dat hij hoorde roepen: “Hij is het”. Hij zag dat er aan de onderkant van beide broekspijpen van de man een verdikking zat en dat een collega een hand in de broekzak van de man deed. Hij hoorde de collega zeggen dat de zak heel diep was. De man, zijnde verdachte, gaf op te zijn [verdachte]. Tijdens de insluitingsfouillering vroeg verbalisant aan verdachte zijn broek uit te trekken en de spullen die in zijn broek zaten eruit te halen. Verbalisant zag dat de verdachte een aantal donkergroene glasscherven, drie Unox-rookworsten en een paar vijgen uit zijn broek haalde. Verbalisant stopte zijn hand in de broekzak van verdachte, voelde dat de broekzak tot het eind van de broekspijp kwam, zag dat deze geprepareerd was en zag dat dit bij beide broekspijpen het geval was. Nadat verdachte vervolgens op zijn verzoek naar de wc was gegaan, vroeg verbalisant de verdachte om zijn broek uit te trekken. Verbalisant zag dat de geprepareerde zakken uit de broekspijpen van de verdachte waren gescheurd. Vervolgens zijn verbalisant en zijn collega naar de toiletruimte gelopen. Verbalisant zag dat zijn collega het deksel van de stortbak optilde en daarin stukken spijkerstof aantrof. Verbalisant herkende deze stukken spijkerstof van de ingenaaide broekzakken van de broek van verdachte.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [alias] heet en geboren is op [1983]. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij op 8 oktober 2012 in Abcoude in een filiaal van [naam] was, dat hij in de winkel een fout heeft begaan, dat hij daar een paar flessen en voedsel in zijn broekzak heeft gestopt, dat één fles kapot is gegaan en dat hij een paar flessen heeft weggegooid.