Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- zijn cliënt is onrechtmatig staande gehouden op het moment dat zijn cliënt het terrein van het tankstation op reed. Er was geen sprake van een redelijk vermoeden van schuld. Er waren slechts twee, niet geverifieerde, M-meldingen en zijn cliënt heeft geen antecedenten ten aanzien van de Opiumwet;
- de cautie is niet gegeven, hetgeen een onherstelbaar vormverzuim betreft;
- zijn cliënt is onrechtmatig aangehouden. Er was geen sprake van een redelijk vermoeden van schuld in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr);
- het onderzoek aan de kleding is onrechtmatig aangezien er geen ernstige bezwaren waren. Zijn cliënt werd desondanks, na toestemming van de hulpofficier van justitie, onderworpen aan een lichamelijk onderzoek. De raadsman heeft van deze toestemming echter geen schriftelijk document teruggevonden in het dossier;
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
90 dagen.
60 dagen, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
een werkstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
40 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 20 dagen.