ECLI:NL:RBMNE:2013:7831

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 augustus 2013
Publicatiedatum
7 april 2014
Zaaknummer
16-120291-02
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling wegens afwezigheid van ziekelijke stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 augustus 2013 uitspraak gedaan in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde, geboren in 1976. De officier van justitie had gevorderd de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De rechtbank heeft zich gebaseerd op verschillende stukken in het dossier, waaronder eerdere vonnissen en rapportages van deskundigen en de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde geen ziekelijke stoornis van de geestvermogens of gebrekkige ontwikkeling meer vertoont. De reclassering en de psychiater hebben beide geadviseerd om de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen, waarbij het recidiverisico als laag werd ingeschat. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman en deskundigen gehoord. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen niet meer eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De beslissing om de vordering van de officier van justitie af te wijzen is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

afdeling strafrecht
zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/120291-02
Beslissing afwijzing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 26 augustus 2013
in de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[veroordeelde],
geboren op [1976] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres]
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.

1.Destukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
- het vonnis van de rechtbank te Utrecht d.d. 28 maart 2003 waarbij [veroordeelde] ter zake van de voortgezette handeling van poging tot doodslag, opzettelijk brand stichten met levensgevaar voor een ander en gemeen gevaar voor goederen en mishandeling werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging;
- de beslissing van de rechtbank Utrecht d.d. 3 september 2012, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van één jaar;
- de beslissing van de rechtbank Utrecht d.d. 30 november 2012, waarbij de verpleging van overheidswege onder voorwaarden is beëindigd;
- het voortgangsverslag TBS en verlengingsadvies van de Reclassering Nederland, toezichtunit Utrecht d.d. 1 juli 2013, opgemaakt door K. van Scherpenzeel (voorzitter) en M. Hooijer, reclasseringswerker;
- de pro justitia rapportage d.d. 22 augustus 2013 van J.M.J.F. Offermans, psychiater;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 18 juli 2013, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [veroordeelde] met één jaar;

2.De procesgang

Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 26 augustus 2013, waarbij zijn gehoord de officier van justitie en de terbeschikkinggestelde en diens raadsman, mr. J. Michels, advocaat te Amersfoort. Voorts is de deskundige M. Hooijer, werkzaam bij de Reclassering Nederland, gehoord.

3.Het standpunt van de deskundigen

3.1
Het standpunt van de reclassering
Mw. Hooijer heeft ter zitting het standpunt en het advies van de reclassering toegelicht. [veroordeelde] is gedurende de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging blootgesteld aan diverse destabiliserende factoren, zoals frustraties, teleurstellingen en spanningen. Betrokkene heeft laten zien dat hij hier op adequate wijze mee om kan gaan en maakt zaken bespreekbaar, doet de juiste dingen en zoekt hiervoor contact met de juiste personen. Er zijn geen agressieregulatieproblemen bij betrokkene vastgesteld. Betrokkene heeft zich goed aan de afspraken en voorwaarden gehouden en stelde zich in het contact met de reclassering open en meewerkend op en heeft zich niet onttrokken aan reclasseringstoezicht.
Indien betrokkene zijn huidige leefwijze weet vast te houden wordt de kans op recidive ingeschat als gering.
De reclassering adviseert de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen.
3.2
Het standpunt van de deskundige
J.M.J.F. Offermans heeft geadviseerd de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen. De deskundige heeft geconcludeerd dat er thans bij [veroordeelde] geen sprake meer is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens of van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Het recidiverisico op (seksueel) gewelddadig gedrag wordt voor de korte en middellange termijn ingeschat als laag en voor de lange termijn als laag tot matig.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting d.d. 26 augustus 2013 haar standpunt gewijzigd, in die zin dat zij thans de afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling vordert.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich gerefereerd aan het standpunt van de officier van justitie.

6.De beoordeling

De rechtbank overweegt dat uit voornoemde rapportages van de deskundige en de reclassering en het verhandelde ter zitting volgt dat er bij betrokkene thans geen sprake meer is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens of van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Voorts wordt het recidiverisico ingeschat als laag.
De rechtbank is op basis van het vorenstaande van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling niet meer eist en dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.

7.De beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie d.d. 18 juli 2013 af.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. van Maanen, voorzitter, mr. C.S.K. Fung Fen Chung en mr. V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G. van Engelenburg en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 augustus 2013.