Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 juni 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 11 oktober 2013.
2.De feiten
De brand is ontstaan in de 3e bakpan van de frituurinstallatie. De brand is het gevolg van zelfontbranding van het bakvet doordat het verwarmingselement niet werd uitgeschakeld doordat:
Rapporteur concludeert aan de hand van de constateringen van EMN Expertise dat beide thermostaten op de juiste wijze waren aangesloten en functioneerden. De maximaalthermostaat onderbrak immers het stroomcircuit waardoor het verwarmingselement werd uitgeschakeld. Ondanks dat raakte de olie in de frituurpan toch oververhit en kwam deze tot ontbranding. De enige verklaring daarvoor is gelegen in het feit dat onder de frituurpan een brand woedde die ervoor zorgde dat de olie steeds verder verhit werd, ook na het door de thermostaten uitschakelen van het verwarmingselement.’
De brandoorzaak is naar de mening van rapporteur gelegen in een overgangsweerstand ter hoogte van een aansluitstrip van de regelthermostaat en niet in een onjuiste werking of defect aan één van de thermostaten.’
Tijdens de voorbereidingen tot het frituren en fonduen (het zogenaamde voorsmelten van vet en het verhitten van vet en/of olie) en het frituren en/of warmhouden van vet en/of olie moet er steeds iemand aanwezig zijn om hier toezicht op te houden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.000,00(2,0 punten × tarief € 2.000,00)